trrrrrring

'Hallo?'
'Hé, met mij. Alles goed?'
'Zeker. Zeg het eens.'
'Die Bob Dylan van jou, hè, welke instrumenten speelt 'ie allemaal?'
'Waarom vraag je dat? Weet jij toch ook wel?'
'Doe me nou een lol, geef gewoon antwoord.'
'Ik snap nog niet waarom, maar goed, uhmmmmm.... Gitaar natuurlijk, en mondharmonica. Piano. Uhm. Saxofoon, meen ik me te herinneren. O, en natuurlijk basgitaar. Die bekende foto voor Fender, weet je wel, met die basgitaar.'
'Kom op...'
'Uhmmmm, o ja, orgel natuurlijk. En uh... hoe heet zo'n een, uh... harmoni... nee, uh, accordeon.'
'Werkelijk?'
'Ja, tijdens de sessies voor Under The Red Sky. En uhm... o ja, wacht even, op Highway 61 Revisited een fluitje. Hoe heet dat ook al weer op de hoes van dat album... police whistle? Nee, uhm... police car! police car! dat is 't!... Dan heb je het wel zo'n beetje denk ik.'
'Voeg daar dan maar moersleutel aan toe.'
'Moersleutel?'
'Moersleutel.'
'Hoezo een moersleutel?'
'Heb je het niet gelezen? Recent speelde hij moersleutel. Tijdens "Desolation Row", een concert van een paar dagen geleden.'
'Moersleutel.... Hoe dan? Ik bedoel: een moersleutel daar kun je op blazen wat je wilt, maar daar komt geen geluid uit, lijkt mij.'
'Niet blazen, slaan.'
'Slaan?'
'Slaan, ja. Tegen z'n microfoon.'
'Met de moersleutel tegen de microfoon of andersom?'
'Sleutel tegen microfoon.'
'Oké... Dus het instrument is eigenlijk meer moersleutel tegen microfoon?'
'Prima. Hij speelde moersleutel tegen microfoon.'
'Maar wat dan?'
'Hoe bedoel je?'
'Wat speelde 'ie dan op z'n moersleutel tegen microfoon?'
'Nou, gewoon een ritme.'
'Een ritme?'
'Ja. Iets van bam, bam, bambam, bam.'
'Bam, bam, bambam, bam?'
'Precies. Bam, bam, bambam, bam.'
'Grappig.'
'Je gaat je vooral afvragen wat er hierna komt.'
'Hoe bedoel je?'
'Nou, welk maf instrument hij hierna mee op de proppen komt.'
'Uhm... Pfff, een fruitschaal?'
'Een fruitschaal? Hoe maak je muziek met een fruitschaal?'
'Weet ik het. Ik roep maar wat... Fruit naar het publiek gooien en de reactie dan?'
'De reactie?'
'Ja, de "dankjewels" en "auwen" en zo van het publiek.'
'"Auwen?"'
'Als iemand niet vangt en het fruit tegen zijn hoofd krijgt, bijvoorbeeld. Weet ik het, ik roep ook maar wat!'
'Dan wordt het instrument dus meer fruitschaal met reactie.'
'Fruitschaal met reactie, klinkt goed!'
'Zet het maar vast op de lijst.'
'Welke lijst?'
'De lijst met instrumenten die Bob Dylan speelt.'
'Ergens tussen police car en moersleutel tegen microfoon, lijkt mij. Klinkt goed: fruitschaal met reactie.'
'Fruitschaal met reactie.'
'Ik kan niet wachten.'
'Ik ook niet. Nu we het verzonnen hebben, wil ik het horen ook.'
'Wie niet? Fruitschaal met reactie. Wat een instrumenten beheerst die man.'
'Wat een held.'
'Nou. Zeg dat wel.'


Zie ook hier.

aantekening #9026

Waarschuwing vooraf: dit is een ietwat zuur verhaal. (Wees gerust, alleen het eerste deel.)
Twee weken geleden kreeg ik een digitaal bericht dat De Volkskrant een mooi verhaal bevat van Suzi Ronson over hoe haar man Mick Ronson als gitarist een plek vond in Bob Dylans band voor The Rolling Thunder Revue. Dat verhaal stond in de krant naar aanleiding van het boek dat Suzi Ronson heeft geschreven over haar tijd in de wereld van rock 'n' roll, eerst als kapster van David Bowie, later als vrouw van de gitarist in Dylans band. Me And Mr Jones heet dat boek. Het digitale bericht bevatte naast informatie over het Volkskrant-stuk een link naar een webwinkel die - indien gewenst - de Nederlandse vertaling van het boek naar mij zou kunnen sturen. Bowie en ik heet die Nederlandse vertaling en kost €23,99. Een flink bedrag voor een paperback van iets meer dan 300 bladzijdes, als je het mij vraagt. En dit is de prijs nog vóór de aangekondigde btw-verhoging. De Nederlandse boekenliefhebber zal straks een tweede hypotheek moeten afsluiten om zo nu en dan nog iets te kunnen lezen.
De ervaring leert dat Engelstalige boeken vaak een stuk goedkoper zijn dan de Nederlandse vertalingen van die boeken en ook in het geval van Me And Mr Jones bleek de Engelstalige editie een stuk goedkoper dan de vertaling. De paperback van Me And Mr Jones kost slechts €12,60 en voor de inmiddels afgeprijsde gebonden editie hoefde ik slechts €8,99 te betalen (en dat is inclusief verzendkosten).
Het zal niemand verbazen dat ik Me And Mr Jones in het Engels heb gelezen.
Een aardig boek, nergens groots, maar een aardig inkijkje in de wereld van David Bowie in de tijd dat hij in zijn rol als Ziggy Stardust de wereld veroverde. 
Leuk natuurlijk, maar mijn interesse gaat toch meer uit naar de Dylan-jaren van Mick Ronson, dan naar zijn tijd in de Bowie-band en laat het daar net nou mis gaan.
Suzi Ronson geeft (bladzijde 249) over het Dylanconcert in 1975 in de Boston Music Hall, een ooggetuigenverslag: 
'When Bob Dylan comes on, it's as if God has arrived. [...] He walks on unannounced and starts to play "A Hard Rain's A-Gonna Fall." [...] He sings "Isis" as a duet with a violin played by Scarlet Rivera. [...] After intermission, the second half begins. It's dark onstage as the curtain rises up, then a spotlight illuminates Bob and Joan Baez standing together with acoustic guitars. They start to play "Blowin' In The Wind" and the crowd go wild.'
Ik kan me voorstellen dat de achteloze lezer dit leest en denkt een beeld te hebben van Dylans Rolling Thunder Revue, maar de mierenneuker in mij begint te sputteren. Mijn geheugen zegt mij dat dit niet kan kloppen. Om zeker van mijn zaak te zijn kijk ik een en ander na - iets wat Suzi Ronson ook had kunnen doen - binnen vijf minuten weet ik dat Ronson de plank misslaat.
Bob Dylan gaf in 1975 twee concerten in de Boston Music Hall, beide op 21 november. De eerste 's middags, de tweede 's avonds. Alleen tijdens het middagconcert speelde hij 'A Hard Rain's A-Gonna Fall', maar dit was zeker niet de eerste song die hij speelde, zoals Suzi Ronson beweert, maar de vierde song op de setlist. 
'Isis' speelde hij tijdens dit concert ook, net als tijdens het avondconcert. 'Blowin' In The Wind' speelde hij echter alleen tijdens het avondconcert, niet in de middag. Het is dus complete onzin dat Dylan tijdens hetzelfde concert in Boston zowel 'A Hard Rain's A-Gonna Fall' als 'Blowin' In The Wind' speelde.
Het stoort me, vooral omdat de feiten zich makkelijk laat vinden. Dit had Suzi Ronson, naar mijn smaak, beter moeten en ook kunnen doen met de kleinst mogelijk inspanning.

~ * ~ * ~

Wie gegrepen wordt door de muziek van Nina Simone (1933 - 2003) mag z'n borst natmaken. Het valt namelijk niet mee om een redelijke doorsnee van haar muziek te bemachtigen. Twee redenen: Nina Simone is in haar lange carrière nogal eens geswitcht van platenmaatschappij waardoor reïssueprogramma's hooguit delen van haar catalogus beslaan. Daarnaast is er in de loop der jaren een ware zondvloed aan compilatiealbums van haar werk verschenen. De ene nog matiger van kwaliteit dan de ander, vaak - maar zeker niet altijd - uitgebracht door obscure maatschappijtjes die meer geïnteresseerd zijn in snel geld verdienen, dan in het onder de aandacht brengen van Simone's muziek. Wie denkt dat ik overdrijf: volgens Discogs zijn er totaal 493 verschillende compilatiealbums van Nina Simone verschenen. Ter vergelijking: volgens diezelfde Discogs verschenen er 62 reguliere albums van Simone.
Een goed begin om in Simone's muziek te duiken - zo heb ik recent ontdekt - is niet overvloed aan compilatiealbums, maar zijn de zeven albums die ze voor Philips opnam. Niet alleen zijn het stuk voor stuk sterke albums - misschien wel het beste uit haar oeuvre - maar ook zijn ze alle zeven momenteel redelijk goed verkrijgbaar op vinyl met dank aan recente heruitgaven van deze albums.  Het gaat om: Broadway - Blues - Ballads (1964), In Concert (1964), I Put A Spell On You (1965), Let It All Out (1965), Pastel Blues (1965), Wild In The Wind (1966) en High Priestress Of Soul (1967). 
Zeven elpees in vier jaar tijd. Wie dat opmerkelijk veel vindt, moet bedenken dat er in die vier jaar ook nog elpees van haar verschenen op Coronet Records, Spin-O-Rama, Colpix Records (2), Pye Records en RCA Victor (2). Wie meetelt komt uit op veertien elpees in vier jaar. Dat is veel. Héél veel.
Terug naar die zeven Philips-platen. 
Voor wie zich afvraagt wat hem / haar te wachten staat op die zeven platen, een kort overzichtje van de 'hits': 'Don't Let Me Be Misunderstood' staat op het georkestreerde Broadway - Blues - Ballads, In Concert bevat niet alleen 'I Love You, Porgy', maar ook het hartverscheurende 'Mississippi Goddam'. I Put A Spell On You bevat - naast de titelsong - Simone's versie van Jacques Brels 'Ne Me Quitte Pas'. Op Pastel Blues komen 'Sinner Man', 'Strange Fruit' en 'Trouble In Mind' voorbij en op Wild In The Wind staat 'Lilac Wine' en 'Black Is The Colour Of My True Love's Hair'. 
Misschien is een goed begin tot Simone's oeuvre wel het minst bekende van de zeven Philips-albums: Let It All Out uit 1965 met niet alleen het van Billie Holiday bekende 'Don't Explain', maar ook het a capella gezongen 'Images' zijn op dit album te vinden.
Hoewel Let It All Out eigenlijk geen zwakke momenten kent, zijn er wel degelijk hoogtepunten aan te wijzen, zoals het swingende 'Chauffeur' waarin de zangeres Simone los kan gaan, en de verrassende folksy versie van Bob Dylans 'The Ballad Of Hollis Brown'. 
Fragmenten van de songs op Let It All Out kunnen hier beluisterd worden.

~ * ~ * ~

Er is geen muzikant waar zoveel boeken over geschreven zijn als Bob Dylan. De tweede plek wordt zonder enige twijfel ingenomen door de Beatles. Sinds enkele jaren - na decennia vooral Dylan-boeken te hebben gelezen -  pik ik zo nu en dan een boek over de Beatles op. Het is aardig om de gevarieerdheid in de Beatles-bibliotheek te zien (iets wat in de Dylan-bibliotheek wel wat meer zou mogen). Zo wordt bijvoorbeeld in Visualizing The Beatles het oeuvre van the Fab Four gevangen in tekeningen, grafieken, diagrammen, pictogrammen en tijdlijnen. Met The Beatles' London in de hand kan de toerist met andere ogen naar de Engelse hoofdstad kijken en beschrijft Peter Smith in zijn Two Of Us het verhaal van de aanvankelijk moeizame relatie die hij met zijn achtjarige zoon heeft, een relatie die door de gezamenlijke liefde voor Beatles-muziek hechter wordt.
Twee dagen geleden kocht ik een tweedehands exemplaar van het door Andrew Blauner samengestelde In Their Lives; Great Writers On Great Beatles Songs. Ik ben bijna op de helft. Als mijn tijd gisteren niet was opgeslokt door activiteiten elders, had ik het mogelijk al uit gehad. Heerlijk boek.
Zoals de titel al aangeeft vertellen schrijvers over hun Beatles-song. Dat gaat vaak gepaard met jeugdherinneringen. Persoonlijke verhalen dus en dat maakt dit boek nou juist zo aangenaam.

Is het mogelijk om nooit van de Beatles gehoord te hebben? 
En in het verlengde van het onvermijdelijke 'nee' als antwoord op voorgaande vraag: is het mogelijk om niet 'iets' met de Beatles te hebben?
Behalve een rancuneuze Rolling Stones-liefhebber die het maar niet kan verkroppen dan de Beatles het in alle opzichten beter doen dan de Stones, ben ik nog nooit een persoon tegengekomen die niet iets heeft met in ieder geval een of twee Beatles-songs. De Beatles zijn universeel als brood. Iedereen eet brood, iedereen kent muziek van de Beatles.
Maar waar begint dat, dat Beatles-kennen?
Ik herinner mij een buurvrouw die de hoesfoto van Beatles For Sale opgeblazen tot twee bij één meter aan de muur had hangen, maar ik herinner mij niet daar ooit iets van muziek gehoord te hebben. Wel de albums van Asterix en Lucky Luke die ik daar ging lezen, maar geen muziek van de Beatles of van wie dan ook.
Ik herinner mij een docent geschiedenis op de middelbare school wiens les steevast eindigde met tijd om alvast huiswerk te maken waarbij muziek gedraaid werd, maar alleen Beatles - de eerste drie albums - want dat was zijn muziek.
Ik herinner mij - nog voor de geschiedenisleraar - voor het eerst 'Love Me Do' op de radio te horen en het gevoel krijgen het al honderden keren gehoord te hebben.
Er is geen ontsnappen aan de Beatles. Goddank. Dat gold in 1964, en dat gold in 1970, maar ook in de jaren tachtig en nu nog steeds. De Beatles zijn van altijd.
De maaltijd, vier dagen geleden, ins Blaue hinein zegt zoonlief (21 jaar) dat The White Album toch wel zijn favoriete Beatles-album is omdat het zo gevarieerd is. Daarna volgt een gesprek over ieders favoriete Beatles-album en de beste Beatles-songs. 
Zo'n Beatles-gesprek voeren we zeker eens per maand, want al zeg je honderd keer hetzelfde over de Beatles, het blijft interessant.

~ * ~ * ~

eren, citeren, plagiëren

Steal a little and they throw you in jail / Steal a lot and they make you king. (Bob Dylan)

In de zomer van 2003 was Bob Dylan de gebeten hond. In onder andere Wall Street Journal en Time werd hij beschuldigd van het plagiëren van Confessions Of A Yakuza van Junichi Saga. Dylan gebruikte enkele regels uit dit boek voor songs op het album "Love And Theft" (2001). Dat de muzikant inspiratie voor zijn songs vond in literatuur, was niks nieuws voor de Dylan-liefhebber. Tijdens zijn hele carrière had hij hier en daar geleend uit boeken, songteksten, films, krantenberichten voor het schrijven van zijn songteksten en ook nadat journalisten in 2003 moord en brand schreeuwden over deze praktijk, ging hij hier vrolijk mee verder. 

En dat is ook niet zo vreemd. Het is onmogelijk om in een vacuüm te creëren. Iedere zichzelf respecterende kunstenaar staat op de schouders van zijn voorgangers.

Ik moest aan de in mijn ogen in 2003 ietwat overtrokken brand schreeuwende journalisten denken toen ik in één week tijd niet een, niet twee, maar drie keer op werk van citerende kunstenaars stuitte. 

een

Een paar jaar geleden belande ik tijdens een middag lamlendig bankhangen, zappend langs de kanalen op de beeldbuis in een documentaire over de Israëlische schrijver Etgar Keret. Die film maakte zoveel indruk, dat ik boeken van Keret wilde lezen. Gelijk. En dus schudde ik de lamlendigheid het lijf uit en bezocht ik de boekhandel hier in het dorp. Twee boeken van Keret lagen er, beide nam ik mee. 

Dat bleek een tegenvaller. Ik worstelde mij door het eerste boek en het tweede boek verdween uiteindelijk half gelezen naar de kringloopwinkel. Weg er mee, niet mijn ding. 

Maar toch bleef het knagen, dankzij die uitstekende documentaire. Als ik ergens een boek van Keret zag staan, moest ik het toch even oppakken, een paar regels lezen hier en daar om het vervolgens niet te kopen.

Daar kwam bij een van de laatste bezoeken aan de kringloopwinkel verandering in. Daar vond ik het boek Een goede daad per dag (2004) van Edgar Keret, maar zette het dit keer niet terug in de kast. De reden van mijn aanschaf: het omslagontwerp van Roald Triebels.

Zou Triebels een jazzliefhebber zijn?

Het platenlabel Blue Note staat garant voor kwaliteit. Er zijn maar weinig door Blue Note in haar hoogtijdagen uitgebrachte albums die de moeite van het beluisteren niet waard zijn. Het mooie van Blue Note is dat de platen op dit label altijd makkelijk te herkennen zijn door de uniformiteit in hoesontwerp. 

Saxofonist Tina Brooks (1932 - 1974) nam tussen 1957 en 1961 als muzikaal leider vier albums op waarvan er slechts één tijdens zijn leven werd uitgebracht: het magistrale True Blue (1960). Op de voorzijde van de hoes van True Blue staan 12 rechthoeken. Eén rechthoek bevat een foto van Tina Brooks, de overige rechthoeken zijn blauw. Niet allemaal dezelfde kleur blauw, maar elk rechthoek in een eigen schakering, eigenlijk net zoals op de cover van het boek Een goede daad per dag van Etgar Keret.

In de verhalen in Een goede daad per dag vond ik geen enkele verwijzing naar de muziek van Tina Brooks.

Zou uitgeverij Anthos en / of ontwerper Roald Triebels achteraf op de vingers zijn getikt door Blue Note? Geen idee.

Hetzelfde kan overigens gevraagd worden over het ontwerp van de hoes (en cd / elpee-labels) van Bob Dylans Shadows In The Night, om nog maar te zwijgen over de hoes van Joe Jacksons Body And Soul.

twee

Als liefhebber van comics neem ik eens per maand op previewsworld.com de lijst met binnen kort te verschijnen titels door om de gewenste titels te bestellen bij mijn vaste comicleverancier. Zo ook gisteren. Een van de deze maand aangeboden comics is Curb Angels van schrijver Nyala Ali en tekenaar Lisa Mendis. De beschrijving van die comic op Previews World begint zo: In the post-punk, global economy of the 1980's, four young women from very different backgrounds are united by a common goal: justice. Nou is dit - vooral door de tekenstijl - geen comic waar ik normaal gesproken belangstelling voor heb, maar voor even bleven mijn ogen wel hangen aan de op de website Previews World afgebeelde cover. Tekenaar Lisa Mendis heeft voor deze cover goed gekeken naar de cover van het debuutalbum van New York Dolls. Het grote verschil tussen comic en albumhoes is dat op de voorzijde van de comic vier dames afgebeeld staan terwijl op de de voorzijde van New York Dolls - zoals het debuutalbum heet - vijf heren in Dameskleding staan. Het is knap hoe Mendis één Doll heeft weggemoffeld voor haar comic cover.

Er zijn vele comics met een Dylanverwijzing, maar de leukste is misschien wel een aflevering van Doctor Who met een naar The Freewheelin' Bob Dylan verwijzende cover, zie hier.

drie

Afgelopen april kocht ik op de verzamelaarsbeurs in Utrecht een poster van de film Otto E Mezzo (1963) van Federico Fellini. Niet omdat ik die film kende en daarvan onder de indruk was, maar omdat ik die poster zo mooi vind. En wie kan er nou een oude filmposter laten liggen voor €5,-? Ik in ieder geval niet. Het is zo'n geschilderde poster waarop zowel Marcello Mastroianni en Claudia Cardinale staan afgebeeld. Die laatste is in de Dylanwereld natuurlijk bekend van de hoes van het album Blonde On Blonde, maar dit terzijde.

Enfin, kort na aanschaf van de poster, wist ik ook een dvd met Otto E Mezzo op de kop te tikken. Want de schoonheid van de poster deed mij verlangen naar het zien van de film. Die dvd belandde na aanschaf op de stapel nog te kijken en werd vergeten, ondanks dat ik dagelijks langs de inmiddels ingelijste filmposter loop. Afgelopen week eindelijk Otto E Mezzo gekeken. 

Binnen vijf minuten na het aanzetten van de film zie ik een man - touw om zijn enkel - door de lucht zweven als een ballon. Een soortgelijke scène is te zien in de film I'm Not There waarin zes verschillende acteurs Bob Dylan spelen, al valt Dylans naam niet in die film.

Regisseur Todd Haynes heeft - voor het maken van I'm Not There - gekeken naar Fellini's Otto E Mezzo. Dat blijkt vooral uit de menselijke ballonscène in beide films, maar niet uitsluitend. Er zijn wel meer overeenkomsten tussen Otto E Mezzo en I'm Not There te vinden, al zijn ze niet allemaal zo duidelijk als de menselijke ballon.


Had Todd Haynes na het voltooien van I'm Not There op het matje geroepen moeten worden door de filmrechtbank? Had Roald Triebels door de mangel van het designersgilde gehaald moeten worden? Verdiende Lisa Mendis een levenslang verbod op het beluisteren van New York Dolls na het tekenen van de cover van Curb Angels?

Natuurlijk niet. 

Maar er is wel ergens een grens, een grens met aan de ene zijde eren en aan de andere zijde plagiëren. Ik heb geen idee waar die grens precies ligt en gelukkig hoef ik dat ook niet te weten. Laat mij maar een beetje aanklooien en rondstruinen in de literatuur, muziek en film en af en toe roepen: 'hé, dat is hetzelfde als...'

Oude platen

'(...) nothing good in this world ever stays in mint condition. And if it does, you're doing it wrong.' 
- Eric Spitznagel - 

Ik was zes toen ik voor het eerst een platenzaak binnenstapte en een handvol zakgeld op de toonbank legde om naar huis te gaan mijn eerste singletje. Mijn tweeënhalf jaar oudere zus & ik hadden niet lang daarvoor de oude platenspeler van mijn ouders gekregen. Ik ben inmiddels 51 jaar en in die ruim vier decennia sinds die eerste aanschaf, ben ik altijd vinyl blijven kopen en draaien. Dat is niet altijd even makkelijk geweest. Ik herinner mij een defecte platenspeler begin jaren negentig en een gebrek aan aanbod van nieuwe spelers, om nog maar te zwijgen over de lijdensweg van het vervangen van een naald in de vinyl-magere jaren.

Die eerste single die ik als zesjarige kocht, heb ik al lang niet meer. En ja, ook ik heb in de opkomstjaren van de cd veel platen van de hand gedaan. Want waarom de elpee bewaren wanneer de cd in huis kwam? Toen leek dat logisch, nu allang niet meer. Ergens tijdens een groot opruimactie verdween mijn exemplaar van The Beatles - beter bekend als The White Album - in een boodschappentas. Een tas die ik vervolgens in een platenzaak ruilde voor een handje vol cd's. 

Hoe ben ik als puber ooit bij The Beatles uitgekomen? Ik heb werkelijk geen idee meer. In ieder geval niet via mijn ouders & de muziekliefhebbende buurman draaide Stones, geen Beatles, dus van hem heb ik het ook niet. Het maakt niet uit. Veel belangrijker is dat ik mijn White Album verkocht heb. Mijn White Album met de twee harde tikken - vlak na elkaar - tijdens 'Good Night', de allerlaatste song op dit dubbelalbum. Mijn White Album met die grote poster vol foto's van The Beatles, maar zonder de portretfoto's van de vier Beatles die ook bij de plaat horen te zitten.

Bij een kringloopwinkel vond ik niet lang na aanschaf van The White Album het bij dit album horende portret van John Lennon, op een stukje hout geplakt. Aan de achterzijde een haakje om het op te hangen. Het heeft jaren op mijn puberkamer gehangen. Ik heb het ooit nagetekend, op de draaitafel The White Album, uiteraard. Maar ook deze opgeplakte foto is - net als de elpee - weg, verdwenen, verloren. Want ik had de cd, wat moest ik met de plaat? Of die foto?

Na jaren tevreden zijn met de cd, kwam ergens - tegen alle logica in - toch het verlangen terug naar die oude elpee, inclusief twee harde tikken, vlak na elkaar, tijdens 'Good Night'. Het gekke is namelijk dat ik - na tientallen keren naar het album luisteren - tijdens het draaien van de elpee nooit meer die twee tikken hoorde, maar bij het draaien van cd des te harder het ontbreken van die tikken hoorde.

Om misverstanden te voorkomen: ik ben geen lid van de club middelbare mannen die tegen iedereen die het maar wil horen (of niet) uitleggen waarom elpees beter klinken dan cd's. Ja, ik heb een zwak voor elpees, geef per maand een veel te groot percentage van mijn inkomsten uit aan oude en nieuwe platen, maar ik ben geen vinylpurist. Als je het mij vraagt zijn elpees niet beter dan cd's. Beide geluidsdragers hebben hun voor- en nadelen. Er is echter één groot verschil tussen de elpee en de cd, waar te vaak in de discussie over verschillen tussen geluidsdragers aan voorbij wordt gegaan. Iedere elpee heeft, in tegenstelling tot een cd, een eigen karakter. In een elpee hoor je alle voorgaande draaibeurten terug, in een cd niet. Twee op het oog identieke elpees klinken nooit precies hetzelfde, terwijl twee identieke cd's ook daadwerkelijk en voor altijd hetzelfde klinken. Daarom is het - in mijn optiek - volkomen normaal om meerdere exemplaren van dezelfde elpee te (willen) bezitten, maar is het bezit van meer dan één keer dezelfde cd overbodig.

Ik dwaal af. The White Album van The Beatles, de elpee vervangen voor de cd & daar spijt van hebben, daar was ik. Die spijt kreeg een vervolg.

Een paar jaar geleden kocht ik voor de tweede keer in mijn leven een tweedehands exemplaar van The White Album. Geen poster, geen portretfoto's, maar vooral - ondanks veelvuldig poetsen - matig geluid. Een tegenvaller dus. Niet tevreden met dit exemplaar kocht ik nogmaals een tweedehands exemplaar van The White Album, geen poster, drie van de vier portretfoto's, hier en daar een tikje, maar goed geluid. Het enige dat mij te doen stond was ergens die poster en vierde portretfoto op de kop tikken en verdomd als het niet waar is, kwam ik binnen no time op Marktplaats een advertentie tegen waarin drie van de vier portretfoto's aangeboden werden. Er van overtuigd zijnde dat bij die drie aangeboden portretten ook het portret zou zitten dat ik zocht, kocht ik de drie foto's om na betaling er achter te komen dat in het Marktplaats-setje nou net precies dezelfde Beatle ontbrak las bij mijn exemplaar van The White Album en dus had ik twee exemplaren van deze Beatles-plaat inclusief twee keer drie van de vier portretfoto's, maar geen poster.

Niet lang daarna vond ik alsnog een setje van vier portretfoto's en... een derde exemplaar van The White Album, inclusief nogmaals de vier portretfoto's, maar geen poster. Een overbodige aankoop eigenlijk, maar voor zes euro kon ik die plaat toch niet laten liggen? En, grappig genoeg, is dit goedkope exemplaar het best klinkende exemplaar van de drie, met één minpuntje: de plaat slaat over tijdens 'Yer Blues'. Dat is het karakter van deze plaat, zal ik maar zeggen.

Ik moest hier - al die exemplaren van The White Album -  aan denken tijdens het lezen van Old Records Never Die van Eric Spitznagel. In dit boek vertelt Spitznagel over zijn zoektocht naar de platen die hij in de loop der jaren weg heeft gedaan. Hij ging niet op zoek naar dezelfde titels, maar naar de daadwerkelijke exemplaren die hij weg had gedaan. Het aardige van het boek is dat het verhaal zo voorstelbaar is, de spijt over het wegdoen & de behoefte om het opnieuw in handen te kunnen houden van bepaalde elpees. De liefde voor de muziek, maar vooral waarvoor de muziek staat, de herinneringen die de muziek in het algemeen en de jaren gekoesterde elpee kunnen oproepen, is wat het verhaal zo voorstelbaar maakt. En nee, Spitznagel is geen groot schrijver, maar het is vooral de liefde voor vinyl die je als lezer tussen de regels van dit boek proeft, dat Old Records Never Die tot een goed boek maakt.

In de boodschappentas die ik naar de opkoper sjouwde, de tas waar The White Album inzat, zat ook het verzamelalbum Free & Easy, Rough & Ready van Free. Op de achterzijde van de hoes had ik een klein stickertje geplakt met mijn initialen. Zo'n anderhalf jaar geleden trof ik bij de kringloopwinkel op een half uurtje rijden van huis dit album aan, het stickertje met mijn initialen nog steeds in de rechter benedenhoek op de achterzijde van de hoes. Zo'n vijfentwintig jaar nadat ik de plaat van de hand had gedaan, hield ik mijn oude exemplaar weer in mijn handen. Ondanks dat de elpee door de vorige eigenaar dusdanig ruw behandeld was, dat de plaat draaien ondenkbaar is, kocht ik het ding voor een paar euro. Nostalgie.