Adrian Mitchell & Adrian Henri en het poëtische protest tegen de oorlog in Vietnam

Als ik Wikipedia mag geloven, las de Engelse dichter Adrian Mitchell zijn 'To Whom It May Concern' voor het eerst voor publiek in 1964. Dat publiek bestond uit tegen nucleaire wapens protesterende mannen en vrouwen. Trafalgar Square, Londen op Paaszondag 29 maart 1964, om precies te zijn. Datzelfde jaar verscheen Poems, Mitchells eerste dichtbundel, maar in dit boek is 'To Whom It May Concern' niet opgenomen. Het is wel te vinden in Mitchells tweede bundel, Out Loud, dat vier jaar later verscheen. 

Zes coupletten telt 'To Whom It May Concern'. Ieder couplet begint met twee regels waarna de steeds terugkerende regels

So stick my legs in plaster
Tell me lies about Vietnam 

volgen. Het aantal terugkerende regels wordt per couplet met één nieuwe regel - een directe reactie op de eerst twee regels in ieder couplet - aangevuld, beginnend met So. Zo luiden bijvoorbeeld de regels in het derde couplet:

So fill my ears with butter
Stick my legs in plaster
Tell me lies about Vietnam

'To Whom It May Concern' is een reactie op de televisiebeelden van de oorlog in Vietnam en daarmee een protest tegen deze oorlog. Zoals boven geschreven is 'To Whom It May Concern' te vinden in Out Loud, voor wie het wil lezen, maar wie de boodschap echt tot zich wil laten doordringen doet er beter aan te luisteren naar een dit gedicht voordragende Adrian Mitchell. Er zijn - voor zover ik weet - geen opnamen gemaakt tijdens die Paaszondag in 1964, maar wel een ruim jaar later tijdens de poëzielezing in de Royal Albert Hall - The International Poetry Incarnation op 11 juni 1965 waar Mitchell zijn 'To Whom It May Concern' voorlas:

The International Poetry Incarnation ademt, zo blijkt uit de film Wholly Communion die Peter Whitehead van dit evenement maakte, al iets van de losbandigheid die de tweede helft van de jaren zestig kenmerkt. Dit poëziefestival wordt vaak aangemerkt als de start van de Britse Underground-scene. Interessant daarbij is het publiek op die junidag in 1965. Veel jongeren die hoorbaar hun (on-)genoegen lieten horen als reactie op de voordragende dichters. Deze dag kenmerken als poëziefestival-met-rock-'n'-roll-allures is mogelijk wat overdreven, maar niet veel.

Het is gek, de Vietnamoorlog was reeds lang voorbij toen ik oud genoeg was om me bewust te zijn van fenomenen als oorlog en ellende en moord en doodslag, en toch kan ik niet naar 'To Whom It May Concern' luisteren zonder geraakt te worden. Zo rond de derde keer dat ik Adrian Mitchell de regel 'Tell me lies about Vietnam' hoor voordragen krijg ik een brok in mijn keel en zodra het daverende applaus van het publiek losbarst aan het eind van het gedicht, heb ik de tranen in mijn ogen staan. 

Ik heb me afgevraagd waarom de Britse dichter Adrian Henri niet, net als Adrian Mitchell, voorlas tijdens The International Poetry Incarnation in de Royal Albert Hall in Londen. Zijn poëzie had prima gepast in het programma van dit festival. De reden van Henri's afwezigheid is waarschijnlijk vrij simpel: werk van hem werd pas enkele jaren na het festival in boekvorm gepubliceerd, eerst in 1967 enkele gedichten in de bloemlezing The Mersey Sound en in 1968 in zijn debuutbundel Tonight At Noon

In Tonight At Noon staat het gedicht 'Batpoem', een gedicht dat is opgedragen aan onder andere Bob Kane. Die opdracht verraadt al dat 'Batpoem' geen gedicht is over vleermuizen, maar over Batman. Kane is immers de bedenker van deze comicbook-held. Henri heeft iets met Batman, zo maakte hij - Henri was niet alleen dichter, maar ook beeldend kunstenaar - in 1967 de collage Batcomposition waarin meerdere figuren uit de Batman-comics verwerkt zijn (zie het boek Adrian Henri Total Artist).

'Batpoem' is een gedicht met een knipoog en met dit knipooggedicht protesteert Henri, net als Adrian Mitchell met zijn 'To Whom It May Concern', tegen de oorlog in Vietnam:

Help us out in Vietnam
Batman
Help us drop that BatNapalm
Batman
Help us bomb those jungle towns
Spreading pain and death around
Coke 'n' Candy wins them round
Batman

En net als bij Mitchells 'To Whom It May Concern', komt 'Batpoem' van Adrian Henri meer tot z'n recht wanneer het gehoord wordt, dan wanneer het in stilte wordt gelezen. Voor zover ik weet is er geen opname waarop Henri zijn 'Batpoem' voorleest, maar er is wel een opname waarop hij 'Batpoem' zingt.

In 1968 verscheen het album The Amazing Adventures Of The Liverpool Scene. De band The Liverpool Scene bestaat uit zangers, gitaristen Mike Hart en Andy Roberts, bassist Percy Jones, drummer Brian Dobson, dichter en tenorsaxofonist Mike Evans en dichter Adrian Henri. Op dit album is de song 'Batpoem' te vinden, gezongen door Adrian Henri. De muziek voor deze song is gebaseerd op de herkenningstune van de Batman-televisieserie uit 1966 waarmee de knipoog in deze (protest-)song wordt benadrukt. De versie van 'Batpoem' zoals die te horen is op The Amazing Adventures Of The Liverpool Scene kan hier beluisterd worden. Voor de tekst, zie hier.

In februari 1969 trad Liverpool Scene op voor de camera's van de Britse buis. Een van de songs die ze brachten, is 'Batpoem' en hoewel het intro van de song veranderd is en Henri de tekst heeft aangevuld met een lofzang op zijn favoriete voetbalclub, zijn het beelden om van te smullen:

Waar het protest tegen de oorlog in Vietnam in 'To Whom It May Concern' van Adrian Mitchell ontroert, werkt dat protest in 'Batpoem' van Adrian Henri en zijn The Liverpool Scene eerder op mijn lachspieren. Ik weet niet welke van de twee als protest effectiever is. 'To Whom It May Concern' emotioneert en laat me hoofdschuddend achter terwijl ik na het horen van 'Batpoem' de song nog een keer wil horen, en nog een keer. 'To Whom It May Concern' grijpt me in het moment terwijl 'Batpoem' dagenlang blijft na sudderen. 

De vraag welke van de twee protesten effectiever is, is eigenlijk ook helemaal niet interessant. Veel interessanter is dat deze twee Britse dichters, Adrian Mitchell en Adrian Henri, een gedicht van eigen hand sterker hebben gemaakt door deze van de pagina naar de microfoon te tillen. Het protest is beide gedichten wordt hierdoor beter gehoord, zo lijkt het. Want hoe sterk beide gedichten op papier ook zijn, ze komen pas echt tot leven als ze mij toegezongen worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten