Euroboy (= Ebby) - abcde

Wanneer je in Rotterdam op de Nieuwe Binnenweg loopt, komend vanaf de Oude Binnenweg / Kabouter Buttplug, dan heb je al vrij snel aan je linkerhand een winkel met zowel tweedehands als nieuwe kleding, een keur aan zines en muziek op elpee en cassette. In deze winkel waarvan me de naam ontschoten is, kocht ik de cassette abcde van Euroboy. Niet dat ik ooit van Euroboy gehoord had, maar dat maakte de cassette misschien alleen nog maar aantrekkelijker. 

De verkoopster vertelde dat achter de artiestennaam Euroboy haar vriendin Doortje schuilgaat en dat ze inmiddels een nieuwe artiestennaam heeft aangenomen: Ebby. Mijn nieuwsgierigheid won van mijn geldzorgen & dus ging ik met de cassette naar huis.

Bovenstaande vond zo'n vier, vijf weken geleden plaats en ondanks de ongehoorde grote hoeveelheid nieuwe muziek die ik sindsdien mijn huis ingedragen heb, is abcde van Euroboy sinds half juli het meest gedraaide album in huize Willems.

Als ik discogs mag geloven, valt de muziek op abcde onder indie rock en indie pop. Met beide genreaanduidingen doen ze de muziek van Euroboy te kort, als je het mij vraagt. Zeker zit er wel iets van beide genres in de songs op abcde, maar het is ook meer dan dat. Vraag me niet welk genre dan, ik zou het niet weten. Hoekig, dat is het zeker. Eigenzinnig? Absoluut. Lo-fi, vervreemdend & tegelijkertijd herkenbaar. Eigenlijk moet je gewoon zelf luisteren. Ik kom woorden te kort om de muziek goed te duiden. Hoe & waar je kunt luisteren en kopen kom ik zo op.

De Doortje achter de artiestennaam Euroboy is Doortje Hiddema. Niet alleen schreef ze alle songs op abcde, ook bespeelt ze alle instrumenten op dit album. Gitaar, een jengelende blokfluit, iets van slag. En daarnaast zingt ze. Goede stem, soms hoog, soms onderkoeld spreek-zingend. abcde is dus oneerbiedig gezegd een thuisknutselwerkje. De muzikante moest met niemand rekening houden, ze kon volledig haar eigen gang gaan. Dat gecombineerd met de goede, maar toch iets rammelende geluidskwaliteit - met uitzondering van de drums werd alles gewoon bij de muzikante thuis opgenomen - maakt abcde voor mij zo interessant. Dit is ver weg van de dertien in een dozijn muziek waarmee de schappen van vele platenzaken zijn gevuld (om nog maar over de hitlijsten te zwijgen). Het rammelt en schudt en dat is goed voor de oren.

Volgens discogs is abcde van Euroboy in een genummerde oplage van 10 stuks eerder dit jaar verschenen. Dat kans dat je een exemplaar van dit schitterende album vindt is dus niet zo groot. Maar geef nog niet op. Het exemplaar dat ik kocht was zeker niet het laatste exemplaar dat in de eerder genoemde winkel in Rotterdam te koop werd aangeboden. Aangezien mijn exemplaar niet genummerd is, ga ik er van uit dat dit een tweede oplage van abcde van Euroboy is. Hoe groot deze oplage is, weet ik niet. Ik hoop groot, abcde moet gehoord worden, als je het mij vraagt. Mocht je niet de mogelijkheid hebben om naar Rotterdam af te reizen om daar het album te kopen, dan is de nieuwe uitgave van dit album misschien iets voor jou. De cassette abcde wordt 5 september opnieuw uitgebracht onder de artiestennaam Ebby. Deze cassette kun je via bandcamp kopen. Op diezelfde site kun je ook luisteren naar abcde en een digitale editie kopen. Maar laten we vooral kopen in de hoop dat het geld dat dit de muzikant oplevert, haar de mogelijkheid geeft om meer albums uit te brengen. Ik kijk nu al uit naar de opvolger van abcde.

Het album abcde van Euroboy / Ebby op bandcamp, luister & koop hier.

Brieven aan Thomas #7

Thomas,

Wat in een goede manier anno 2025 aandacht te genereren voor de oude knakkers in de muziek? Ik las dat er hier en daar gehint wordt naar een nieuw, vierde deel van Anthology van The Beatles. Zo zie je op thebeatles.com de achterzijde van een schilderij (?) waar van 1 tot en met 4 geteld wordt. Meer niet. Dit is in al z'n eenvoud duidelijk een hint naar een vierde Anthology-deel. Ook is er - als je wat verder gaat zoeken - een foto uitgelekt waarop niet drie, maar vier delen Anthology staan. Hier en daar wordt dan ook geopperd dat dit vierde Anthology-deel geen losstaande release zal zijn, maar onderdeel zal zijn van een boxset met de complete Anthology. Ook las ik ergens dat de gelijknamige documentaire te zijner tijd op Disney+ te zien zal zijn. Een boel mysterieus gedoe dus, het wachten is op meer informatie.

Later deze maand is het zestig jaar geleden dat Bob Dylans elpee Highway 61 Revisited verscheen. Je weet wel dat album dat opent met 'Like A Rolling Stone' en eindigt met 'Desolation Row'. Het album dat zes decennia later nog steeds klinkt als een overdonderende schop onder je hol. Om wat aandacht te vragen voor die aanstaande verjaardag van een van de beste albums ooit gemaakt - althans ik neem aan dat dat de reden is - is aan bobdylan.com een nieuwe pagina toegevoegd. Op deze pagina stap je virtueel in een auto en kun je wat rondrijden onder het genot van songs van Highway 61 Revisited. Leuk, maar de kers op de taart is het alleraardigste gratis zine Highway 61 Revisited; The Road That Changed Music dat op diezelfde pagina - in ruil voor je naam en mailadres - te downloaden is. En hoewel ik er nog geen letter in heb gelezen (en de verwachtingen in dat opzicht ook laag zijn) oogt het erg goed. Het heeft iets sympathieks, zo'n gratis zine en werkt - althans voor mij - beter dat zo'n wat mysterieuze post op thebeatles.com. Het is dan ook niet een deel van Anthology waar ik nu naar luister, maar Highway 61 Revisited.

Pas goed op jezelf,

TW

20 VIII 2025

Niebiesko-Czarni & Frank Zappa

Er is wereldwijd zoveel goede muziek gemaakt dat het onmogelijk is om alles binnen één mensenleven te horen. Heb je bijvoorbeeld ooit geweten dat in Polen in grofweg de Beatles-jaren een boel goede muziek is gemaakt? Ik wist het niet, tot wat van die muziek als bij toeval onlangs op mijn pad kwam.
Tweeëndertig opnamen van Poolse bands uit de periode 1965 - 1972 zijn te vinden op de twee delen  Working-Class Devils. Op beide elpees 16 songs, 8 per elpeekant & eigenlijk zit er geen zwakke song tussen. 
In huize Willems is sinds aanschaf van Working-Class Devils en Working-Class Devils vol. 2, enkele maanden geleden, vooral het eerste deel favoriet. Niet dat dat eerste deel betere songs bevat dan dat tweede deel, maar wel een song die onbedoeld op de lachspieren werkt zonder dat dat de kwaliteit van de opname te niet doet. Het is gewoon een prima song - een cover van Jimi Hendrix' 'Purple Haze' - en tegelijkertijd in al z'n knulligheid grappig in de uitvoering van Niebiesko-Czarni.
De band Niebiesko-Czarni uit Gdansk was - zo leren de liner notes van de elpee - één van de belangrijkste voorvechters van de ongeschreven regel binnen de Poolse muziekscène van de jaren zestig dat songs eigen, in het Pools gezongen composities moesten zijn. Covers, en al helemaal Engelstalige covers, werd op neergekeken. En dan toch staat er uitgerekend van deze band een Engelstalige cover op Working Class Devils.
Hoewel, Engelstalig.... Wie luistert naar 'Purple Hazy' - zoals de song heet in de uitvoering van Niebiesko-Czarni - hoort al snel dat de band een poging heeft gedaan om de Engelse tekst te ontcijferen, maar dat dat hier en daar niet helemaal gelukt is. Zo wordt bijvoorbeeld Hendrix' 'while I kiss the sky' in de versie van Niebiesko-Czarni 'while I'm just this guy' & wat daar net voor klinkt, is al helemaal niet te begrijpen.
Maar ondanks die wat wankele vertaling, is 'Purple Hazy' een alleraardigste song. Zelfs zo aardig dat wanneer ik nu Jimi Hendrix' 'Purple Haze' draai de leden van de familie Willems 'Purple Hazy' zingen.
Luister & oordeel zelf (opgenomen in april 1968):



~ * ~ * ~

'Mevrouw Tom' heeft een diepgewortelde bloedhekel aan de muziek van Frank Zappa & ik kan het, met betrekking tot zo'n 95% van Zappa's oeuvre, alleen maar met haar eens zijn. Meer pretentie dan muziek. En allemaal zo gladjes. Het leven is uit de muziek geproduceerd. De songs van Zappa zijn van die roze, zachte snoepjes. Straalmisselijk word je ervan als je niet oppast.
Toch draai ik - wanneer 'mevrouw Tom' niet thuis is - wel eens wat van Zappa. Van alleen maar luisteren naar wat je toch al goed vindt krijg je luie oren. Het is goed om zo nu en dan het gehoor uit te dagen met muziek die niet helemaal klikt. De uitdaging vandaag is slechts twee songs, een singletje: 'Bobby Brown' b/w 'Stick It Out'. Samen iets meer dan 7 minuten Zappa, dat moet toch lukken.



Jerry Garcia (01/08/1942 - 09/08/1995)

Ik ben niet zo van het herdenken, maar soms moet je een uitzondering maken. Vandaag is het precies 30 jaar geleden dat Jerry Garcia - gitarist extraordinaire - op 53-jarige leeftijd overleed. Garcia is natuurlijk vooral bekend als founding member van Grateful Dead, de Amerikaanse jamband die met name in de jaren zestig en zeventig grootse muziek heeft gemaakt. Daarnaast timmerde Garcia flink aan de weg in onder andere The Jerry Garcia Band en gaf hij menig gedenkwaardig concert met Merl Saunders. Verder is hij als sessiemuzikant te horen op albums van onder andere David Crosby en Bob Dylan.

Ter nagedachtenis aan deze levensgenieter & topmuzikant zal vandaag door huize Willems een drietal songs schallen, drie songs opgenomen in een tijdspanne van slechts 14 maanden & ja, Garcia's muzikale nalatenschap bevat veel meer moois en was véél langer dan slechts 14 maanden, maar dit zijn de 3 tracks waar ik keer op keer naar grijp, ruim een uur pure schoonheid:

1. Grateful Dead - 'Dark Star' (Rotterdam 11/05/1972), met zo'n 45 minuten speeltijd de langste versie van deze Dead-klassieker ooit, luister hier.

2. Merl Saunders & Jerry Garcia - 'It Takes A Lot To Laugh, It Takes A Train To Cry' (Keystone, juli 1973). Twee versies staan er op de boxset Keystone Companions, beide versies een uitstekende cover van de Dylan-klassieker, luister hier.

3. Grateful Dead - ''Morning Dew' (Londen, 26/05/1972), de afsluitende track van de drie dubbel elpee Europe '72 en - net als bovenstaande twee tracks - een bewijs dat Garcia niet alleen een groot gitarist, maar ook een uitstekend zanger was. Luister hier (niet de album mix, maar een uitstekende fan-opname.)


Lenny Bruce & Bob Dylan

Een van de boeken die ik dit jaar op de Deventer boekenmarkt kocht is The Trials Of Lenny Bruce (2002) van Ronald K.L. Collins en David M. Skover. Mijn interesse in Lenny Bruce werd ooit aangewakkerd door de Bob Dylan-song over de man – simpelweg ‘Lenny Bruce’ geheten. Lenny Bruce (1925 – 1966) is sinds zijn dood een ware outlaw-held van het vrije woord geworden, maar voor hij de held werd, leefde hij een kutleven, als ik Collins & Skover mag geloven.

Bruce was een stand-up-komiek die geen blad voor de mond nam. Het gebruik van woorden als ‘fuck’, ‘cocksucker’, ‘tits’, ‘motherfucker’ en ‘cunt’ zorgde ervoor dat hij meermalen gearresteerd werd en voor de rechter moest verschijnen. Ergens in The Trials Of Lenny Bruce opperen Collins en Skover dat het niet zozeer deze ‘vieze woorden’ waren die een overheid / hogere macht ertoe aanzette om Lenny Bruce een halt toe te roepen, maar Bruce’ ongefilterde commentaar op georganiseerde religie. De dirty words-rechtszaken waren een middel om Bruce het zwijgen op te leggen. De hoge kosten voor de rechtszaken – het inhuren van advocaten – gecombineerd met de onmogelijkheid om op te treden (en dus geld te verdienen) tijdens de maanden dat er rechtszaken tegen Bruce liepen, zorgden ervoor dat Bruce uiteindelijk failliet ging. In augustus ’66 overleed hij na het nemen van een overdosis – volgens sommigen zelfmoord waartoe hij door de rechtszaken werd aangezet.

Vincent Cuccia in The Trials Of Lenny Bruce: ‘We drove him [Lenny Bruce] into poverty and bankruptcy and then murdered him. We al knew what we were doing. We used the law to kill him.’

Na Bruce’ dood – onder andere door de film Lenny (1974) – werd de man meer en meer op een voetstuk geplaatst als waarheid-spreker, als voorvechter van het vrije woord, als bevrijder van ‘vieze woorden.’

Vijftien jaar na Bruce’ dood kwam Bob Dylan op de proppen met de song ‘Lenny Bruce’ en veel van wat we weten over leven en werk van deze stand-up-komiek is terug te vinden in de tekst van deze song.

De komiek die geen blad voor de mond nam, wordt bij Dylan: ‘But he sure was funny and he sure told the truth’

Het feit dat hij woorden gebruikte die na zijn dood – mede dankzij zijn werk – normaal gevonden worden: ‘He just had the insight to rip off the lid before its time’

Zijn zelfmoord: ‘He’s on some other shore, he didn’t wanna live anymore’

Zijn focus op het normaliseren van seks: ‘(…) and he shined a light in their beds’

Enzovoort, enzovoort.

Maar wat vreemd is, is de bewering die Dylan doet in het derde couplet van zijn song:

‘I rode with him in a taxi once / Only for a mile and a half, seemed like it took a couple of months’

Wanneer moet dat geweest zijn, die gezamenlijke taxirit? Of heeft die rit nooit plaatsgevonden, staan deze regels vol van dichterlijke vrijheid? 

Mogelijk was het een taxirit waar ook Allen Ginsberg bij aanwezig was. Allen Ginsberg – mede dankzij zijn ervaringen met rechtszaken rond het gebruik van ‘vieze woorden’ (Howl-rechtszaak) – stond achter Bruce tijdens zijn rechtszaken. Dat liet hij onder andere weten door een petitie op te stellen, het doel: ‘To protect freedom of expression where such expression is threatened by social prejudice or outside force.’ Deze petitie zag het daglicht op zaterdag 13 juni 1964 en verscheen een dag later in the Sunday papers. Eén van de ondertekenaars was Bob Dylan.

Zou de jonge Dylan in de zomer van ’64 uit eigen vrije beweging die petitie getekend hebben, of zou hij onder lichte druk van Allen Ginsberg – een man waar hij tegenop keek – getekend hebben? Ik heb werkelijk geen idee. Wat ik wel weet, is dat Lenny Bruce helemaal niet zo blij was met de petitie, bang als hij was dat deze eerder zijn zaak zou schaden in plaats van helpen.

De petitie haalde weinig uit. Bruce werd keer op keer gearresteerd en voor de rechter gebracht, simpelweg omdat men bang was voor ‘vieze woorden’.

Nat Hentoff – de man die Lenny Bruce hoog had zitten, voor hem in de rechtbank getuigde en veelvuldig lovend over Bruce schreef – interviewde Bob Dylan in de herfst van 1965:

Hentoff: Somebody was saying, though, he said he started to play some of those Motown records at a very slow speed, and he said he was quite “shocked”, unquote, ‘cause some of those lyrics were very, uh... what was the word? Lewd. Does that bother you at all?

Dylan: I don’t think they’re lewd on Motown. They’re usually... not lewd. Say, I’ve had many stuff... I’ve had stuff banned for me, for being lewd. I mean, it depends what you think is lewd. You know, lewd...

Hentoff: How would you define...

Dylan: It’s like Lewd was the name of a person, Lewd. John Lewd. I know John Lewd.

Hentoff: Is there anything in words... you know, like, Lenny Bruce would say there is nothing in a word that can be bad. It’s just a word.

Dylan: Yeah. That’s true. I mean, I don’t see how anything man, you know... I don’t... I’m not afraid of words. I mean, maybe a lot of people are afraid of words, but that’s, you know, who you’re dealing with. People are afraid of words, that’s... a lot of people are afraid of words. Well, you know, that’s a shame. That’s worse than being frightened of a dog.

De jonge Bob Dylan – zo kun je concluderen uit bovenstaand interviewfragment – zat aardig op één lijn met Lenny Bruce als het om de angst voor (vieze) woorden gaat. En toch schreef Bob Dylan zijn song over Bruce niet in 1964 of 1965, maar pas in 1981 – vijftien jaar na de dood van Lenny Bruce – zette hij de song op de elpee Shot Of Love.

Denk er even over na: ‘Lenny Bruce’ op Shot Of Love, je weet wel dat album dat in 95% van de Dylan-boeken wordt aangemerkt als het laatste Dylan van Bob Dylans Christelijke trilogie. 

Hier klopt iets niet. Het een is niet met het andere te rijmen. 

Lenny Bruce die met sketches als ‘Religion, Inc.’ De georganiseerde religie, de kerken behoorlijk te kakken zette. De man die zei over het gebruik van woorden als ‘cunt’ en ‘tits’ dat als deze woorden vies zijn, je feitelijk zegt dat het menselijk lichaam vies is en als het menselijk lichaam vies is, dat daar maar één iemand verantwoordelijk voor is: de maker van dar lichaam, God.

De man die dat zei wordt door Bob Dylan bezongen in een song op zijn zogenaamde derde Christelijke plaat, geloof je het zelf? Ik niet.

Begrijp me niet verkeerd. Ik geloof Bob Dylan. Ik geloof dat zijn ‘Lenny Bruce’ een oprecht eerbetoon is aan de man die pausen, bisschoppen en andere hoogwaardigheidsbekleders binnen de kerk verbaal fileerde. Wat ik niet geloof – ik roep het al jaren – is dat Shot Of Love het derde deel is van Dylans Christelijke trilogie. Het is pervers om dat maar te blijven roepen en de song ‘Lenny Bruce’ is een – maar zeker niet het enige – bewijs dat Shot Of Love geen ene mallemoer te maken heeft met een zogenaamde Christelijke trilogie. Er is geen Christelijke trilogie in Dylans oeuvre te vinden, er is – zo je wilt – een Christelijk tweeluik bestaande uit Slow Train Coming (1979) en Saved (1980). De opvolger van Saved, Shot Of Love is het album van de twijfelaar, de man die meer en meer afscheid neemt van de georganiseerde religie om zelf (weer) te bepalen waar de grens ligt tussen goed en kwaad, tussen do’s en dont’s

Is de maker van Shot Of Love – Bob Dylan anno 1981 -  dan geen religieus man naar mijn mening? Ik heb werkelijk geen idee. Sterker nog: ik hoef het niet te weten. Het is voor het album Shot Of Love simpelweg niet relevant.

Tot slot: Luister naar Lenny Bruce, zowel de stand-up-komiek als de Dylan-song. Slik niet alles voor zoete koek, dat is ook niet wat de komiek en de song van je vragen, maar gebruik het als vertrekpunt om zelf na te denken. Als dat lukt, heeft Lenny Bruce zijn werk gedaan, net als de Dylan-song.



Bad ass boogie & dat is niet figuurzagen

Afgelopen zondag was de Deventer boekenmarkt, de grootste, maar sinds enkele jaren niet meer de leukste boekenmarkt van Nederland. Die titel gaat sinds een jaar of drie, vier naar de markt in Dordrecht. De reden: de Deventer boekenmarkt werd de laatste jaren steeds verder uitgekleed. Minder kramen, maar meer kramen met zooi, dat was de trend. Afgelopen zondag leek het tij te keren. Ietsje dan. Niet het aantal kramen, maar de kwaliteit van de aangeboden boeken zat weer wat in de lift.

En cd's. 

Ik geloof niet dat ik eerder zoveel cd's op de Deventer boekenmarkt aangeboden heb zien worden. Het was zelfs zo erg dat ik een man tegen zijn puberzoon hoorde verzuchten 'Kijk nou, cd's! Die komen weer helemaal terug, zeg.' Nou leek me dat wat overdreven. 

Oké, toegegeven, de verkoop van nieuwe cd's is laatste jaren flink teruggelopen, maar de cd is nooit 'weggeweest' zoals de elpee. Daar waar de elpee een aantal jaar geleden in een hospice op het einde wachtte voor 'ie een comeback maakte, heeft de cd hooguit een griepje gehad en nooit de dood in de ogen gekeken. 

Na het 'Kijk nou, cd's!' zag de puber voor het eerst de ouwe lul in zijn vader, zo bleek uit de blik die hij hem toewierp. De cd is niet weggeweest, de cd heeft een verkoudheidje overwonnen. 

Goed, veel aanbod van cd's dus op de boekenmarkt in Deventer. Zelfs zoveel dat ik halverwege de markt meer cd's dan boeken in mijn tas had zitten. Geen elpees. Niet dat er geen elpees werden aangeboden, maar boekhandelaren die ook 'iets doen in de platen' hebben vaak de illusie dat alles met een groef goud waard is. Voor platen moet je bij de platenboer zijn, niet bij de boekenman, zo bleek maar weer. Tenzij je graag teveel betaald, dan kun je prima op de Deventer boekenmarkt terecht voor platen.

Ik dwaal af. Ik wilde het niet over platen hebben (en ook niet over boeken), maar over cd's. En eigenlijk zelfs dat niet. Ik wilde het hebben over John Lee Hooker.

John Lee Hooker is van de generatie van mijn opa & in tegenstelling tot mijn opa was John Lee Hooker een bad ass motherf*cker. Alleen die naam al: John Lee Hooker, dat is toch andere koek dat Jan de Wit, zoals mijn opa heette. Jan de Wit was van het figuurzagen, John Lee Hooker van de boogie, eindeloos lang de boogie. Ik weet wel wat meer bad ass is & het is niet figuurzagen.

En van alle John Lee Hooker-albums die ik ken - en ik ken er veel - is Endless Boogie (1971) misschien wel de mooiste. Ik weet het, het is geen gebruikelijke keuze, maar ja, ik vind nou eenmaal wat ik vind. Ik kan er ook geen mallemoer aan doen.

Goed, Endless Boogie dus. 

Voor je verder leest, moet je eerst dit stuk lezen. Gewoon even doen, het is namelijk essentieel voor wat nog volgt. En om nou hetzelfde verhaal nog een keer op te schrijven terwijl jij ook gewoon op de link kan klikken... Lees het maar, ik wacht wel.

[ingelast pauzemuziekje, een boogie uiteraard]

~ * ~ * ~

Gelezen? Mooi! Dan kan ik verder.

Naast de cd-boxen van Jimi Hendrix en The Yardbirds,  naast de cd's van Charles Mingus, Sly And The Family Stone, Dexter Gordon, Amy Winehouse en vele anderen, vond ik Endless Boogie van John Lee Hooker. Niet de Engelse zeven tracks tellende editie, maar de 'echte', Amerikaanse versie met elf tracks! Er zit zelfs nog een adresstickertje van de vorige eigenaar op de achterzijde van het doosje, een adres in Los Angeles. Ik heb de neiging om een ansichtkaart die kant op te sturen: 'ik heb je cd!', maar dan in mijn beste steenkolenengels geschreven, uiteraard. 

Zal ik het doen? 

Eerst een kaartje uitzoeken.

En zet ik er dan mijn adres wel of niet op? Verwacht ik een antwoord of is het beter voor eeuwig te dromen wat een mogelijk antwoord zou kunnen zijn?

Wat zou het kunnen zijn?

'Ik wil 'm terug!'

'De geadresseerde woont niet meer op dit adres.'

'Wat leuk! Maar hoe komt die cd in Nederland terecht?'

'Boogie on.'

'Laat me met rust.'

'De Heer zij geprezen! John Lee is terecht!'

'Op een boekenmarkt? In Nederland?'

'Dus?'

En zo dwalen mijn gedachten sinds zondag alle kanten op. Ondertussen heb ik Jimi Hendrix, The Yardbirds, Charles Mingus en al die andere cd's gedraaid, maar Endless Boogie van John Lee Hooker nog niet. En dat terwijl ik me na aanschaf voorgenomen had juist die cd als eerste te draaien.

Maar wat nou - zo schoot het direct na thuiskomst door mijn kop - als die Amerikaanse editie van Endless Boogie tegenvalt? Als die 4 extra nummer afbreuk doen aan het album? Kan ik daarna ooit nog de schoonheid horen in die Engelse versie die ik al tijdje koester?

Angst dus. Een niet reële angst zorgt er voor dat ik Endless Boogie niet draai. 

Het is woensdagochtend terwijl ik dit schrijf. Erg vroeg nog. Rond half 5 werd ik wakker, het niet draaien van Endless Boogie in mijn kop als een zeurende kleuter. Na anderhalf uur onder m'n dekbed draaien, zuchten en mezelf vervloeken ben ik er maar uitgegaan. 

Hoeveel nachten kan een mens tegen slecht slapen voor het hem gaat opbreken? Geen idee waar het breekpunt ligt, maar lang houd ik het in ieder geval niet meer vol.

Misschien moet ik Endless Boogie maar opgeven en gaan figuurzagen. Misschien past dat beter bij de ouwe lul die ik ben geworden of het angsthaasje dat ik blijkbaar altijd ben geweest.

~ * ~ * ~

Heb ik al gezegd dat de cd een comeback maakt? Enig toch!

~* ~ * ~

Bijna half acht, nog steeds woensdagochtend. Ik ben het zat, of liever: ik ben mezelf zat. Het is tijd om de grote broek aan te trekken. Het is tijd om de figuurzaag aan de kant te smijten en Endless Boogie in de cd-speler te schuiven.

Zij die gaan luisteren, groeten u.


Brieven aan Thomas #7

Thomas,

Ik was vandaag op de jaarlijkse boekenmarkt in Zutphen. Het is makkelijk te onthouden wanneer die is, namelijk altijd een week voor de boekenmarkt in Deventer & de markt in Deventer is op de eerste zondag van augustus. Een kortere manier om de datum te onthouden is: laatste zondag van juli. 

Regelmatig dreigde het te gaan regenen, maar het bleef droog. Gelukkig maar, eerder deze maand viel de boekenmarkt in Dordrecht al in het water.

Zutphen is een kleine markt, er zijn dan ook vele jaren geweest dat ik er niet tot nauwelijks iets kocht, maar dit jaar - net als vorig jaar overigens - heb ik veel gevonden, zoals het onder pseudoniem verschenen debuut van Jules Deelder, een drietal boeken over Pop Art en een stapeltje literaire tijdschriften.

Na het met handschoenen aan doorbladeren van de Deelder & het bekijken - zonder handschoenen - van de kunstboeken, ben ik na thuiskomst begonnen met hier en daar wat lezen in de literaire tijdschriften, zo bevat Vooys jaargang 12, nummer 2 (febr. / mrt. 1994) een essay over popmuziek in de Nederlandse poëzie van Ronald Besemer. Dat onderwerp loop ik wel warm voor, jammer alleen dat Besemer weinig van zijn stuk bakt. Besemer besteedt in zijn essay veel aandacht aan het tiende vers van de gedichtencyclus 'Plaatsen, passages' van Rutger Kopland. Dat gedicht is een (vrije) vertaling van 'Mother Nature's Son' van The Beatles. In zijn essay citeert Besemer Kopland: 'Hun [The Beatles'] teksten zijn meestal niet zo best, ook al wordt vaak het tegenovergestelde beweerd. Eén keer heb ik een tekst letterlijk vertaald in een bundel opgenomen. Dat was "Mother Natural [sic] Son", zo'n ontzettend lullig versje dat het alleen maar ironie kon zijn.'

Nou heb ik Rutger Kopland nooit een toffe peer gevonden - eerder een jonge-sla-zemelaar - maar zijn diskwalificatie van 'Mother Nature's Son' nadat hij de tekst vertaalt in een dichtbundel opnam, heeft de man in mijn boekje alleen maar verder in het drijfzand der verachting doen wegzinken.

Na het uitlezen van Besemers essay, pakte ik het volgende literaire tijdschrift van de stapel vers leesvoer: Hollands Maandblad nummer 672 van november 2003. In dit tijdschrift een essay van Beatles-vertalers Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes over Nederlandse vertalingen en covers van 'Yesterday' van The Beatles. In dat stuk komt ook de instrumentale versie van deze Beatles-song door Louis van Dijk voorbij. 'Droog en tekstloos', aldus Bindervoet en Henkes, om vervolgens - jawel - Rutger Kopland op z'n falie te geven:

'Dit Louis van Dijk-orgel kan niet anders dan het fameuze "Orgeltje van Yesterday" zijn van de gelijknamige dichtbundel van Rutger Kopland uit 1968. Die mafkees heeft dus de versie van Louis van Dijk bezongen! Wat een afgang! wat een ellende! en wat een flauwe grap! In heel "Yesterday" van de Beatles komt geen orgeltje voor, net zo min als er poëzie voorkomt in het werk van deze psychopater, die, na zijn versies van "Julia", "Blackbird" en "The Fool on the Hill", bij de politie bekend is als Beatles-serieverkrachter.'

Om nog maar te zwijgen over Koplands bepotelen van 'Mother Nature's Son'. 

Overigens droeg ik vandaag op de boekenmarkt - o toeval - mijn Beatles-shirt wat bij twee boekverkopers een reactie uitlokte. De eerste riep nog voor ik bij zijn kraam was dat hij geen Beatles verkocht, de twee vertelde over een recente zoektocht naar doorverkoopbare boeken. Na een flinke tijd speuren kreeg hij het vermoeden met lege handen naar huis te moeten tot hij onderop de hoge stapel aangeboden boeken stuitte op het fotoboek dat bij de eerste persing van het Beatles-album Let It Be zat. Voor vijftig cent nam hij het boek mee om vervolgens een Beatles-liefhebber er voor een paar euro blij mee te maken. Dat verhaal is mij liever dan de verzamelde poëzie van Rutger Kopland.

Pas goed op jezelf,

TW

27 VII 2025

Pat Kilroy - Light Of Day

Ooit gehoord van Pat Kilroy? Ik niet. Althans, tot vijftien maanden geleden niet. In april vorig jaar stuitte ik op een artikel in Mojo over Kilroy [1]. Hoewel ik me weinig van dat artikel herinner, moet het mijn interesse in Kilroy hebben gewekt. Toen ik een week of twee geleden zijn album Light Of Day op een platenbeurs bij toeval tegenkwam, kocht ik het zonder enige twijfel. En dat terwijl ik nog ooit een noot gehoord had van Pat Kilroy.

Pat Kilroy (1943 - 1967) maakte in zijn korte leven - hij werd slechts 24 jaar - één elpee: Light Of Day. Daarnaast maakte hij deel uit van de band The New Age. De enige opnamen die deze band maakte werden pas in 2007 uitgebracht.

Light Of Day werd in 1966 door Elektra uitgebracht. Een jaar later volgde een Engelse release. In 2006 volgde een heruitgave door Fallout op elpee en cd en nog een jaar later een tweede heruitgave op cd door Collector's Choice Music. Gezien het beperkte aantal uitgaven en de beperkte bekendheid van Pat Kilroy, laat het album Light Of Day zich niet makkelijk vinden en dat is jammer, het is namelijk verrassend goed. Ik prijs mij dan ook gelukkig dat ik twee weken geleden de Fallout-elpee voor een schappelijk prijsje vond. 'Tsja,' zei de handelaar bij het afrekenen, 'ik heb er ook nog naar geluisterd, maar ik kon er niks mee.' Zijn fout, mijn geluk.

Waar moet je aan denken bij Light Of Day? Volgens discogs zijn de songs op Light Of Day een samenraapsel van rock, folk, wereldmuziek, country en psychedelische rock. Wikipedia voegt daar nog aan toe dat Light Of Day ook wel first ever acid folk album wordt genoemd. Ik vind acid folk een betere typering dan wat discogs te bieden heeft, maar ook acid folk dekt niet helemaal de lading. 

De song op Light Of Day zijn duidelijk gedrenkt in Amerikaanse roots, denk aan blues en folk, maar zeker ook in oosterse muziek. Na een door op conga's gespeelde, ietwat oosters aandoende song volgt een blues om je vingers bij af te likken. Zoiets. En ook dat dekt de lading niet.

Misschien dat het beeld van wat je van Light Of Day kunt verwachten wat beter wordt wanneer ik de op dit album bespeelde instrumenten op een rijtje zet. Ik geef het rijtje muzikanten precies zoals het op de achterzijde van de hoes staat, inclusief onderscheid tussen de verschillende muzikanten door gebruik van hoofdletters (of het ontbreken daarvan):

PAT KILROY Vocal, Guitar, Jews Harp, Glockenspiel, Electric Bass, Finger Cymbals BOB AMACKER Tabla SUSAN GRAUBARD Flute, Glockenspiel Stefan Grossman Guitar Marc Sibler Guitar, Electric Bass Eric Kaz Mouth Harp Jim Welch Conga Drum

Geen drumstel, wel een tabla en conga's. Geen orgel of piano, maar wel een 'Glockenspiel', 'Jew Harp' (zie hoesfoto, in het borstzakje van Kilroy) en 'Finger Cymbals'. Niet het meest gebruikelijke instrumentarium, lijkt mij.

In zijn lijstje invloeden in de liner notes noemt Kilroy naast onder andere het kerkkoor en Gregoriaans gezang, ook Richie Valens, Little Richard en Ray Charles. Verder de muziek van Spaanse zigeuners, Afrikaanse drums, muziek uit India en dansmuziek uit het Midden Oosten. Verder noemt hij schrijvers als Herman Hesse, Aldous Huxley en Hazrat Inayat Kahn. 

Is dit allemaal terug te horen op Light Of Day? Nee, natuurlijk niet, maar het geeft wel iets weg over in welke hoek Kilroys muziek zit, in ieder geval volgens de man zelf aangezien het zijn verhelderende liner notes zijn.

En dan is er nog die stem: hij klinkt zowel jong als ervaren. Een soepele stem die kan vleien en schuren, schreeuwen en vertederen. Een flink bereik ook. 

Ik ben sinds een week of twee in de greep van Light Of Day. Simpelweg een goede plaat vol verrassende wendingen. Zowel toegankelijk als gek. Vreemde muziek en toch alsof het nooit anders had kunnen zijn. Alsof het er altijd geweest is. 

Het stemt triest dat zo'n goede plaat als Light Of Day zo moeilijk te vinden is. Pat Kilroys enige soloalbum verdient het om gehoord te worden, niet alleen door het handje gelukkigen dat ooit ergens een exemplaar van Light Of Day op de kop heeft weten te tikken, maar door eenieder die ook maar een beetje geïnteresseerd is in muziek.

Welke platenmaatschappij durft het aan en brengt Light Of Day opnieuw uit? Ze zullen er wel niet rijk van worden, maar brownie points scoren ze er zeker mee.

~ * ~ * ~

Voor de nieuwsgierige lezer: Light Of Day staat op Spotify en Soundcloud en enkele losse songs van dit album zijn te vinden op YouTube. (Wat de noodzaak van een goede reissue niet wegneemt...)

Wikipedia over Pat Kilroy, zie hier.

[1] Het bewuste artikel stond in Mojo 367; hoewel deze Mojo volgens de cover van juli 2024 is, was deze al in april te lezen.



Roger van de Velde

In 2001 bracht Nijgh & Van Ditmar het boek De knetterende schedels van de Vlaamse auteur Roger van de Velde (1925 - 1970) uit. Dat boek bevat een heruitgave van de gelijknamige verhalenbundel uit 1969, het essay Recht op antwoord uit datzelfde jaar en een uitvoerig nawoord over leven en werk van Van der Velde. Niet dat ik rond die tijd van Van de Velde had gehoord, maar daar bracht het Willem Elsschot Genootschap verandering in. In 2001 - het jaar waarin De knetterende schedels verscheen - was mijn schoonvader lid van dat genootschap en via dat genootschap ontving hij dat net verschenen boek. Mijn schoonvader was onder de indruk van het boek van Van de Velde en stak die bewondering niet onder stoelen of banken. Mijn schoonvader is een man die zijn bewondering graag deelt en dus kreeg ik niet lang nadat hij Van de Velde had gelezen het boek dat zo'n indruk op hem had gemaakt. Ik las het en snapte zijn bewondering.

Op de voorzijde van De knetterende schedels - het boek uit 2001 bedoel ik - staat over een ietwat saaie foto van een ruimte met niet meer dan één raam en een stenen vloer met daarop een houten tafel en twee banken de laatste alinea van Recht op antwoord, eindigend met: 'En omdat ik eenmaal niet kan weerstaan aan die vermaledijde heerlijkheid, waar de gouden vogel van Elsschot jubelt, veel hoger dan een leeuwerik.' [1] Zie daar de connectie met de eerder genoemde Elsschot & het genootschap dat opgericht is om hem te eren.

Hoe saai de kaft van De knetterende schedels is, het is een pareltje vergeleken bij de kaft van het boek van Roger van de Velde dat ik vlak daarna vond: Recht op antwoord & al het andere proza. Onder deze titel verscheen in 1980 het verzameld werk bij Elsevier Manteau, de kaft een zwart vlak met in bruine en witte letters titel en auteursnaam. Goed boek, slechte kaft. Recht op antwoord & al het andere proza vond ik op een vlooienmarkt in de Hanzehal in Zutphen, niet lang nadat ik De knetterende schedels had gelezen. Daarna ben ik nooit meer ergens een boek van Roger van de Velde tegengekomen, tot gisteren, maar daarover straks meer.

Kom ik nooit boeken van Van de Velde tegen omdat hij zo verdomd weinig verkocht heeft, dat zijn boeken simpelweg niet in omloop zijn, of juist omdat zijn boeken zó gewild zijn dat - als er al een boek van hem op de markt komt - dit nooit lang te koop blijft? Ik weet het werkelijk niet. Wat ik wel weet, is dat ik - naast mijn schoonvader - niemand ken die Roger van de Velde heeft gelezen of zelfs maar van naam kent. 

Roger van de Velde kreeg na verschillende maagoperaties de pijnstiller palfium voorgeschreven. Van de Velde raakte eraan verslaafd, vervalste doktersrecepten om aan palfium te komen met als gevolg dat hij vanaf 1961 tot april 1970 veelvuldig vastzat in gevangenissen en psychiatrische instellingen. Omdat het hem niet was toegestaan te publiceren, smokkelde zijn vrouw zijn geschriften in haar ondergoed de gevangenis uit, waarna zijn verhalen gepubliceerd konden worden. Meest bekend is zijn essay Recht op antwoord waarin hij de absurditeit van het aan hem opgelegde publicatieverbod, de scheve verhouding tussen zijn misdaad en straf, en de tekortschietingen van de psychiatrie zoals door hem ondervonden aan de kaak stelt. 

Gisteren vond ik op een boekenmarkt een eerste druk van Rechtop antwoord en hoewel ik dat essay al twee keer in boekvorm heb, twijfelde ik er geen moment over om dit boek aan te schaffen, simpelweg omdat dit de enige juiste manier is om Recht op antwoord te lezen: niet in een band samen met ander proza, maar in een eigen band met de kaft zoals ontworpen door Jan Demarest: een stevige kop met een enorm vraagteken en daaronder titel en auteursnaam, alles in groen, paars en wit. 

Een boek is meer dan alleen de inhoud. Ook een kaft is belangrijk voor de leeservaring. Net als de bladspiegel, het gebruikte lettertype en het papier waarop de tekst is gedrukt. Het eerder genoemde De knetterende schedels is in een net iets te kleine letter gedrukt. Voor Recht op antwoord & al het andere proza is wel de juiste letter gekozen, maar dat is - naast de inhoud - dan ook het enige positieve aan dit boek. Fout papier, eigenlijk te dik waardoor het niet lekker vasthoudt en - zoals ik boven al schreef - een fouter dan foute kaft. Aan de gisteren gekochte eerste druk van Recht op antwoord klopt alles: prettige lettertype, goede bladspiegel, schitterende kaft. Als de voorwaarden goed zijn, is het heerlijk lezen.

Ik heb vandaag voor de derde keer Recht op antwoord gelezen. Voor de derde keer maakte het indruk.

In Recht op antwoord schrijft Van de Velde niet alleen dat hij tijdens het uitzitten van zijn straf niet mag publiceren, maar dat het hem ook verboden was om na zijn vrijlating zijn verhalen uit te brengen. Ik vroeg mij tijdens het lezen af hoe dat zit in Nederland. Oké, Van de Velde zat in België vast, maar ik ben te lui om dat op te zoeken. Bovendien woon ik in Nederland & als ik ooit over de schreef ga - wat ik niet van plan ben - kom ik in Nederland vast te zitten. Nederland dus, anno 2025.

Op de website van de Rijksoverheid kan ik zo snel niks vinden over het publiceren tijdens gevangenschap, wel wat vrij algemeen klinkende regels met betrekking tot bezoek en contact met de buitenwereld. Mijn zoekopdracht levert ook een AI-antwoord op. Op mijn vraag 'mag een gevangene publiceren?' kwam het volgende antwoord:

Ja, een gevangene mag in principe publiceren, maar er zijn wel beperkingen. De gevangenis mag de publicatie controleren en eventueel weigeren als deze de veiligheid of orde in de inrichting in gevaar brengt. Ook kunnen er beperkingen zijn op het gebruik van elektronische middelen voor publicatie.

Dat lijkt vooruitgang ten opzichte van België in de jaren zestig van de vorige eeuw, al is er een addertje onder het gras: de beperking van elektronische middelen kan een probleem zijn. Een manuscript kan dus (mogelijk) niet via e-mail naar een uitgever gestuurd worden. Mag de tekst wel op een computer geschreven worden waarna een uitdraai via post naar een uitgever gestuurd kan worden? AI geeft geen antwoord.

Hoeveel uitgevers accepteren nog manuscripten op papier? En hoe zit het met de eventuele correcties van het ingeleverde manuscript? Drukproeven? 

Er mag dus meer, maar of het daardoor ook mogelijk is om als gevangene te publiceren, is maar de vraag.

Recht op antwoord is 56 jaar na publicatie nog steeds goed om te lezen. De situatie lijkt in de verstreken jaren te zijn verbeterd, maar er zijn zeker kanttekeningen te maken. 

Recht op antwoord zet nog steeds tot denken aan. Lees dat boek.

~ * ~ * ~

Website Rijksoverheid 'Welke rechten heb ik als ik in de gevangenis zit?'

[1] absurd genoeg wijkt het citaat af van de definitieve editie van Recht op antwoord.

Dylan's Circle

Platenmaatschappij Elektra bracht afgelopen vrijdag de cd Dylan's Circle op de markt. [De elpee-editie volgt over twee weken.] De door Jac Holzman samengestelde tracklist puilt uit van bekende en minder bekende namen uit Dylans cirkel en songs door Dylan geschreven of juist de jonge Dylan inspireerden tot het schrijven van een eigen song. Twintig tracks van onder andere Bob Gibson ['Remember Bob Gibson?'], Fred Neil, Hamilton Camp, Phil Ochs en David Blue. Songs als 'Nottamun Town' door Jean Ritchie, 'Love Henry' door Judy Henske en 'Walkin' Down The Line' door The Dillards. Om 't kort te houden: Dylan's Circle bevat meer dan genoeg door Elektra in de jaren zestig en begin zeventig uitgegeven en aan Bob Dylan gelieerde muziek om de aanschaf van dit album tot een no brainer te maken. 

Als kers op de taart krijgt de luisteraar nog twee Dylan-tracks: 'North Country Blues' - opgenomen tijdens het Newport Folk Festival van 1963 - en 'Maggie's Farm' van het Newport-festival van twee jaar later. Volgens de informatie in het boekwerkje bij Dylan's Circle is opname van 'Maggie's Farm' eerder verschenen op het zevende deel van The Bootleg Series. Geen nieuwe opname dus. Interessanter is de opname van 'North Country Blues'. Volgens de informatie in het boekje bij Dylan's Circle is dit de audio afkomstig van de dvd The Other Side Of The Mirror. Slechts één keer eerder werd een opname van 'North Country Blues' op cd uitgebracht, in 2012 op de 4 cd-box Make It Your Sound, Make It Your Scene: Vanguard Records & The 1960s Musical Revolution. 

Nu wordt het aardig. Ik heb enkele malen eerder geschreven over de opnamen van 'North Country Blues' van Dylans optreden op Newport 1963. Kort samengevat komt het hier op neer: er zijn twee opnames gemaakt, door Vanguard en door filmmaker Murray Lerner. Zo ik eerder uitzocht, is de door Vanguard gemaakte opname van 'North Country Blues' te vinden op Make It Your Sound, Make It Your Scene en de opname van Murray Lerner op The Other Side Of The Mirror

Na de opname van 'North Country Blues' op Dylan's Circle te hebben vergeleken met die op Make It Your Sound, is er maar één conclusie mogelijk: de opnamen zijn niet identiek. Dylan's Circle is dus de eerste officiële uitgave van de Murray-opname van Dylans 'North Country Blues' van Newport '63.

~ * ~ * ~

Wat ik eerder schreef over opnamen van Bob Dylans optredens tijdens Newport Folk Festival 1963 staat hier, hier en (vooral) hier.


Trrrrring

'Hé, met mij. Heb je 'm al opgehaald?'

'Uiteraard. Alleen een holbewoner haalt 't niet op de dag van release op.'

'En?'

'Tsja, wat zal ik zeggen... In tegenstelling tot Barbra Streisand kan Dylan wel zingen.'

'Zo erg?'

'Nee, dat niet. Uhm, maar de muziek doet wel erg sterk denken aan een reclame voor Unox-worst of iets van Albert Heijn of zo, zo vlak voor de kerstdagen, zoals dochterlief opperde.'

'Oei... En de rest van de cd?'

'Daar luister ik niet naar.'

'Helemaal niet?'

'Helemaal niet.'

23 juni 1978: Bob Dylan in Nederland

Half negen. Het is stil op het podium. Het publiek scandeert Dylans naam. Een bruin, met velours bekleed rond plateau op wieltjes wordt het podium opgeduwd. De instrumenten staan er op. Om negen uur komt de band op, ze zetten A Hard Rain’s A-Gonna Fall in, maar Bob Dylan is in geen velden of wegen te bekennen. Een paar minuten later komt Bob Dylan op, zonder gitaar, om te beginnen aan een optreden van zo’n tweeënhalf uur. Op het podium staat zijn zwarte Fender Stratocaster met parelmoer ingelegde hals al klaar. Peter van der Hoest weet in Rotterdams Nieuwsblad een dag na het concert dat gevoel dat hoort bij het moment waarop Dylan voor het eerst een Nederlands podium opstapt te verwoorden: “Een vreemd gevoel is dat. Daar staat hij dan, Bob Dylan, de dichter uit Minnesota, maar… Onzin natuurlijk. ’t Is dwaas om te veronderstellen dat er meer gebeuren moet dan dat er gebeurt. En er gebeurt nogal wat. De sfeer prettig voelbaar, de muziek, beter nog, het geluid óók. We zijn met z’n duizenden één krankzinnig grote familie, samen in bad, in De Kuip, kletsnat, gezellig doorweekt. Onzin dus. Méér verlangen is gezeur.”

Is hij goed? Kan hij tegen de torenhoge verwachtingen op die in de dertien jaar wachten in de hoofden van de Dylanliefhebbers zijn ontstaan? Kan hij de onvermijdelijke vergelijking met de Dylan uit de jaren zestig doorstaan?

Zo begint het uitvoerige verslag van Bob Dylans eerste concert in Nederland op 23 juni 1978 - vandaag precies 47 jaar geleden - in mijn boek Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984. In dit boek neem ik de lezer mee naar de Kuip op die juni avond in '78. In de 47 jaar sindsdien is er veel geschreven over Bob Dylans eerste concert op Nederlandse bodem, maar nergens zo uitgebreid als in Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984. Mocht je geïnteresseerd zijn in Bob Dylan - en dan met name in de ontvangst van zijn muziek in Nederland - dan is Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984 echt iets voor jou. 

Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984 is tegen de wel heel aantrekkelijke prijs van €14,95 te verkrijgen / bestellen bij de boekhandel, zowel online als in de winkelstraat. Wacht niet te lang, het aantal nog beschikbare exemplaren is beperkt. 



Brieven aan Thomas #6

Thomas,

Ik weet dat ik je geen museumbezoeker bent (of vergis ik me?), maar misschien dat de door jou zeer geliefde Beatles je het museum inkrijgen. 

In museum More is tot eind september Pop Models; vrouwen in de Europese Pop Art te zien, een schitterende tentoonstelling met werken van onder andere Eduardo Paolozzi, Erró, Edgar Naccache en Woody van Amen. Ik weet het, die namen gaan je niet naar Gorssel lokken. Cultuurbarbaar. Maar misschien dat het met deze namen wel lukt: Richard Hamilton, Peter Blake en Jann Haworth, want zoals jij natuurlijk wel weet, is Hamilton verantwoordelijk voor de hoes van het White Album en was het het echtpaar Blake & Haworth dat de hoes van Sgt. Pepper's Lonely Heart's Club Band ontwierp. Van deze drie kunstenaars zijn werken in Gorssel te zien - al is op de werken van Hamilton en Blake geen Beatle te vinden. Echter, voor een van de getoonde werken van Jann Haworth moet het hart van iedere Beatles-liefhebber toch sneller gaan kloppen: het met textiel, een stoel en een paar schoenen gemaakte beeld Old Lady uit 1962-63. Voor deze tentoonstelling werd het geleend uit de collectie van Haworth zelf. Blijkbaar heeft ze het nooit verkocht of willen verkopen. 

Old Lady staat helemaal rechts op de overbekende hoes van Sgt. Pepper. En nu dus in Gorssel, op een kleine verhoging. Geen glas of zo ervoor. Je kunt het van heel dichtbij bekijken, zelfs even aan het beeld ruiken - mocht je de verleiding niet kunnen weerstaan - op zoek naar een restje Beatle-lucht. 

Het aardige is dat het beeld staat voor een wand vullende serie panelen door Jann Haworth en haar dochter (naam is me even ontschoten, sorry) gevuld met portretten van vrouwen. Het is een werk in wording en doet ergens denken aan die hoesfoto van Sgt. Pepper: een samenscholing van bekende koppen. Rechts naast Old Lady staat de hoes van dat Beatles-album waar dat beeld van Haworth op te vinden is: een eerste persing van Sgt. Pepper's Lonely Heart's Club Band, door museum More geleend van de Beatles Fanclub. 

Nu komt de grap: die albumhoes staat - in tegenstelling tot Old Lady - achter glas alsof het kwetsbaarder of kostbaarder is dan het beeld dat er naast staat, dat bijna zestig jaar geleden op diezelfde hoes werd afgebeeld. De kopie is kostbaarder dan het origineel, zo lijkt het. Is iets meer Pop Art?

Er is overigens meer muziek op deze tentoonstelling te vinden. Zo verwijst het beeld Lady Sings The Blues (1965) van Niki de Saint Phalle naar Billie Holiday en bevat Girls With Their Hero (1959) van Peter Blake enkele portretten van Elvis Presley.

Maar bovenal moet je - mocht je om zijn & naar Gorssel gaan (doen!!) - even goed kijken naar het titelloze werk van Teresa Magalhães dat er hangt. In dit werk zijn foto's van drie springende Beatles te vinden: John Lennon, Paul McCartney en George Harrison. Alleen Ringo ontbreekt, net als in het gezin van John Cooper Clarke.

* ~ * ~ *

In zijn puberjaren raakte de Engelse dichter John Cooper Clarke helemaal in de ban van The Beatles, zo schrijft hij in zijn autobiografie I Wanna Be Yours. Het is in de begintijd van de band uit Liverpool dat Cooper Clarke zijn moeder smeekt haar naam te veranderen van Hilda in Ringo, want dan zou het gezin Clarke door het leven kunnen gaan als John (Cooper Clarke), (broertje) Paul, (vader) George en (moeder) Ringo. Tot groot verdriet van de jonge John weigert moeder en dus blijft het John, Paul, George en Hilda.

Het in 2020 verschenen I Wanna Be Yours van John Cooper Clarke is een heerlijk boek. De lezer krijgt niet alleen een goed beeld van het leven van de auteur, maar ook een mooi beeld van Engeland vanaf de jaren 1950. Vooral de jaren zestig en zeventig - de opkomst van punk - weet Clarke beeldend te beschrijven. Niet vaak een autobiografie met zoveel plezier gelezen. John Cooper Clarke is in I Wanna Be Yours grappig, eerlijk en zichzelf niet ontziend. 

Het boek eindigt met deze alinea: 

Anyway, I might as well end the story here; after this it's more of the same and then some -Stateside even - that's the plan, anyway. I'll be coming to a town near you, so catch me while I'm alive. Meanwhile these are some of the facts as I remember them. Any complaints, mail them to last Tuesday when I might have cared.

Thomas, doe zelf een plezier: ga naar Gorssel en lees I Wanna Be Yours van John Cooper Clarke. Maar bovenal:

Pas goed op jezelf,

TW

22 VI 2025

Like A Rolling Stone


 

Vandaag precies zestig jaar geleden – op 16 juni 1965 – nam Bob Dylan in Columbia Recording Studio A te New York misschien wel zijn meest bekende song op. Like A Rolling Stone – want daar heb ik het over – overschreed niet alleen de dan geldende tijdsgrens voor singles, ook muzikaal wist de song een aantal dan geldende normen aan gort te slaan.

In 2004 werd het nummer verkozen tot de beste song ooit door het tijdschrift Rolling Stone, wat maar weer bewijst dat men bij dat Amerikaanse muziekblad al sinds jaar en dag loopt te klootviolen. Want laat ik eerlijk zijn, hoe goed Like A Rolling Stone ook is – en het is goed – het is zeker niet Dylans beste song. Niet eens top 10, als je mij het vraagt. 

Maar wel goed.  Erg goed zelfs. 

Tien jaar geleden mocht ik op de radio uitleggen wat Like A Rolling Stone nou zo goed maakt. Ik heb toen veel gezegd, maar kan het nu niet allemaal meer terughalen. Wat toen in ieder geval ter sprake is gekomen is het door Al Kooper bespeelde orgel dat gedurende de song achter de band aan blijft hobbelen waardoor de song de gehele zes minuten lang verwachtingspatronen van de luisteraar negeert. Dan is er natuurlijk de tekst, het sprookje dat begint met ‘Er was eens…’ om met wat volgt – Miss Lonely,  de Mistery Tramp & Napoleon in Rags - de gebroeders Grimm het nakijken te geven. Tot slot is er die stem, de enige stem die deze woordenbrij tot een samenhangend geheel kan zingen, de stem van Bob Dylan – spugend, vleiend, vernederend & vol venijn. 

Like A Rolling Stone dus, vandaag precies zestig jaar oud. Of jong, is misschien beter aangezien ‘ie nog decennia meekan. Dit gaat niet vervelen. Zelfs na zestig jaar klinkt ‘ie nog fris. Ga er maar aanstaan.


mixtape #4

Met het ontdekken van (voor mij) nieuwe muziek - of opnieuw aanschaffen van wat ooit al eens beluisterd werd - ontstaat een sneeuwbaleffect. Het horen van een album wekt vaak de behoefte om minstens nog drie andere albums - al dan niet van dezelfde artiest - te horen. Om enigszins orde in de ontstane overvloed aan nieuwe muziek te scheppen, grijp ik steeds vaker terug op het fenomeen dat mij in mijn puberjaren hielp greep op de muzikale chaos te krijgen: de mixtape, aanvankelijk op gebrande cd's & sinds de zomer van 2024 steeds vaker op het oude vertrouwde cassettebandje. Door van nieuwe albums één (of meerdere) song(s) aan de tracklist van een mixtape toe te voegen, levert die mixtape niet alleen in een beperkte tijd veel goede muziek op, maar werkt diezelfde mixtape ook als reminder voor de albums die weer eens gehoord moeten worden. In huize Willems maakt iedereen inmiddels mixtapes welke vaak samen beluisterd worden, bijvoorbeeld tijdens het eten. Want wat is er leuker dan de muziek waar je enthousiast over bent te delen met anderen? En op andere momenten de muziek horen waar zoon- of dochterlief, of 'mevrouw Tom' enthousiast over zijn.

Om de cirkel van delen wat groter te maken, plaats ik hier zo nu en dan - al dan niet met een korte toelichting - de tracklist van een mixtape. In verband met copyrights kan ik hier niet de daadwerkelijke muziek delen, maar wie nieuwsgierig is, zal veel van de genoemde songs op bijvoorbeeld YouTube, Bandcamp of Spotify kunnen vinden.

Misschien is dat wel mijn voornaamste doel: lezers nieuwsgierig maken zodat ze gaan luisteren. Want nogmaals: wat is er leuker dan de muziek waar je enthousiast over bent delen?

'Soepkipblues en andere hartverwarmende ellende' (TDK D-C90) [04 IV 2025]

Sinds een tijdje is het cassettebandje helemaal terug met als gevolg dat de prijzen voor zowel voorbespeelde als lege cassettes de pan uit rijzen. De uitweg is simpel: bij een kringloopwinkel heb ik een aantal cassettes waar al eerder wat was opgenomen gekocht voor een habbekrats. Deze cassettes laten zich prima voor hergebruik lenen. Natuurlijk gaat het soms fout, maar niet met deze oude TDK-tape, ooit gebruikt om een college op te nemen. 

De titel is lang - 'Soepkipblues en andere hartverwarmende ellende', de beschrijvingen vandaag kort(-er). Gebrek aan tijd. Ik hoop dat het genoeg is om tot luisteren aan te zetten.

A1 Country Joe & The Fish - Susan van het album Together

Een van de ongeschreven wetten voor mixtapes is dat je met een knaller moet beginnen. Het mooiste van (ongeschreven) wetten is dat ze - wanneer dat zo uitkomt - genegeerd kunnen worden en dus begint deze tape met een rustige binnenkomer. Als tiener / twintiger veel naar jaren '60-bands uit de regio San Francisco geluisterd, zoals Jefferson Airplane en Grateful Dead. Country Joe & The Fish is pas sinds enkele jaren op mijn radar. Verdomd goede band, veel meer dan alleen de van Woodstock bekende Fish Cheer

A2 H.P. Lovecraft - It's About Time van de verzamelaar A Psychedlic Trip To Underground

Na het rustige Susan een stukkie psych waarin wat klassiek-achtige klanken zitten verwerkt. De LSD-ervaring in klank proberen te vangen. Geen idee of dit gelukt is, - nooit LSD gehad -  klinkt wel oké. Het eerste (en tot op heden laatste) dat ik ooit van deze band hoorde.

A3 John Jenkins, Cliff Jordan & Bobby Timmons - Soft Talk Song van het album Jenkins, Jordan & Timmons

Hard bop van de goede soort. Ik kan er van alles over zeggen, maar zinnig is dat niet. Gewoon luisteren.

A4 Leon Russell - She Smiles Like A River van het album Leon Russell And The Shelter People

Een ietwat vergeten song op dit album, eentje met een knauw (en dan doel ik niet alleen op Russells stem). Bij het intro lijkt het ergens richting dans / disco te gaan, wat (uiteraard) niet zo is. Country-oorwurm.

A5 Nina Simone - Everyone's Gone To The Moon van Nina Simone And Piano!

Dit is zo'n song die op de traanbuizen drukt. Het is niet eens wat Simone zingt, maar hoe. Je hoort het kind, de gekte, de verwondering in die stem. Van het briljante album Nina Simone And Piano!

A6 Orchestra Super Borgou de Parakou - Wegne'Nda M'Banda (Bariba Soul) van het album The Bariba Sound (1970 - 1976)

Afrikaans, swingend, drijvend op herhaling. 

A7 Charles Mingus - Fables Of Faubus van Mingus Ah Um

De muziek van Charles Mingus draai ik niet wanneer 'mevrouw Tom' thuis is, zij trekt die muziek slecht (en ergens snap ik dat). Het heeft bij mij lang geduurd voor het kwartje viel en nog steeds is er veel van Mingus waar ik moeite mee heb. Mijn eerste aanraking met zijn muziek was een plaat van dEUS, zij gebruikten een sample van Mingus (album? songtitel? zo één, twee, drie weet ik het niet). Tegendraads & in traditie gedrenkt, misschien is dat een goede omschrijving van veel Mingus-muziek. Fables Of Faubus - een protestsong (zoek de informatie maar op, kijk de documentaires) - wisselt nogal eens van ritme. Voor Mingus-begrippen vrij toegankelijk. 

A8 Velvet Underground - Foggy Notion (original 1969 mix) van het album 1969

Er zijn legio songs van Velvet Underground die prima op een mixtape passen, maar op deze tape moest Foggy Notion en wel als laatste track van de eerste kant. De reden is de eerste track van kant B.

Een song om niet bij stil te blijven zitten. Niet dat het tot dansen uitnodigt, maar meetikken met de voet moet er toch inzitten.

B1 Eggplant - Rolling Stones van het album Monkey Bars

April 2024 (?) kocht ik op de gok de elpee Monkey Bars van Eggplant, sindsdien is de plaat nooit ver van de draaitafel geweest. Het klikt tussen Monkey Bars en mij. Op dit album een heerlijke cover van Vicious van Lou Reed - wat overigens niet de reden is dat kant A eindigt met Foggy Notion en kant B opent met de eerste song van Monkey Bars. De reden is dat het nummer Rolling Stones - een knipoog naar de gelijknamige band & een flirt met rock 'n' roll-roem - op het eerste gehoor lijkt op Foggy Notion van Velvet Underground. Zelfde vibe, zelfde ritme.

PS: ga op zoek naar Monkey Bars van Eggplant & luister! Heerlijk album.

B2 Daniel Lanois - The Collection Of Marie Claire van het album For The Beauty Of Wynona

Knappende snaren, Franse teksten & een sfeer zoals alleen Lanois kan creëren. Als producer heeft hij in ieder geval één Bob Dylan-album verkloot, maar als solomuzikant heeft hij wel aardige dingen gedaan, zoals dit.

B3 Die Anarchistische Abendunterhaltung - II Drieslagstelsel van het album Die Anarchistische Abendunterhaltung

Ik zag ze rond de tijd van het verschijnen van dit album op festival Mundial, vier jonge gasten met cello's, violen en een klarinet, zo uit mijn hoofd. Klassieke instrumenten gecombineerd met een punk-houding. Een van de betere optredens die ik ooit heb gezien. Opzwepend, meeslepend en overtuigend tegendraads. Een muzikale middelvinger die tot meefluiten uitnodigt.

B4 O.J. Abbott - An Old Man He Courted Me van het verzamelalbum Ontario Ballads & Folksongs

Niet meer dan een stem en een verhaal. Een oude man (zo stel ik me voor) die een song vanuit het perspectief zingt van een jonge vrouw. Soms is het goed om al die over het paard getilde rocksterren te vergeten en te luisteren naar de man met stem wiens naam niemand kent, de man die na het zingen van zijn lied weer verdwijnt in het dagelijks leven.

B5 Nigerian Union Rhythm Group - Abeni van het album Highlife On The Move

De bandnaam verraadt het al: Nigeriaans. Na de anarchie van de punks met violen en alledaagsheid van de man met de stem, is er de Nigeriaanse muziek. Muziek met dat extra randje, dat randje dat ontstaat wanneer perfectie niet het doel is, maar verdwijnen in de klanken. Wanneer het doel is het stoppen van de tijd. Het doel is dansen, de heupen losschudden. Ik versta er geen reet van, maar dat maakt niks uit. 

B6 Clarence Edwards, Cornelius Edwards & Butch Cage - In Can't Quit You Baby van het verzamelalbum The Country Blues

In essentie net zoiets als O.J. Abbott, drie kerels die muziek maken. Dat het toevallig is opgenomen, is (voor ons) mooi meegenomen, maar dat was nooit het doel. Het is muziek omdat Edwards, Edwards & Cage niet stil kunnen zijn. Dit heeft niks te maken met het najagen van roem of geld, maar het musiceren omdat er een innerlijke drang is.

B7 Moondog - Caribea van het album Moondog

De blinde straatmuzikant, spelend op zelfgemaakte instrumenten in onmogelijke ritmes, dat is Moondog. Hypnotiserend.

B8 Kamal Keila - Ghali Ghali Ya Jinub van het album Muslims And Christians

Muslims And Christians bevat twee elpees, op de eerste plaat staan vijf songs in het Engels gezongen, op de tweede plaat staan dezelfde vijf songs in het Arabisch gezongen. De reden daarvoor is simpel: daarmee hoopte Kamal Keila zijn boodschap van verzoening tot een zo'n breed mogelijk publiek te laten doordringen. Dat goede bedoelingen ook goed kunnen klinken bewijst Ghali Ghali Ya Jinub.

B9 Tim Buckley - Hallucinations van het album Goodbye And Hello

We zijn terug bij het begin van de tape: een poging de drugservaring in klank te vangen. Schitterende, bezwerende song. Beetje gek, maar op een goede manier.

B10 Tom Waits - Georgia Lee van het album Mule Variations

Een (door mee) enigszins vergeten song van Mule Variations. Er staat ook zoveel moois op dat album. Door het uit de context van dat album te halen, wordt ineens duidelijk hoe goed die song eigenlijk is.

B11 Louisiana Red - Who Dat? van het verzamelalbum Jerk Boom Bam! vol. 5

Oude shit, goede vibe. Bladerend door een tijdschrift stuitte ik op het volgende citaat (weet niet meer van wie): 'Ik wil niet de oude lul zijn die zegt dat vroeger alles beter was... maar dat was het wel.' En zo is het. Tegen mijn zin ben ik die oude lul.

B12 The Clash - I'm So Bored With The U.S.A. van het album The Clash

Dat deze mixtape niet begon met een knaller, wil niet zeggen dat 'ie niet kan eindigen met een knaller. De songtitel op een t-shirt laten drukken?

In haast. Ga luisteren!

kaalslag

'Mevrouw Tom' koopt niet vaak muziek, vandaag was een uitzondering. Een stapeltje cd's, waaronder het album Build Me Up From Bones van Sarah Jarosz. Volgens de verkoper moet dit album onder het kopje bluegrass geschaard worden, maar hoe aardig Build Me Up From Bones ook klinkt, bluegrass is het niet.

Build Me Up From Bones bevat Jarosz' versie van het door Bob Dylan geschreven Simple Twist Of Fate. Het is zo langzamerhand wel algemeen bekend dat ik ben van de Nobody-sings-Dylan-like-Dylan-school. Zonder dat ik dit opschepperig bedoel, durf ik zelfs wel te beweren dat ik het meest fanatieke lid ben van deze club. Vandaag of morgen laat ik dan ook in grote, barokke letters Blijf met je poten van Dylan tussen mijn schouderbladen tatoeëren. 

En toch raad ik je aan even te luisteren naar Jarosz' versie van Simple Twist Of Fate, niet omdat 'ie zo goed is - laat daar geen misverstand over bestaan. De zangeres Jarosz mag niet in de schaduw de zanger Bob Dylan staan. Sterker: tijdens het luisteren moet je die zangeres maar even negeren, zij is niet de reden dat ik je aanraad om te luisteren. Waar je dan wel naar moet luisteren? De spaarzame begeleiding. Wat is het? Alleen een basgitaar? Of vergis ik me, is het een ander snaarinstrument? Wat het ook is, die spaarzame begeleiding trekt de song, de melodie open.[1]

De schoonheid van de kaalslag, zoiets.



[1] Het is een door Nathaniel Smith bespeelde cello. Met dank aan Tjeerd.

Bob Dylans schildert Zoot Sims


 

In de nieuwe Rolling Stone (#1400, juni 2025) staat een paginagrote advertentie voor een nieuwe tentoonstelling van schilderijen van Bob Dylan. Voor die advertentie is een van Dylans schilderijen gebruikt, een portret van een saxofonist. 

Die saxofonist is Zoot Sims, zie de foto hieronder. 

Voor het schilderij heeft Dylan een en ander aangepast, zo is de sigaret - inclusief rook - in de rechterhand van Sims op het doek van Dylan verdwenen en is Sims shirt van wit naar grijs veranderd. Meest opmerkelijke verandering is dat de band om Sims nek - een koord waaraan de saxofoon hangt - op Dylans schilderij is veranderd in een rode zakdoek. Let tot slot nog even op Sims linkerhand waarmee hij zijn saxofoon vasthoudt. Op Dylans schilderij is die hand minder ver over het instrument geschoven dan op de foto.



mixtape #3

Met het ontdekken van (voor mij) nieuwe muziek - of opnieuw aanschaffen van wat ooit al eens beluisterd werd - ontstaat een sneeuwbaleffect. Het horen van een album wekt vaak de behoefte om minstens nog drie andere albums - al dan niet van dezelfde artiest - te horen. Om enigszins orde in de ontstane overvloed aan nieuwe muziek te scheppen, grijp ik steeds vaker terug op het fenomeen dat mij in mijn puberjaren hielp greep op de muzikale chaos te krijgen: de mixtape, aanvankelijk op gebrande cd's & sinds de zomer van 2024 steeds vaker op het oude vertrouwde cassettebandje. Door van nieuwe albums één (of meerdere) song(s) aan de tracklist van een mixtape toe te voegen, levert die mixtape niet alleen in een beperkte tijd veel goede muziek op, maar werkt diezelfde mixtape ook als reminder voor de albums die weer eens gehoord moeten worden. In huize Willems maakt iedereen inmiddels mixtapes welke vaak samen beluisterd worden, bijvoorbeeld tijdens het eten. Want wat is er leuker dan de muziek waar je enthousiast over bent te delen met anderen? En op andere momenten de muziek horen waar zoon- of dochterlief, of 'mevrouw Tom' enthousiast over zijn.
Om de cirkel van delen wat groter te maken, plaats ik hier zo nu en dan - al dan niet met een korte toelichting - de tracklist van een mixtape. In verband met copyrights kan ik hier niet de daadwerkelijke muziek delen, maar wie nieuwsgierig is, zal veel van de genoemde songs op bijvoorbeeld YouTube, Bandcamp of Spotify kunnen vinden.
Misschien is dat wel mijn voornaamste doel: lezers nieuwsgierig maken zodat ze gaan luisteren. Want nogmaals: wat is er leuker dan de muziek waar je enthousiast over bent delen?

'Slow Down Old World' (TDK D60) [31 mei 2025]

De titel 'Slow Down Old World' komt van de laatste (en kortste) track op deze tape. In die titel zit natuurlijk het 'doe maar effe rustig'-gevoel dat (voor mij) bij het beluisteren van veel muziek hoort. Het ratelende denken in de kop even tot stilstand brengen, dat is wat muziek doet.
De tape bevat eigenlijk niks anders dan een serie songs van cd's die toevallig nog in de buurt van de stereo-installatie lagen. Een door toeval ontstane mix van songs dus. Soms werkt toeval.

A1 Fairport Convention - Mr. Lacey van het album What We Did On Our Holidays
Fairport Convention bracht in 1969 drie albums uit: Unhalfbricking, Liege & Lief en What We Did On Our Holidays waar Mr. Lacey op te vinden is. Vraag een gemiddelde muziekliefhebber wat het beste Fairprt Convention-album is, en de kans is groot dat je als antwoord Liege & Lief krijgt. Ikzelf heb net iets meer met voorganger Unhalfbricking, moet ik bekennen, maar beide albums zijn schitterend. Nooit heb ik een muziekliefhebber horen zeggen dat dat derde 1969-album - What We Did On Our Holidays - het beste is van Fairport Convention. Blijkbaar heb ik een zwak voor underdogs en is het dus juist dit erg goede, maar niet beste album van Fairport Convention dat in de buurt van de stereo-installatie is blijven liggen. Mr. Lacey is een vrij kort nummer, ogenschijnlijk een niemendalletje, maar het venijn zit 'm in de herinnering. Een keer Mr. Lacey draaien en het blijft de gehele dag door je hoofd spoken.

A2 John Lee Hooker - Bluebird van het album Free Beer And Chicken
Wie beweert dat alles van John Lee Hooker min of meer hetzelfde klinkt, moet maar eens naar Free Beer And Chicken luisteren. Een onconventioneel, soms erg funky album. Het voor het eerst horen van dat album - nog niet zo lang geleden - was voor mij een schok, moet ik bekennen. Voorlopig ben ik nog niet klaar met Free Beer And Chicken en om mezelf te blijven herinneren dat ik dat album weer eens moet opzetten, staat Bluebird op deze tape. Toegegeven, Bluebird is waarschijnlijk het meest conventionele nummer op Free Beer And Chicken en zeker niet representatief voor dat album. Achteraf gezien een ietwat laffe keuze van mij. Maar wel een heerlijk, voortkabbelend nummer.

A3 Mahmoud Ahmed - Ambassel / Zèmèdié van het album Éthiopiques 6; Mahmoud Ahmed 'Almaz'
Het is opmerkelijk hoe op sommige plekken op de wereld er - vaak gedurende een beperkte periode - ongehoord veel goede muziek gemaakt wordt. Ethiopië in de jaren '60, '70 en '80 is daar een goed voorbeeld van. Op de cd-serie Éthiopiques is veel van deze muziek te horen. Mahmoud Ahmed heeft een schitterende, soms ietwat onzeker klinkende stem. Ik versta niks van wat hij zingt, helaas. Mooi is het wel. 

A4 Paul McCartney - Biker Like An Icon van de gelijknamige cd-single
Paul McCartney is voor mij toch vooral de man van The Beatles. Met de platen met Wings of zijn solowerk heb ik nooit veel gehad. Hitsingles als Band On The Run, Mull Of Kintyre en Ebony And Ivory zijn nooit mijn ding geweest en een belangrijke reden waarom ik nooit echt in het post-Beatles-werk van McCartney ben gedoken. Natuurlijk heb ik wel eens wat meer gehoord van McCartney, zoals het album Tug Of War en de Wings-plaat London Town, maar echt aanslaan deed het niet bij mij. 
In een gesprek over het solowerk van McCartney adviseerde een vriend te luisteren naar zijn eerste album, simpelweg McCartney geheten. Een goed advies. Daarvoor had ik zelf al Chaos And Creaton In The Backyard ontdekt, ook een goede plaat. Wat mij dat vooral leerde, is dat ik McCartney te vlot heb afgeschreven als 'niet voor mij'. 
Een goede plek om nog onbekende muziek te ontdekken met een beperkt budget, is de kringloopwinkel. Daar vond ik de single Biker Like A Icon van Paul McCartney. Alleen de titel zingt al. Goede song, een reminder dat ik meer McCartney moet luisteren en nee, misschien is dan niet alles in mijn straatje, er zal genoeg moois tussen zitten.

A5 Bettie Serveert - All The Other Fish van het verzamelalbum Waaghals 18
Ik had in de jaren '90 een zwak voor Bettie Serveert. Ik ben ze een aantal jaren uit het oog verloren, maar de oude liefde keert terug. All The Other Fish is - voor mij - een recente ontdekking. Ik kocht het aanvankelijk op een singletje (en zette die op een andere mixtape), nu ook op de verzamel-cd uitgebracht ter ere van het meerderjarig worden van platrenzaak Waaghals in 2003. All The Other Fish is een pijnlijk nummer, Betties Blood On The Tracks-zal ik maar zeggen. Maar omdat het zo'n pijn doet, is het - o contradictie - juist weer erg mooi. Gewoon mond dicht en luisteren.

A6 Buffalo Springfield - I Am A Child van Last Time Around
Als puber had ik de dubbelelpee Live Rust van Neil Young. De tweede song op die plaat is I Am A Child, een soloversie. Op Last Time Around een bandversie van dit nummer, een countrydingetje, een oorwurm. Even luchtiger song na All The Other Fish van Bettie Serveert. Prima afsluiter van kant A.

B1 Them - Baby Please Don't Go van The Story Of Them
Van Morrison heeft simpelweg een wereldstem die vooral in zijn Them-jaren en op zijn eerste paar soloplaten goed tot z'n recht kwam. Ook op een aantal John Lee Hooker-platen zijn een opmerkelijk goede Morrison-vocalen te vinden. Wat Baby Please Don't Go naar mijn smaak zo goed maakt, is de combinatie van die stem met het vrij hoge tempo van de song en het orgel in deze opname. Eigenlijk moet je twee keer naar Baby Please Don't Go luisteren, de eerste keer je laten meevoeren door Morrisons stem, de tweede keer door het orgel.

B2 Count Five - Psychotic Reaction van de verzamelaar Nuggets
Een klassieker die na Them de drive nog even vasthoudt van misschien wel het meest bekende verzamelalbum ooit: Nuggets

B3 The Horace Silver Quintet - Silver's Serenade van het gelijknamige album
Blue Mitchell, trompet; Junior Cook, tenorsaxofoon; Horace Silver, piano; Gene Taylor, bas; Roy Brooks, drums. Moet ik nog meer vertellen? Volgens mij niet. Gewoon achterover leunen en over je heen laten spoelen.

B4 Karen Dalton - Something On Your Mind (alt take) van (de heruitgave van) In My Own Time
Er zijn vele zangeressen die - mede door hun unieke stem - een standbeeld verdienen, Karon Dalton is er daar zeker een van. Haar ietwat hese, altijd naar unieke zanglijnen zoekende stem is er eentje om het tegelijkertijd koud en bloedheet van te krijgen. Het kleine oeuvre van deze vrouw is buitencategorieschoonheid. Ongeëvenaard. 
Voor de volledigheid, de top 5 zangeressen die - mede door hun unieke stem - een standbeeld verdienen:
1. Karen Dalton
2. Hedy West
3. Oum Kalthoum
4. Janis Joplin
5. Nina Simone
6. Carol van Dijk (Bettie Serveert)
7. Billy Holiday
8. Texas Gladden
9. Alela Diane
10. Helen Humes
Oké, het zijn er geen vijf geworden, maar het dubbele aantal en als ik eerlijk ben kan ik nog wel even doorgaan. Maar om te beginnen, eerst deze tien maar als luistertip.

B5 Punch Brothers - Rye Whiskey van Antifogmatic
Nog een kringloopvondst, niet dat ik ooit van Punch Brothers had gehoord, maar het hoesje sprak me aan. En als de hoes goed is, wil ik het horen. Folky met een twist, dat is misschien de beste omschrijving van de muziek op dit album.

B6 Beastie Boys - Sabrosa van The In Sound From Way Out!
Ik kan me voorstellen dat mensen die mij kennen (of denken te kennen) niet verwachten dat ik iets van Beastie Boys in huis heb. En ik snap die verwachting. De hit Fight For Your Right is voor mij - mede door de videoclip - puur jeugdsentiment en Sabotage - een andere hit - is een dijk van een song die ik erg hoog heb zitten. Toch heb ik de albums waar Fight For Your Right en Sabotage op staan niet in huis. Wat ik wel heb, is het veel minder bekende album The In Sound From Way Out! Dat dit album niet prijkt op de om de haverklap verschijnende lijsten met beste albums ooit, is een raadsel. The In Sound From Way Out! is simpelweg een briljante plaat. Volledig instrumentaal, erg funky en vooral heerlijk. Topplaat.

B7 The Sonics - Shot Down van het verzamelalbum Wig Out! Freak Out!
Garagerock, enigszins in het verlengde van de songs van Them en Count Five die de tweede kant van deze mixtape openden. Naast dat het gewoon een goed nummer is, is het op deze tape ook een buffer tussen het funky geluid van Beastie Boys en de wonderschone afsluiter.

B8 Willie Nelson - Slow Down Old World van Who'll Buy My Memories? The IRS Tapes
De autobiografie My Life; It's A Long Story van Willie Nelson is een aanrader, want niet alleen is Nelsons leven vol wonderlijke verhalen, ook weet hij deze verhalen - met hulp van David Ritz - smakelijk te vertellen. Wist je bijvoorbeeld dat Nelson de organisator is van het wereldkampioenschap domino (en dat hij dit zo organiseert dat hij zelf iedere keer weer een goede kans op de titel heeft)? Of dat hij na het geconfronteerd worden met een belastingschuld van vele miljoenen een plaat voor de IRS opnam om die schuld af te lossen? Dat laatste bleek een slimme zet te zijn:  Nelson beloofde de IRS een album op te nemen, alle royalties voor die plaat gingen rechtstreeks naar de Amerikaanse belastingdienst, aldus de deal tussen de countryzanger en de geldwolf. Dat die plaat slecht verkocht en de IRS uiteindelijk daardoor slechts een fractie van Nelsons belastingschuld betaald kreeg, maakt het verhaal alleen maar mooier, vooral in de woorden van Nelson in zijn autobiografie.
Nadat ik dat verhaal las in My Life; It's A Long Story wilde ik dat belastingalbum van Willie Nelson horen. Het probleem is dat die plaat slecht verkocht, alleen in Amerika verscheen en dus moeilijk te krijgen is. Maar het geluk wilde dat ik de cd vond, ergens in een bak met tweedehands cd's in een platenzaak niet ver van huis. En wat blijkt? Who'll Buy My Memories? The IRS Tapes bevat 25 korte songs - de een nog mooier dan de andere - allen met niet meer dan een akoestische gitaar en die hemeltergende mooie stem van Willie Nelson. Op de voorzijde van de hoes van Who'll Buy My Memories? The IRS Tapes staat een foto van Willie Nelson, een grote, zwarte hoed op zijn hoofd. Onder zijn openstaande jas een trui waarvan het opschrift nog net te lezen is, er staat: SHIT HAPPENS
En zo is het.
Van de meer dan honderd plaat die Willie Nelson in zijn lange carrière uitbracht, is Who'll Buy My Memories? The IRS Tapes toch wel een van de positieve uitschieters. Koop die plaat, als je de kans krijgt!