seven-inch #1

Zo lang als ik muziek luister - en dat is inmiddels toch al enkele decennia - heb ik mij meer gericht op het album, op de elpee, dan op losse songs. Sinds een jaar of twee is daar een kentering in gekomen, steeds vaker koop ik singles, of liever gezegd: platen met een diameter van 7 inch, kortweg ook wel seven-inch geheten. 
Ik gebruik bewust de naam seven-inch, omdat de vaker gebruikte benaming 'single' de ep - een 7 inch met 3 of meer songs - uitsluit. Als verzamelnaam lijkt seven-inch dus het beste voor deze serie, al zal ik ongetwijfeld ook regelmatig de termen single en ep gebruiken.

De seven-inch laat zich uitstekend lenen voor het ontdekken van nieuwe muziek. Voor een paar euro - of soms zelfs nog minder dan een euro - koop je vaak al een leuke seven-inch. Met een beetje mazzel zit het schijfje dan ook nog in een schitterende hoes, zoals de single 'Waiting On The Eclipse' b/w 'Summer Salt' van de uit Chicago afkomstige band 5ive Style. 
Op de voorzijde van de hoes een tekening van een seven-inch plaatje waarop de pick-upnaald net is neergedaald. In de linkerbovenhoek een klein mannetje met een verband om z'n hoofd en in zijn handen een plaat. Boven zijn hoofd staat in de tekstballon te lezen 'Oh boy! - A new phonograph record!'. Rechtsonder nogmaals een tekening van hetzelfde mannetje, een traan van geluk rolt uit zijn rechteroog, boven hem de spraakballon met de tekst 'Gosh, Mom - thanks!'
Een hoes die het medium wat het verpakt - de seven-inch - aanprijst. De hoes is getekend door Chris Ware. Wie voor deze hoes valt, moet maar eens de graphic novels van Ware bekijken. 
Deze single is in 1994 uitgebracht op het Sub Pop-label (cat. no. SP271).

Voor gisteren had ik nog nooit van 5ive Style gehoord. Gisteren kocht ik een flinke partij singles. Daar zaten twee van de drie singles van 5ive Style bij. Instrumentale songs, wat funky. Oorwurmen genoeg om ook die derde single (en twee albums) van 5ive Style nog eens op de kop te willen tikken. 

Luister hier.

dode vlieg

Een van de betere door Jack Kerouac (1922 - 1969) zo door hem genoemde western haiku gaat zo:

In my medicine cabinet
the winter fly
Has died of old age

Deze haiku werd gepubliceerd in Kerouacs Scattered Poems.
Ik moest aan deze western haiku denken bij het lezen van dit gedicht van de Engelsman Adrian Henri (1932 - 2000):

a fly falling down vertically 
before my eyes
kicked twice
and dying
whilst cleaning my teeth
in a Holiday Inn in Kent, Ohio

Henri schreef bovenstaande regels op 5 oktober 1969, op de kop af zestien dagen voor Jack Kerouac overleed, tijdens een verblijf in Amerika. Het is te vinden in de bundel America; A Confidential Report to Dr Bertolt Brecht on the present condition of the United States of America (1972).

Scattered Poems van Jack Kerouac verscheen postuum, in 1971 om precies te zijn. Of zijn gedicht over de dode vlieg in een literair tijdschrift of iets dergelijks werd gepubliceerd voor het in Scattered Poems werd opgenomen, weet ik niet.

vinyl & karakter

Je zult mij niet horen beweren dat elpees altijd beter klinken dan cd's of vice versa. Het zijn beide prima geluidsdragers en ja, ik heb een lichte voorkeur voor een van de twee, maar dat wil niet zeggen dat de ander optie dan dus altijd prut is.
Dat neemt niet weg dat er een groot verschil is tussen de elpee en de cd. Daar waar de elpee karakter heeft, heeft de cd voorspelbaarheid. Laat me dat uitleggen met een voorbeeld.
Stel je voor: bij het verschijnen van het album Franks Wild Years van Tom Waits (1987) koopt een liefhebber van Waits' muziek dat album drie keer op elpee en drie keer op cd. In de decennia die volgen draait hij de zes geluidsdragers per toerbeurt zodat ze uiteindelijk altijd allemaal even vaak gedraaid zijn. Wanneer hij vandaag - 37 jaar na het verschijnen van Franks Wild Years - die zes versies van dat album zou draaien, zou het gelijk duidelijk zijn dat die drie cd's nog alle drie precies hetzelfde klinken als elkaar en als op de dag van aanschaf. Dat zal voor die drie elpees niet gelden. Door stof, door slijtage, onderhoud, kortom door het gebruik hebben ze alle drie kleine afwijkende karaktereigenschappen gekregen. In essentie is het nog steeds drie keer hetzelfde album, maar toch ook weer niet.
Stel je voor dat die drie elpees niet door dezelfde Waits-fan gekocht zouden zijn, maar door drie verschillende mensen met ieder hun eigen installatie en manieren voor het omgaan met elpees. Je kunt je voorstellen dat in dit tweede geval die drie elpees nog meer onderling van elkaar zouden verschillen.
Goed, cd's hebben voorspelbaarheid, elpees hebben karakter. En vooral door dat karakter heb ik een (lichte) voorkeur aan de elpee.

Nu volgt de gekmakende discrepantie: vraag een gemiddelde elpee-verzamelaar wat bovenaan zijn verlanglijstje staat en met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid is het antwoord een -tig jaar geleden verschenen (obscure) elpee, eerste persing mint-staat. 
Kortom: de elpee-verzamelaar (waaronder ikzelf) prijst de door hem gekozen geluidsdrager vanwege het karakter - iets dat verkregen wordt door slijtage, door gebruik - en tegelijkertijd worden zijn verzamelaarsdagdromen gevuld door elpees die nog als nieuw zijn, waar nog niks aan karakter op te vinden is.
Vreemd.
Ik parkeer bovenstaande tegenstrijdigheid even, het moge duidelijk genoeg zijn dat ik mezelf nog onvoldoende ken om hier uit te komen.

Goed, elpees, vinyl en karakter. Daarvoor moeten we Morgan Howell zijn.
Een paar jaar geleden kreeg ik een groot, dik boek met daarin afgebeeld honderden door Morgan Howell gemaakte schilderijen. Dat boek komt zeker twee, drie keer per jaar uit de kast waarbij ik soms wel een hele middag niks anders doe dan bladeren en staren. 
Wat Howell doet is schilderijen maken van singles, vaak op groot formaat. En eigenlijk altijd gaat het om een single in een labelhoes zodat het label van de single te zien is. De schilderijen zijn zo realistisch dat de 'passerende bladeraar' geneigd zal zijn om te denken dat het niet om schilderijen, maar om foto's gaat.
Het is verleidelijk om door het boek Morgan Howell At 45RPM te bladeren en te denken 'knap hoor' en het vervolgens dicht te slaan om nooit meer open te doen. Maar wie zich blindstaart op de verbluffende schildertechniek van Howell mist de essentie. 
De essentie is dat Howell het karakter van vinyl, van de single laat zien. Ter illustratie heb ik een vrij willekeurig gekozen bladzijde uit Morgan Howell At 45 RPM op de foto gezet, het gaat om zijn schilderij van de single 'Sunshine Of Your Love' van Cream, niet zijn beste werk, maar meer dan goed genoeg om duidelijk te maken wat de schilderijen van Howell zo bijzonder maken.
Om dit schilderij te kunnen maken heeft Howell ergens een exemplaar van de single 'Sunshine Of Your Love' van Cream op de kop moeten tikken. Door de single tot in het kleinste detail na te schilderen, inclusief de witte slijtagestreep op het label, de scheurtjes in de hoes, de ringwear in de hoes, enzovoort en dit zo groot en pontificaal te schilderen, laat hij zien dat er ongetwijfeld duizenden exemplaren van "Sunshine Of Your Love" zijn verkocht, maar dat er maar een exemplaar er precies zo uitziet. Hij heeft deze single uit de anonimiteit van de massa gehaald door zijn slijtage, zijn karakter te tonen.
Zoiets. 

Voor veel meer Morgan Howell, zie hier.

Adrian Mitchell & Adrian Henri en het poëtische protest tegen de oorlog in Vietnam

Als ik Wikipedia mag geloven, las de Engelse dichter Adrian Mitchell zijn 'To Whom It May Concern' voor het eerst voor publiek in 1964. Dat publiek bestond uit tegen nucleaire wapens protesterende mannen en vrouwen. Trafalgar Square, Londen op Paaszondag 29 maart 1964, om precies te zijn. Datzelfde jaar verscheen Poems, Mitchells eerste dichtbundel, maar in dit boek is 'To Whom It May Concern' niet opgenomen. Het is wel te vinden in Mitchells tweede bundel, Out Loud, dat vier jaar later verscheen. 

Zes coupletten telt 'To Whom It May Concern'. Ieder couplet begint met twee regels waarna de steeds terugkerende regels

So stick my legs in plaster
Tell me lies about Vietnam 

volgen. Het aantal terugkerende regels wordt per couplet met één nieuwe regel - een directe reactie op de eerst twee regels in ieder couplet - aangevuld, beginnend met So. Zo luiden bijvoorbeeld de regels in het derde couplet:

So fill my ears with butter
Stick my legs in plaster
Tell me lies about Vietnam

'To Whom It May Concern' is een reactie op de televisiebeelden van de oorlog in Vietnam en daarmee een protest tegen deze oorlog. Zoals boven geschreven is 'To Whom It May Concern' te vinden in Out Loud, voor wie het wil lezen, maar wie de boodschap echt tot zich wil laten doordringen doet er beter aan te luisteren naar een dit gedicht voordragende Adrian Mitchell. Er zijn - voor zover ik weet - geen opnamen gemaakt tijdens die Paaszondag in 1964, maar wel een ruim jaar later tijdens de poëzielezing in de Royal Albert Hall - The International Poetry Incarnation op 11 juni 1965 waar Mitchell zijn 'To Whom It May Concern' voorlas:

The International Poetry Incarnation ademt, zo blijkt uit de film Wholly Communion die Peter Whitehead van dit evenement maakte, al iets van de losbandigheid die de tweede helft van de jaren zestig kenmerkt. Dit poëziefestival wordt vaak aangemerkt als de start van de Britse Underground-scene. Interessant daarbij is het publiek op die junidag in 1965. Veel jongeren die hoorbaar hun (on-)genoegen lieten horen als reactie op de voordragende dichters. Deze dag kenmerken als poëziefestival-met-rock-'n'-roll-allures is mogelijk wat overdreven, maar niet veel.

Het is gek, de Vietnamoorlog was reeds lang voorbij toen ik oud genoeg was om me bewust te zijn van fenomenen als oorlog en ellende en moord en doodslag, en toch kan ik niet naar 'To Whom It May Concern' luisteren zonder geraakt te worden. Zo rond de derde keer dat ik Adrian Mitchell de regel 'Tell me lies about Vietnam' hoor voordragen krijg ik een brok in mijn keel en zodra het daverende applaus van het publiek losbarst aan het eind van het gedicht, heb ik de tranen in mijn ogen staan. 

Ik heb me afgevraagd waarom de Britse dichter Adrian Henri niet, net als Adrian Mitchell, voorlas tijdens The International Poetry Incarnation in de Royal Albert Hall in Londen. Zijn poëzie had prima gepast in het programma van dit festival. De reden van Henri's afwezigheid is waarschijnlijk vrij simpel: werk van hem werd pas enkele jaren na het festival in boekvorm gepubliceerd, eerst in 1967 enkele gedichten in de bloemlezing The Mersey Sound en in 1968 in zijn debuutbundel Tonight At Noon

In Tonight At Noon staat het gedicht 'Batpoem', een gedicht dat is opgedragen aan onder andere Bob Kane. Die opdracht verraadt al dat 'Batpoem' geen gedicht is over vleermuizen, maar over Batman. Kane is immers de bedenker van deze comicbook-held. Henri heeft iets met Batman, zo maakte hij - Henri was niet alleen dichter, maar ook beeldend kunstenaar - in 1967 de collage Batcomposition waarin meerdere figuren uit de Batman-comics verwerkt zijn (zie het boek Adrian Henri Total Artist).

'Batpoem' is een gedicht met een knipoog en met dit knipooggedicht protesteert Henri, net als Adrian Mitchell met zijn 'To Whom It May Concern', tegen de oorlog in Vietnam:

Help us out in Vietnam
Batman
Help us drop that BatNapalm
Batman
Help us bomb those jungle towns
Spreading pain and death around
Coke 'n' Candy wins them round
Batman

En net als bij Mitchells 'To Whom It May Concern', komt 'Batpoem' van Adrian Henri meer tot z'n recht wanneer het gehoord wordt, dan wanneer het in stilte wordt gelezen. Voor zover ik weet is er geen opname waarop Henri zijn 'Batpoem' voorleest, maar er is wel een opname waarop hij 'Batpoem' zingt.

In 1968 verscheen het album The Amazing Adventures Of The Liverpool Scene. De band The Liverpool Scene bestaat uit zangers, gitaristen Mike Hart en Andy Roberts, bassist Percy Jones, drummer Brian Dobson, dichter en tenorsaxofonist Mike Evans en dichter Adrian Henri. Op dit album is de song 'Batpoem' te vinden, gezongen door Adrian Henri. De muziek voor deze song is gebaseerd op de herkenningstune van de Batman-televisieserie uit 1966 waarmee de knipoog in deze (protest-)song wordt benadrukt. De versie van 'Batpoem' zoals die te horen is op The Amazing Adventures Of The Liverpool Scene kan hier beluisterd worden. Voor de tekst, zie hier.

In februari 1969 trad Liverpool Scene op voor de camera's van de Britse buis. Een van de songs die ze brachten, is 'Batpoem' en hoewel het intro van de song veranderd is en Henri de tekst heeft aangevuld met een lofzang op zijn favoriete voetbalclub, zijn het beelden om van te smullen:

Waar het protest tegen de oorlog in Vietnam in 'To Whom It May Concern' van Adrian Mitchell ontroert, werkt dat protest in 'Batpoem' van Adrian Henri en zijn The Liverpool Scene eerder op mijn lachspieren. Ik weet niet welke van de twee als protest effectiever is. 'To Whom It May Concern' emotioneert en laat me hoofdschuddend achter terwijl ik na het horen van 'Batpoem' de song nog een keer wil horen, en nog een keer. 'To Whom It May Concern' grijpt me in het moment terwijl 'Batpoem' dagenlang blijft na sudderen. 

De vraag welke van de twee protesten effectiever is, is eigenlijk ook helemaal niet interessant. Veel interessanter is dat deze twee Britse dichters, Adrian Mitchell en Adrian Henri, een gedicht van eigen hand sterker hebben gemaakt door deze van de pagina naar de microfoon te tillen. Het protest is beide gedichten wordt hierdoor beter gehoord, zo lijkt het. Want hoe sterk beide gedichten op papier ook zijn, ze komen pas echt tot leven als ze mij toegezongen worden.

De eendagsvlieg zonder de hit

Ze wekken haast medelijden op: de eendagsvliegen, de muzikanten die na één hit weer in de vergetelheid wegzakken. Maar wat nou als de hit uitblijft?
Een maand of wat geleden raakte ik onder de indruk van het enige niet instrumentale nummer op een niet nader te noemen elpee (dat nader noemen is hier niet relevant & bewaar ik voor later). De zanger heeft een dijk van een stem, een man waar ik meer van wil horen, maar toen ik op Discogs naar ander werk van hem zocht, bleek zijn gehele oeuvre slechts te bestaan uit die ene song. Eeuwig zonde natuurlijk, al kan ik nu wel opscheppen dat ik zijn gehele oeuvre in huis heb.
Ik raakte hierdoor geïntrigeerd door de muzikanten met een minimaal oeuvre, de bands met niet meer dan een of twee releases op hun naam. En dan het liefst hitloos. Want wat die ene song van die ene vergeten zanger mij vooral leerde, is dat de diepste krochten van de platenzaken in potentie vol liggen met vergeten schoonheid. 

Gisteren stuitte ik op de EP Garance van de Franse band Godzilla Et Accélérateur. Niet dat ik ooit van deze band had gehoord, maar de hoes fascineerde en de prijs was alleszins redelijk. Bovendien, zo leerde Discogs, is deze EP het enige dat van Godzilla Et Accélérateur is verschenen. De EP leverde geen hit op, voor zover ik heb kunnen nagaan. Een eendagsvlieg zonder hits & dus raakte ik gefascineerd. 
De vier songs op Garance - naast het titelnummer zijn dat 'Nouvelles Brèves', 'Petit Thouars' en 'Numéro 3' - rammelen dat het een lieve lust is. Ergens tussen Bo Diddley en de garagerammel van al die bandjes die te vinden zijn op verzamelaars als Nuggets en Back From The Grave. En dat alles in het Frans gezongen - waar ik overigens geen moer van versta - en in een geluidskwaliteit alsof de kleedruimte van de lokale voetbalclub tijdelijk was omgebouwd tot opnamestudio waar Godzilla Et Accélérateur op een vergeten donderdagmiddag haar ding mocht doen: vier songs als oorwurmen opnemen.
De door geluidskwaliteit geobsedeerde muziekliefhebbers - zeg maar de Dire Straits-luisteraars - kunnen de EP Garance beter aan zich voorbij laten gaan, maar wie houdt van het rock 'n' roll-concept van twee gitaren, een bas, drums, verstand op nul & gaan, doet er goed aan uit te kijken naar de eerste en tevens laatste EP van Godzilla Et Accélérateur. 
Ik had hier graag de nieuwsgierig geworden lezer wat laten horen, maar helaas niks van deze band is op YouTube of enig ander streamingdienst te vinden, voor zover ik heb kunnen nagaan. Wie geïnteresseerd is, zal zich moeten wenden tot een van de webwinkels waar de EP wordt aangeboden, of - nog beter - het ouderwetse speurwerk in platenzaken en op beurzen verrichten, net zolang tot het gezochte gevonden is. Het beste is natuurlijk er toevallig tegenaan lopen. Het is je gegund.
En nee, deze is niet verschenen in de glorieuze jaren zestig, zoals je na even luisteren mogelijk zou kunnen denken, maar in 1996. Vrij recent dus - hoewel dat ook al weer de eeuwigheid van 28 jaar geleden is. Wat maakt het uit. Aan goede muziek hangt geen tijd.

Mary Jo in Frankfort

De Dylanwereld is in rep en roer. De reden is een tweet op Bob Dylans twitteraccount (tegenwoordig X-account, maar X is een naam van niks. Ik houd het bij Twitter.) Dat account wordt zelden gebruikt en de geplaatste tweets zijn eigenlijk altijd zakelijk: aankondigingen van nieuwe releases e.d. 

Maar nu is er een andere tweet, vandaar die rep en roer.



'Wie is Mary Jo?' is momenteel de meest gehoorde vraag in Dylanville. 

Ik zal de mensen maar niet langer in spanning houden. Ik ben Mary Jo. Het probleem is alleen dat ik niks in mijn agenda heb staan over een afspraak in Frankfort, Kentucky. 

Bob Dylan - The 1974 Live Recordings

What the career of Bob Dylan teaches is that if you develop the mystique of a great rock star then you can easily ride out any rocky stages or rough patches in your career. (David Hepworth in Uncommon People)

In de eerste twee maanden van 1974 trok Bob Dylan - na acht jaar niet meer op tournee geweest te zijn -  langs concertpodia om in een moordend tempo veertig concerten te geven in Amerika en Canada. En net als acht jaar eerder was het The Band die hem begeleidde. Afgelopen vrijdag verscheen de 27 cd's tellende boxset The 1974 Live Recordings, een 431 songs tellend overzicht van Bob Dylans 1974-tournee. 

Het is, zonder een stuk van romanlengte te schrijven, onmogelijk om een boxset van 27 cd's recht te doen in een recensie. Geen roman hier, hooguit wat eerste indrukken na het horen van slechts een deel van de cd's in The 1974 Live Recordings.

Is er voldoende reden om jubelend richting platenzaak te rennen om The 1974 Live Recordings aan te schaffen, of is het gebodene onvoldoende om de toch niet geringe, maar alleszins redelijke geldelijke investering te doen? Om die vraag te kunnen beantwoorden, is meer informatie nodig, lijkt mij. 

Het eerste dat de potentiële koper van The 1974 Live Recordings moet weten is dat deze boxset niet een uitgebreide editie van Before The Flood, het album vol concertopnamen van deze tournee, is. Op Before The Flood hoort men songs van verschillende concerten die samen de indruk moeten wekken één concert van begin tot eind te vormen. Op de 27 cd's van The 1974 Live Recordings krijgt de luisteraar alle bewaard gebleven opnamen van Bob Dylan te horen van 26 concerten. Daar waar Before The Flood op naam staat van zowel Bob Dylan als The Band, is The 1974 Live Recordings een Dylan-release. Van de sets die The Band tijdens deze tournee zonder Dylan speelden is niks terug te vinden op The 1974 Live Recordings. Dat is niet vreemd. De gedachte achter het uitbrengen van deze boxset is niet dat Sony of Bob Dylan of wie dan ook vond dat al deze opnamen gehoord moesten worden. De enige reden waarom Sony uitgerekend nu deze opnamen op de markt brengt, is dat - als Sony dit nu niet doet - op 1 januari de copyrights voor deze opnamen verlopen en als die verlopen kan iedere nitwit met een behoefte aan snel geld verdienen deze opnamen op de markt gooien. Zie daar de reden dat alle bewaard gebleven opnamen van tournee 1974 in deze box te vinden zijn, maar alleen de Dylan-opnamen. Sony hoeft de copyrights van The Band-opnamen niet te beschermen.

Het eerste dat opvalt is hoe matig Bob Dylan en the Band op elkaar ingespeeld waren toen ze op 3 januari 1974 aan deze gezamenlijke tournee begonnen. En laten we eerlijk zijn: The Band was al een tijdje over haar hoogtepunt heen toen ze aan tour '74 begonnen, terwijl Bob Dylan op het punt stond om zichzelf wederom opnieuw uit te vinden. Dat contrast - vergane glorie versus nieuw elan - is hoorbaar op deze boxset. Opvallend is dan ook hoezeer een nummer als 'Like A Rolling Stone' - een song die ze acht jaar eerder toch regelmatig samen speelden - tijdens de eerste paar concerten de mist ingaat. Met name in het samen spelen is naarmate je verder komt in de boxset ontwikkeling te horen. Gedurende tournee lijken de leden van The Band wat van het oude spelplezier terug te vinden. The 1974 Live Recordings is dus allereerst als een geschiedschrijving, als bewijs van ontwikkeling interessant.

Hoewel er op The 1974 Live Recordings veel herhaling is te ontdekken, songs die tijdens meerdere, of zelfs bijna elk concert gespeeld werden, zijn er op deze boxset meer dan genoeg songs te vinden die niet hun weg vonden naar Before The Flood, zoals bijvoorbeeld touropener 'Hero Blues', 'Leopard-Skin Pill-Box Hat' (!), 'Maggie's Farm' en 'Just Like Tom Thumb's Blues', om er eens vier te noemen die al op de eerste twee cd's voorbij komen. Dit is de eerste van de drie voornaamste redenen om The 1974 Live Recordings te kopen.

De tweede reden is de soloset die Bob Dylan avond aan avond speelde. Want hoewel tournee 1974 vooral bekend staat als de tournee van Bob Dylan & The Band, is het toch vaak Dylans soloset die tijdens deze tour het hoogtepunt vormt. Een soloset waarin hij continu lijkt te switchen tussen de voortvarende geldingsdrang van de Dylan/Band-songs tijdens deze tour en de latere ingetogenheid van de sessies voor Blood On The Tracks. Een soloset waarin de ene song concert na concert lijkt terug te komen en andere songs slechts één of enkele keren de revue passeren. 

De derde reden is dat The 1974 Live Recordings de eerste concertopnamen bevat van de songs van het dan net verschenen Planet Waves. 'Tough Mama', (Planet Waves-outtake) 'Nobody 'Cept You', 'Forever Young', 'Something There Is About You' en 'Wedding Song', ze komen allemaal voorbij.

Hecht niet te veel waarde aan bovenstaande, want wie ben ik nou eenmaal? Bovendien heb ik nog lang niet alles gehoord van The 1974 Live Recordings, dus hoe waardevol is mijn oordeel? Dat gezegd hebbende, denk ik niet dat The 1974 Live Recordings iets is voor de passerende muziekliefhebber, voor de man of vrouw die wel 'wat met Bob Dylan heeft'. Maar als je - net als ik - uitkijkt naar het beluisteren van drieëntwintig versies van 'It's Alright, Ma (I'm Only Bleeding)', dan is The 1974 Live Recordings voor jou. 

trrrrrring

'Hallo?'
'Hé, met mij. Alles goed?'
'Zeker. Zeg het eens.'
'Die Bob Dylan van jou, hè, welke instrumenten speelt 'ie allemaal?'
'Waarom vraag je dat? Weet jij toch ook wel?'
'Doe me nou een lol, geef gewoon antwoord.'
'Ik snap nog niet waarom, maar goed, uhmmmmm.... Gitaar natuurlijk, en mondharmonica. Piano. Uhm. Saxofoon, meen ik me te herinneren. O, en natuurlijk basgitaar. Die bekende foto voor Fender, weet je wel, met die basgitaar.'
'Kom op...'
'Uhmmmm, o ja, orgel natuurlijk. En uh... hoe heet zo'n een, uh... harmoni... nee, uh, accordeon.'
'Werkelijk?'
'Ja, tijdens de sessies voor Under The Red Sky. En uhm... o ja, wacht even, op Highway 61 Revisited een fluitje. Hoe heet dat ook al weer op de hoes van dat album... police whistle? Nee, uhm... police car! police car! dat is 't!... Dan heb je het wel zo'n beetje denk ik.'
'Voeg daar dan maar moersleutel aan toe.'
'Moersleutel?'
'Moersleutel.'
'Hoezo een moersleutel?'
'Heb je het niet gelezen? Recent speelde hij moersleutel. Tijdens "Desolation Row", een concert van een paar dagen geleden.'
'Moersleutel.... Hoe dan? Ik bedoel: een moersleutel daar kun je op blazen wat je wilt, maar daar komt geen geluid uit, lijkt mij.'
'Niet blazen, slaan.'
'Slaan?'
'Slaan, ja. Tegen z'n microfoon.'
'Met de moersleutel tegen de microfoon of andersom?'
'Sleutel tegen microfoon.'
'Oké... Dus het instrument is eigenlijk meer moersleutel tegen microfoon?'
'Prima. Hij speelde moersleutel tegen microfoon.'
'Maar wat dan?'
'Hoe bedoel je?'
'Wat speelde 'ie dan op z'n moersleutel tegen microfoon?'
'Nou, gewoon een ritme.'
'Een ritme?'
'Ja. Iets van bam, bam, bambam, bam.'
'Bam, bam, bambam, bam?'
'Precies. Bam, bam, bambam, bam.'
'Grappig.'
'Je gaat je vooral afvragen wat er hierna komt.'
'Hoe bedoel je?'
'Nou, welk maf instrument hij hierna mee op de proppen komt.'
'Uhm... Pfff, een fruitschaal?'
'Een fruitschaal? Hoe maak je muziek met een fruitschaal?'
'Weet ik het. Ik roep maar wat... Fruit naar het publiek gooien en de reactie dan?'
'De reactie?'
'Ja, de "dankjewels" en "auwen" en zo van het publiek.'
'"Auwen?"'
'Als iemand niet vangt en het fruit tegen zijn hoofd krijgt, bijvoorbeeld. Weet ik het, ik roep ook maar wat!'
'Dan wordt het instrument dus meer fruitschaal met reactie.'
'Fruitschaal met reactie, klinkt goed!'
'Zet het maar vast op de lijst.'
'Welke lijst?'
'De lijst met instrumenten die Bob Dylan speelt.'
'Ergens tussen police car en moersleutel tegen microfoon, lijkt mij. Klinkt goed: fruitschaal met reactie.'
'Fruitschaal met reactie.'
'Ik kan niet wachten.'
'Ik ook niet. Nu we het verzonnen hebben, wil ik het horen ook.'
'Wie niet? Fruitschaal met reactie. Wat een instrumenten beheerst die man.'
'Wat een held.'
'Nou. Zeg dat wel.'


Zie ook hier.

aantekening #9026

Waarschuwing vooraf: dit is een ietwat zuur verhaal. (Wees gerust, alleen het eerste deel.)
Twee weken geleden kreeg ik een digitaal bericht dat De Volkskrant een mooi verhaal bevat van Suzi Ronson over hoe haar man Mick Ronson als gitarist een plek vond in Bob Dylans band voor The Rolling Thunder Revue. Dat verhaal stond in de krant naar aanleiding van het boek dat Suzi Ronson heeft geschreven over haar tijd in de wereld van rock 'n' roll, eerst als kapster van David Bowie, later als vrouw van de gitarist in Dylans band. Me And Mr Jones heet dat boek. Het digitale bericht bevatte naast informatie over het Volkskrant-stuk een link naar een webwinkel die - indien gewenst - de Nederlandse vertaling van het boek naar mij zou kunnen sturen. Bowie en ik heet die Nederlandse vertaling en kost €23,99. Een flink bedrag voor een paperback van iets meer dan 300 bladzijdes, als je het mij vraagt. En dit is de prijs nog vóór de aangekondigde btw-verhoging. De Nederlandse boekenliefhebber zal straks een tweede hypotheek moeten afsluiten om zo nu en dan nog iets te kunnen lezen.
De ervaring leert dat Engelstalige boeken vaak een stuk goedkoper zijn dan de Nederlandse vertalingen van die boeken en ook in het geval van Me And Mr Jones bleek de Engelstalige editie een stuk goedkoper dan de vertaling. De paperback van Me And Mr Jones kost slechts €12,60 en voor de inmiddels afgeprijsde gebonden editie hoefde ik slechts €8,99 te betalen (en dat is inclusief verzendkosten).
Het zal niemand verbazen dat ik Me And Mr Jones in het Engels heb gelezen.
Een aardig boek, nergens groots, maar een aardig inkijkje in de wereld van David Bowie in de tijd dat hij in zijn rol als Ziggy Stardust de wereld veroverde. 
Leuk natuurlijk, maar mijn interesse gaat toch meer uit naar de Dylan-jaren van Mick Ronson, dan naar zijn tijd in de Bowie-band en laat het daar net nou mis gaan.
Suzi Ronson geeft (bladzijde 249) over het Dylanconcert in 1975 in de Boston Music Hall, een ooggetuigenverslag: 
'When Bob Dylan comes on, it's as if God has arrived. [...] He walks on unannounced and starts to play "A Hard Rain's A-Gonna Fall." [...] He sings "Isis" as a duet with a violin played by Scarlet Rivera. [...] After intermission, the second half begins. It's dark onstage as the curtain rises up, then a spotlight illuminates Bob and Joan Baez standing together with acoustic guitars. They start to play "Blowin' In The Wind" and the crowd go wild.'
Ik kan me voorstellen dat de achteloze lezer dit leest en denkt een beeld te hebben van Dylans Rolling Thunder Revue, maar de mierenneuker in mij begint te sputteren. Mijn geheugen zegt mij dat dit niet kan kloppen. Om zeker van mijn zaak te zijn kijk ik een en ander na - iets wat Suzi Ronson ook had kunnen doen - binnen vijf minuten weet ik dat Ronson de plank misslaat.
Bob Dylan gaf in 1975 twee concerten in de Boston Music Hall, beide op 21 november. De eerste 's middags, de tweede 's avonds. Alleen tijdens het middagconcert speelde hij 'A Hard Rain's A-Gonna Fall', maar dit was zeker niet de eerste song die hij speelde, zoals Suzi Ronson beweert, maar de vierde song op de setlist. 
'Isis' speelde hij tijdens dit concert ook, net als tijdens het avondconcert. 'Blowin' In The Wind' speelde hij echter alleen tijdens het avondconcert, niet in de middag. Het is dus complete onzin dat Dylan tijdens hetzelfde concert in Boston zowel 'A Hard Rain's A-Gonna Fall' als 'Blowin' In The Wind' speelde.
Het stoort me, vooral omdat de feiten zich makkelijk laat vinden. Dit had Suzi Ronson, naar mijn smaak, beter moeten en ook kunnen doen met de kleinst mogelijk inspanning.

~ * ~ * ~

Wie gegrepen wordt door de muziek van Nina Simone (1933 - 2003) mag z'n borst natmaken. Het valt namelijk niet mee om een redelijke doorsnee van haar muziek te bemachtigen. Twee redenen: Nina Simone is in haar lange carrière nogal eens geswitcht van platenmaatschappij waardoor reïssueprogramma's hooguit delen van haar catalogus beslaan. Daarnaast is er in de loop der jaren een ware zondvloed aan compilatiealbums van haar werk verschenen. De ene nog matiger van kwaliteit dan de ander, vaak - maar zeker niet altijd - uitgebracht door obscure maatschappijtjes die meer geïnteresseerd zijn in snel geld verdienen, dan in het onder de aandacht brengen van Simone's muziek. Wie denkt dat ik overdrijf: volgens Discogs zijn er totaal 493 verschillende compilatiealbums van Nina Simone verschenen. Ter vergelijking: volgens diezelfde Discogs verschenen er 62 reguliere albums van Simone.
Een goed begin om in Simone's muziek te duiken - zo heb ik recent ontdekt - is niet overvloed aan compilatiealbums, maar zijn de zeven albums die ze voor Philips opnam. Niet alleen zijn het stuk voor stuk sterke albums - misschien wel het beste uit haar oeuvre - maar ook zijn ze alle zeven momenteel redelijk goed verkrijgbaar op vinyl met dank aan recente heruitgaven van deze albums.  Het gaat om: Broadway - Blues - Ballads (1964), In Concert (1964), I Put A Spell On You (1965), Let It All Out (1965), Pastel Blues (1965), Wild In The Wind (1966) en High Priestress Of Soul (1967). 
Zeven elpees in vier jaar tijd. Wie dat opmerkelijk veel vindt, moet bedenken dat er in die vier jaar ook nog elpees van haar verschenen op Coronet Records, Spin-O-Rama, Colpix Records (2), Pye Records en RCA Victor (2). Wie meetelt komt uit op veertien elpees in vier jaar. Dat is veel. Héél veel.
Terug naar die zeven Philips-platen. 
Voor wie zich afvraagt wat hem / haar te wachten staat op die zeven platen, een kort overzichtje van de 'hits': 'Don't Let Me Be Misunderstood' staat op het georkestreerde Broadway - Blues - Ballads, In Concert bevat niet alleen 'I Love You, Porgy', maar ook het hartverscheurende 'Mississippi Goddam'. I Put A Spell On You bevat - naast de titelsong - Simone's versie van Jacques Brels 'Ne Me Quitte Pas'. Op Pastel Blues komen 'Sinner Man', 'Strange Fruit' en 'Trouble In Mind' voorbij en op Wild In The Wind staat 'Lilac Wine' en 'Black Is The Colour Of My True Love's Hair'. 
Misschien is een goed begin tot Simone's oeuvre wel het minst bekende van de zeven Philips-albums: Let It All Out uit 1965 met niet alleen het van Billie Holiday bekende 'Don't Explain', maar ook het a capella gezongen 'Images' zijn op dit album te vinden.
Hoewel Let It All Out eigenlijk geen zwakke momenten kent, zijn er wel degelijk hoogtepunten aan te wijzen, zoals het swingende 'Chauffeur' waarin de zangeres Simone los kan gaan, en de verrassende folksy versie van Bob Dylans 'The Ballad Of Hollis Brown'. 
Fragmenten van de songs op Let It All Out kunnen hier beluisterd worden.

~ * ~ * ~

Er is geen muzikant waar zoveel boeken over geschreven zijn als Bob Dylan. De tweede plek wordt zonder enige twijfel ingenomen door de Beatles. Sinds enkele jaren - na decennia vooral Dylan-boeken te hebben gelezen -  pik ik zo nu en dan een boek over de Beatles op. Het is aardig om de gevarieerdheid in de Beatles-bibliotheek te zien (iets wat in de Dylan-bibliotheek wel wat meer zou mogen). Zo wordt bijvoorbeeld in Visualizing The Beatles het oeuvre van the Fab Four gevangen in tekeningen, grafieken, diagrammen, pictogrammen en tijdlijnen. Met The Beatles' London in de hand kan de toerist met andere ogen naar de Engelse hoofdstad kijken en beschrijft Peter Smith in zijn Two Of Us het verhaal van de aanvankelijk moeizame relatie die hij met zijn achtjarige zoon heeft, een relatie die door de gezamenlijke liefde voor Beatles-muziek hechter wordt.
Twee dagen geleden kocht ik een tweedehands exemplaar van het door Andrew Blauner samengestelde In Their Lives; Great Writers On Great Beatles Songs. Ik ben bijna op de helft. Als mijn tijd gisteren niet was opgeslokt door activiteiten elders, had ik het mogelijk al uit gehad. Heerlijk boek.
Zoals de titel al aangeeft vertellen schrijvers over hun Beatles-song. Dat gaat vaak gepaard met jeugdherinneringen. Persoonlijke verhalen dus en dat maakt dit boek nou juist zo aangenaam.

Is het mogelijk om nooit van de Beatles gehoord te hebben? 
En in het verlengde van het onvermijdelijke 'nee' als antwoord op voorgaande vraag: is het mogelijk om niet 'iets' met de Beatles te hebben?
Behalve een rancuneuze Rolling Stones-liefhebber die het maar niet kan verkroppen dan de Beatles het in alle opzichten beter doen dan de Stones, ben ik nog nooit een persoon tegengekomen die niet iets heeft met in ieder geval een of twee Beatles-songs. De Beatles zijn universeel als brood. Iedereen eet brood, iedereen kent muziek van de Beatles.
Maar waar begint dat, dat Beatles-kennen?
Ik herinner mij een buurvrouw die de hoesfoto van Beatles For Sale opgeblazen tot twee bij één meter aan de muur had hangen, maar ik herinner mij niet daar ooit iets van muziek gehoord te hebben. Wel de albums van Asterix en Lucky Luke die ik daar ging lezen, maar geen muziek van de Beatles of van wie dan ook.
Ik herinner mij een docent geschiedenis op de middelbare school wiens les steevast eindigde met tijd om alvast huiswerk te maken waarbij muziek gedraaid werd, maar alleen Beatles - de eerste drie albums - want dat was zijn muziek.
Ik herinner mij - nog voor de geschiedenisleraar - voor het eerst 'Love Me Do' op de radio te horen en het gevoel krijgen het al honderden keren gehoord te hebben.
Er is geen ontsnappen aan de Beatles. Goddank. Dat gold in 1964, en dat gold in 1970, maar ook in de jaren tachtig en nu nog steeds. De Beatles zijn van altijd.
De maaltijd, vier dagen geleden, ins Blaue hinein zegt zoonlief (21 jaar) dat The White Album toch wel zijn favoriete Beatles-album is omdat het zo gevarieerd is. Daarna volgt een gesprek over ieders favoriete Beatles-album en de beste Beatles-songs. 
Zo'n Beatles-gesprek voeren we zeker eens per maand, want al zeg je honderd keer hetzelfde over de Beatles, het blijft interessant.

~ * ~ * ~