OPEN BRIEF AAN TOM door John Wolf (en een antwoord)

Beste Tom,


Ik heb je nieuwe weblog eens bekeken en was aangenaam verrast, zoals zo vaak als ik iets nieuws van je lees. 

Ik zal je zeker niet de grootste Bob Dylan-kenner van Nederland noemen, immers waar valt dat aan af te meten? Echter ben je wel de meest invloedrijke Nederlandse schrijver over Dylan. De schrijver die Dylan, en alles wat met hem te maken heeft (gehad), in talloze kamers op onze schermen en oud papier heeft gebracht, met prachtige analyses, verwijzingen en vondsten. Niet alleen die van jou, maar van vele andere Dylan liefhebbers. Het was al die jaren een feest van herkenning, een eigen stukje privacy in deze open samenleving met alle prikkels die we moeten kunnen verwerken, of anders ten onder dreigen te gaan. 

Nee, dit is zeker geen nihilistisch stukje Nietzsche die beschrijft wat de dolle mens toch aan moet na de ‘dood van god’ maar het lijkt er toch wel een beetje op. Dat wil ik graag uitleggen.

Je hebt veel schrijvers die trachten iets origineels (of vaak niet eens) te schrijven, waarna blijkt dat het weer een van de zoveelste imitatie van een imitatie is. ‘Read books and read quotations’. Heel soms zit er een absolute uitschieter tussen. 

Jochen Markhorst is zo een bijvoorbeeld. Deze prachtige schrijver heeft voor zichzelf een heel nieuw format bedacht waarmee hij Dylanteksten analyseert. Op zo’n eigenwijze en originele manier dat ik ervoor pleit hem aan het buitenland uit te leveren als opvolger van oude en zure mannen als Clinton Heylin, Greil Marcus of Michael Gray. Hij steekt er met kop en schouders bovenuit, misschien niet met alle feitjes en torenhoge ego’s, maar wel met een magistrale originele invalshoek. De eigen stijl die Markhorst hanteert om Bob Dylan op zijn manier te beschrijven is zo boeiend dat ik na het uitkomen van zijn meest recente boekje alweer smachtend uitkijk naar de volgende. Vooral de inleidingen waarin je moet gissen wanneer de connectie met het desbetreffende nummer herkenbaar wordt, lijkt een parallelproces te zijn met Dylan zelf, en dan voornamelijk tijdens zijn concerten, waarin ik soms pas weet welk nummer hij speelt als ik al in de auto zit op weg naar huis. Die spanning waarmee Jochen naar het nummer toeschrijft met ook nog eens een interessant verhaal (en voor mij vaak nieuwe informatie waar ik me dan weer in kan verdiepen), is altijd aanwezig, bij elk nummer opnieuw, en dat houdt hij al jaren vol. Hij doet het telkens weer!

Dan heb je Tom Willems en ik moet bekennen dat ik in het begin erg moest wennen aan de stelligheid die je poneert in je boeken en op je vroegere weblogs. Nee, niet als ‘alwetende’ maar wel als iemand waar je van goeden huize moest komen iets te weerleggen als jij het had uitgezocht. Dan sloten vaak de deuren voor verdere suggesties. 

Niet dat je maar weinig openstond voor een stevige discussie of kritiek, maar na jouw onderzoek kon je het onderwerp prima laten rusten. Daartegenover stond altijd die bescheidenheid en het grandioze respect voor de bard waarbij je je soms zo kwetsbaar kon opstellen dat het pijn deed.

Nu was dát voor mij jouw kracht. Je (feiten)kennis, je enthousiasme alles uit te zoeken waar je meer van wilde weten, het ambassadeurschap van de nummers die over het algemeen als ‘minder’ of zelfs ‘slecht’ werden beschouwd door veel fans, maar in werkelijkheid prachtig waren. Denk aan jouw liefde voor het album ‘Shot of Love’. 

Jouw liefde voor Dylan die zo ver ging dat we zelfs een stukje mochten meegenieten met je dagelijkse privéleven in de boeken waarin je een dagboek over Dylan bijhield. Ik was deels ‘getuige’ van het opgroeien van je kinderen en hun groeiende liefde voor Dylan. Tegelijk was ik ook aanwezig als het wat minder goed ging en dat merkte ik in de blog soms heel duidelijk. Daar wil ik hier uit respect voor jou geen aandacht aan besteden. Wel aan het volgende.

Als obsessieve Dylanfan had ik al snel begrepen dat mijn eeuwige adoratie en alle uren die ik in mijn leven aan hem spendeerde, vooral voortkwam uit een vorm van eenrichtingsverkeer. Daar bedoel ik mee, ik kon zoeken, denken, analyseren, genieten, worden getroost, en nog veel meer door de kleine-grote Genius maar hij zou mij nooit kennen, mij nooit uitleg geven over welk aspect van zijn leven dan ook, niet wat betreft zijn privéleven maar veel belangrijker, zeker niet wat betreft zijn leven als kunstenaar en zijn werken. Zijn creatieve keuzes waren en zijn nog steeds ondoorgrondelijk. Het eindresultaat is waar we het mee moeten doen, met misschien een kleine inkijk via de bootlegs die af en toe iets meer licht laat schijnen op het artistieke proces waar Dylan op dat moment in was beland. Ook in de spaarzame serieuze interviews werd niet veel duidelijker, als het aan Dylan lag.

Als ik net gewend was aan een nieuwe periode in zijn creatieve leven, werd dit resoluut afgestoten door de meester en moest ik maar weer wachten op wat komen ging. 

Dat zorgde voor nog iets pijnlijks. Namelijk de tijd waarin Dylan, zeker in het begin, zijn grandioze en sublieme albums maakte, was er een waarin nog zoveel van mijn andere idolen leefden. Meestal op literair en muzikaal vlak. En… Dylan kende al deze grootheden persoonlijk! Er zijn maar weinig mensen die ik vereer, die niet voorkwamen in het leven van Dylan, als voorbijganger, als vriend, mede-artiest of vijand. Het maakte niet uit maar Dylan was voor mij de spil waaromheen mijn hele creatieve leven verbonden was en later misschien wel mijn hele leven. Als hij dus veranderde van stijl of imago, veranderde mijn leven mee. Wat ik wil zeggen, is dat het altijd weer een afscheid betekende. Iets waar Dylan zelf minder moeite mee schijnt te hebben, maar ik vind het lastig. Zeker van waardevolle dingen in mijn leven die bijna op dezelfde hoogte als mijn kinderen staan wat betreft de liefde die ik voor hen voel. Zo dierbaar is het nu eenmaal. Zo dierbaar is Dylan in mijn leven en zo leef ik al bijna 40 jaar met talloze citaten van de man die mij door de meest moeilijke tijden in mijn leven heeft geloosd, en het nooit zal weten. Hij heeft wel eens gezegd dat hij vereerd is dat zijn nummers zoveel hebben gedaan voor zoveel mensen maar ja, daar kan ik niet echt iets mee.

Terug naar jou Tom.

Je bent een aantal keren veranderd van weblog en na jouw laatste boek over ‘Dylan in Nederland 1965-1984’ is ook hier een stilte gevallen.

Je was de meest solide lijn tussen Dylan en mijzelf. Tussen de Beats en mijzelf. Tussen een tijdsgeest die allang vervlogen is en mijzelf. 

Nu is die lijn grotendeels verbroken en dat betekent ook een vorm van afscheid. Vergelijk het met een nieuwe fase in de carrière van Dylan waaraan je even moet wennen maar nog niet eens de kans hebt gekregen de vorige fase af te sluiten. Niet permanent, want er zijn altijd de platen, maar wel in het hoofd van de grote Dylan. Hij gaat verder, altijd. ‘Don’t look back’ was niet zomaar een titel van de befaamde documentaire uit 1965, ja dus 60 jaar geleden en nog steeds actueel.

Dylan staat nooit stil, ook niet als hij niet produceert, of is dat nu een illusie die mijn staande houdt? Soms om artistieke redenen, soms omdat het anders zijn dood zou betekenen (denk aan de periode na de 1966 wereldtour waarin de druk en drugs hem bijna hadden vernietigd) maar hij kijkt altijd vooruit en is wars van nostalgie. Joan Baez zingt daar nog treffend over in haar ‘Diamond and Rust’.

Dat gevoel, en natuurlijk op een andere wijze, maar zeker niet minder indrukwekkend, geef jij mij nu ook. Je hebt Dylan deels van je afgeschud, om welke redenen dan ook. Als dat goed voor je is, ben ik ook nog eens heel blij voor je. Echter, het voelt niet zo. Ik kan mij geen Tom Willems voorstellen zonder zijn dagelijkse portie Dylan en de drang om over hem te schrijven. Dingen uit te zoeken, te ontdekken, enz. Maar het is echt zo: die is er niet meer. Zoals de gouden jaren 1965-1966 in het leven van Dylan er niet meer zijn, alleen nog op plaat, zo ben jij online nog terug te lezen, maar het is de verleden tijd. Je leeft, je gaat verder, maar als ik je nu nog regelmatig wil volgen over Dylan, waarin je voor mij zo belangrijk was, dan ben je daar niet meer. “You’re not there”.

Gelijk aan Dylan: hij was er, nam resoluut afscheid van een tijdsbeeld en ging verder. Alleen de nummers blijven over en gelukkig zijn deze nummers nog ‘eeuwig’ te beluisteren en blijft hij in mijn leven en hopelijk in het leven van nieuwe generaties. Maar dat ene kleine stukje tijd, daar waar het allemaal gebeurde, is voor altijd geschiedenis. Weg.

Dat gevoel heb ik ook als ik je nieuwe blog lees. Ik geniet ervan, zeker. Maar de Tom in de afgelopen 12 jaar zijn voor mij nu ook afgesloten en ik heb alleen de boeken en de weblog om dit terug te halen. Soms wilde ik dat ik net zo onthecht was in dit leven als Bob Dylan.

Mag ik je bedanken voor wat je voor zoveel Dylanfans in Nederland en Vlaanderen hebt gedaan! Je was een kei!

Te veel Dylan is gewoon niet goed voor de mens, hoewel ik heb besloten mijn hele lot eraan op te hangen. Dat zal de Nietzscheaanse inslag zijn, waar zelfs de eenzaamheid die dit oplevert tot waanzin kan en mag leiden, waar zelfs je leven van mag afhangen, maar ik raad het niemand aan. Ik weet zeker dat je de goede (misschien wel licht gedwongen) keus hebt gemaakt.

Blijf schrijven, dan kan ik blijven genieten van je nieuwe blog.

Het ga je goed Tom.


“Somebody’s got to cry some tears

I guess it must be up to me”.


~ * ~ * ~


Beste John,

Dank voor je brief. Wat je schrijft, raakt me. Flink. Voor ik inga op het tweede deel van je brief, even dit: ja, Jochen Markhorst is een uitstekend schrijver vol nieuwe, verrassende inzichten in Dylans oeuvre. Net als jij kijk ik na het uitlezen van zijn meest recente boek al weer uit naar het volgende. De voornaamste reden daarvoor is - zoals je ook schrijft - dat hij origineel, eigen is. Laten we hopen dat hij blijft doorgaan tot hij Dylans gehele oeuvre onder handen heeft genomen.

Dan nu dat tweede deel van je brief, het deel dat me raakt, dat pijnlijk is. Pijnlijk is niet altijd negatief, het kan de opening zijn om zaken op een rijtje te zetten. Het is tijd dat ik zaken op een rijtje zet, voor jou, voor iedereen die over onze schouders meeleest, maar vooral voor mijzelf. Daar gaat 'ie, de korte versie:

Sinds ik Bob Dylan eind jaren tachtig op de radio hoorde, ben ik alleen maar meer en meer naar zijn muziek gaan luisteren. Bij het obsessieve af. Dat heeft ruim vijfentwintig jaar geduurd tot er iets in mijn kop knapte of verstopte. Wat het ook was, er ging iets fout. Door dat foutje in mijn kop was ik niet meer in staat naar muziek te luisteren. Na een maand of twee, drie vol rust en wachten op herstel lukte het me zo’n vijf tot tien minuten per dag te luisteren naar muziek, maar eigenlijk nooit naar Dylan, zijn muziek eiste te veel van mij als luisteraar-met-wankele-oren. 

We zijn inmiddels bijna negen jaar verder en in die negen jaar lukte het me om steeds vaker en steeds langer naar muziek te luisteren. Bob Dylans muziek is nog steeds een uitdaging. Op een goede dag kan ik een album van hem draaien, als ik daarna maar even plat ga. Op een slechte dag hoor ik geen of slechts een paar minuten Dylan. 

Bob Dylan is mijn muzikale god, maar ik luister nog zelden naar zijn werk. Dat zal ook niet meer veranderen. Er is iets kapot in mijn kop en daar is niks aan te doen. Er zijn geen reserveonderdelen beschikbaar.

Dit klinkt misschien zielig, zo heb ik er zelf in ieder geval lang tegenaan gekeken, moet ik eerlijkheidshalve bekennen. Nu niet meer. Met ‘dank’ aan het verlies van het intensief kunnen luisteren naar Dylan gecombineerd met de behoefte aan muziek, ontdek ik de albums en artiesten die jarenlang aan mij voorbij zijn gegaan.

Met dank aan dat knappen of verstoppen in mijn kop - met enkele herhalingen in de jaren daarna - is luisteren naar Dylans muziek voor mij dus moeilijk geworden, maar dat is niks in vergelijking met hoe lastig schrijven is geworden. Dylan & de Beats verscheen zo'n twee jaar na de eerste knap. Ik kan nu wel verklappen dat dat boek voor een groot deel op m'n tandvlees is geschreven. Voor Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984 (2021) geldt dat eigenlijk nog meer. Om je een beeld te geven: twee uur aan een boek schrijven, betekent anderhalve dag de tol in mijn kop. Die laatste boeken zijn dus eigenlijk tegen beter weten in geschreven. Ik had het beter niet kunnen doen, maar ik vond dat het geschreven moest worden. Ik heb geen spijt van mijn keuzes, maar ik maak nu andere.

Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984 eindigt met de belofte van een vervolg. Het geraamte voor dat boek is voor een groot deel klaar, maar het werken daaraan heb ik een jaar of drie geleden op pauze gezet om het vervolgens niet meer op te pakken. Ik vind nog steeds dat dat boek er moet komen - begrijp me niet verkeerd - en ik vind ook dat ik dat moet schrijven (eigenwijs als ik ben), maar er aan verder werken lukt me niet. Het kost me moeite om te zeggen dat het vervolg op Bob Dylan in Nederland 1965 - 1984 er niet komt en dus zeg ik maar dat het er waarschijnlijk niet komt. Het is voor mij te vroeg om definitief afscheid te nemen van mijn Dylan-plannen.

Ik kan me - net als jij - nauwelijks een Tom Willems voorstellen zonder een dagelijks portie Dylan en toch is dat de realiteit van vandaag. Sinds ik de laatste Dylan-blog heb opgegeven en ik min of meer geaccepteerd heb dat de kans groot is dat ik nooit meer een boek schrijf, gaat het beter met me dan het lange tijd heeft gedaan. Door die knapper of verstopper of wat het dan ook geweest is in mijn kop kan ik niet meer wat ik daarvoor wel kon. Ik heb lang gevochten in een poging weer te kunnen wat ik toen kon. Nog niet zo heel lang geleden is het eindelijk tot mijn botte kop doorgedrongen dat dat een verloren strijd is. Ik ben niet meer wie ik toen was. Dat accepteren heeft rust gebracht. Eindelijk.

Ja, ik mis mijn oude ik. Ja, ik zou niets liever willen dan teruggaan, maar dat zit er simpelweg niet in. Het is wat het is. Ik vecht niet langer. Van het vechten werd ik niet gelukkig.

Groet,

Tom

3 opmerkingen:

  1. Nou, dat is toch wel een geval van alles of niks. Het was mij natuurlijk ook opgevallen dat het op de nieuwe blog niet of nauwelijks meer over Bob Dylan gaat, maar dat het zo diep ging, is toch nieuws. Ik kreeg af en toe inderdaad het idee dat je misschien een beetje te veel geobsedeerd was door Bob Dylan. Hoe dan ook, ik wil je bedanken voor alles wat je geschreven hebt over Dylan, het leidde er vaak toe dat ik ook weer eens één van zijn platen uit de kast trok.
    En ik wens veel geluk in deze nieuwe fase van je leven. Soms kun je inderdaad zo bezig zijn met één artiest dat je andere goede muziek vergeet. En nu ben je dus bezig met een inhaalslag!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Zo herkenbaar voor velen van de Neuo Divergent Brain volgers van je blogs. Ik mis de 'oude Tom' ook met de dagelijkse routine om even op je Dylan blog te kijken. Maar hé jij bent te kostbaar als mens voor je geliefden en je (mentale) gezondheid gaat boven alles. Weet dat je daarin niet alleen staat en niet de enige bent. Voor mijzelf was dit onderstaand 'Selfportrait' een aha erlebnis waardoor veel kwartjes op hun plek vielen. Ondertussen blijven we genieten van je diverse berichten op je huidige blog met af een toe een vleugje Hus Bobness! Veel rust in de kop gewenst...
      https://nl.linkedin.com/posts/mentaal-klassikaal_adhd-autisme-hoogbegaafdheid-activity-7298004516677799936-cRui

      Verwijderen
    2. Bovenstaan overigens van Henk vader van Marnix...🤠

      Verwijderen