'Hé, met mij. Alles goed?'
'Zeker. Zeg het eens.'
Steal a little and they throw you in jail / Steal a lot and they make you king. (Bob Dylan)
In de zomer van 2003 was Bob Dylan de gebeten hond. In onder andere Wall Street Journal en Time werd hij beschuldigd van het plagiëren van Confessions Of A Yakuza van Junichi Saga. Dylan gebruikte enkele regels uit dit boek voor songs op het album "Love And Theft" (2001). Dat de muzikant inspiratie voor zijn songs vond in literatuur, was niks nieuws voor de Dylan-liefhebber. Tijdens zijn hele carrière had hij hier en daar geleend uit boeken, songteksten, films, krantenberichten voor het schrijven van zijn songteksten en ook nadat journalisten in 2003 moord en brand schreeuwden over deze praktijk, ging hij hier vrolijk mee verder.
En dat is ook niet zo vreemd. Het is onmogelijk om in een vacuüm te creëren. Iedere zichzelf respecterende kunstenaar staat op de schouders van zijn voorgangers.
Ik moest aan de in mijn ogen in 2003 ietwat overtrokken brand schreeuwende journalisten denken toen ik in één week tijd niet een, niet twee, maar drie keer op werk van citerende kunstenaars stuitte.
een
Een paar jaar geleden belande ik tijdens een middag lamlendig bankhangen, zappend langs de kanalen op de beeldbuis in een documentaire over de Israëlische schrijver Etgar Keret. Die film maakte zoveel indruk, dat ik boeken van Keret wilde lezen. Gelijk. En dus schudde ik de lamlendigheid het lijf uit en bezocht ik de boekhandel hier in het dorp. Twee boeken van Keret lagen er, beide nam ik mee.Dat bleek een tegenvaller. Ik worstelde mij door het eerste boek en het tweede boek verdween uiteindelijk half gelezen naar de kringloopwinkel. Weg er mee, niet mijn ding.
Maar toch bleef het knagen, dankzij die uitstekende documentaire. Als ik ergens een boek van Keret zag staan, moest ik het toch even oppakken, een paar regels lezen hier en daar om het vervolgens niet te kopen.
Daar kwam bij een van de laatste bezoeken aan de kringloopwinkel verandering in. Daar vond ik het boek Een goede daad per dag (2004) van Edgar Keret, maar zette het dit keer niet terug in de kast. De reden van mijn aanschaf: het omslagontwerp van Roald Triebels.
Zou Triebels een jazzliefhebber zijn?
Het platenlabel Blue Note staat garant voor kwaliteit. Er zijn maar weinig door Blue Note in haar hoogtijdagen uitgebrachte albums die de moeite van het beluisteren niet waard zijn. Het mooie van Blue Note is dat de platen op dit label altijd makkelijk te herkennen zijn door de uniformiteit in hoesontwerp.Saxofonist Tina Brooks (1932 - 1974) nam tussen 1957 en 1961 als muzikaal leider vier albums op waarvan er slechts één tijdens zijn leven werd uitgebracht: het magistrale True Blue (1960). Op de voorzijde van de hoes van True Blue staan 12 rechthoeken. Eén rechthoek bevat een foto van Tina Brooks, de overige rechthoeken zijn blauw. Niet allemaal dezelfde kleur blauw, maar elk rechthoek in een eigen schakering, eigenlijk net zoals op de cover van het boek Een goede daad per dag van Etgar Keret.
In de verhalen in Een goede daad per dag vond ik geen enkele verwijzing naar de muziek van Tina Brooks.
Zou uitgeverij Anthos en / of ontwerper Roald Triebels achteraf op de vingers zijn getikt door Blue Note? Geen idee.
Hetzelfde kan overigens gevraagd worden over het ontwerp van de hoes (en cd / elpee-labels) van Bob Dylans Shadows In The Night, om nog maar te zwijgen over de hoes van Joe Jacksons Body And Soul.
twee
Als liefhebber van comics neem ik eens per maand op previewsworld.com de lijst met binnen kort te verschijnen titels door om de gewenste titels te bestellen bij mijn vaste comicleverancier. Zo ook gisteren. Een van de deze maand aangeboden comics is Curb Angels van schrijver Nyala Ali en tekenaar Lisa Mendis. De beschrijving van die comic op Previews World begint zo: In the post-punk, global economy of the 1980's, four young women from very different backgrounds are united by a common goal: justice. Nou is dit - vooral door de tekenstijl - geen comic waar ik normaal gesproken belangstelling voor heb, maar voor even bleven mijn ogen wel hangen aan de op de website Previews World afgebeelde cover. Tekenaar Lisa Mendis heeft voor deze cover goed gekeken naar de cover van het debuutalbum van New York Dolls. Het grote verschil tussen comic en albumhoes is dat op de voorzijde van de comic vier dames afgebeeld staan terwijl op de de voorzijde van New York Dolls - zoals het debuutalbum heet - vijf heren in Dameskleding staan. Het is knap hoe Mendis één Doll heeft weggemoffeld voor haar comic cover.Ik was zes toen ik voor het eerst een platenzaak binnenstapte en een handvol zakgeld op de toonbank legde om naar huis te gaan mijn eerste singletje. Mijn tweeënhalf jaar oudere zus & ik hadden niet lang daarvoor de oude platenspeler van mijn ouders gekregen. Ik ben inmiddels 51 jaar en in die ruim vier decennia sinds die eerste aanschaf, ben ik altijd vinyl blijven kopen en draaien. Dat is niet altijd even makkelijk geweest. Ik herinner mij een defecte platenspeler begin jaren negentig en een gebrek aan aanbod van nieuwe spelers, om nog maar te zwijgen over de lijdensweg van het vervangen van een naald in de vinyl-magere jaren.
Die eerste single die ik als zesjarige kocht, heb ik al lang niet meer. En ja, ook ik heb in de opkomstjaren van de cd veel platen van de hand gedaan. Want waarom de elpee bewaren wanneer de cd in huis kwam? Toen leek dat logisch, nu allang niet meer. Ergens tijdens een groot opruimactie verdween mijn exemplaar van The Beatles - beter bekend als The White Album - in een boodschappentas. Een tas die ik vervolgens in een platenzaak ruilde voor een handje vol cd's.
Hoe ben ik als puber ooit bij The Beatles uitgekomen? Ik heb werkelijk geen idee meer. In ieder geval niet via mijn ouders & de muziekliefhebbende buurman draaide Stones, geen Beatles, dus van hem heb ik het ook niet. Het maakt niet uit. Veel belangrijker is dat ik mijn White Album verkocht heb. Mijn White Album met de twee harde tikken - vlak na elkaar - tijdens 'Good Night', de allerlaatste song op dit dubbelalbum. Mijn White Album met die grote poster vol foto's van The Beatles, maar zonder de portretfoto's van de vier Beatles die ook bij de plaat horen te zitten.
Bij een kringloopwinkel vond ik niet lang na aanschaf van The White Album het bij dit album horende portret van John Lennon, op een stukje hout geplakt. Aan de achterzijde een haakje om het op te hangen. Het heeft jaren op mijn puberkamer gehangen. Ik heb het ooit nagetekend, op de draaitafel The White Album, uiteraard. Maar ook deze opgeplakte foto is - net als de elpee - weg, verdwenen, verloren. Want ik had de cd, wat moest ik met de plaat? Of die foto?
Na jaren tevreden zijn met de cd, kwam ergens - tegen alle logica in - toch het verlangen terug naar die oude elpee, inclusief twee harde tikken, vlak na elkaar, tijdens 'Good Night'. Het gekke is namelijk dat ik - na tientallen keren naar het album luisteren - tijdens het draaien van de elpee nooit meer die twee tikken hoorde, maar bij het draaien van cd des te harder het ontbreken van die tikken hoorde.
Om misverstanden te voorkomen: ik ben geen lid van de club middelbare mannen die tegen iedereen die het maar wil horen (of niet) uitleggen waarom elpees beter klinken dan cd's. Ja, ik heb een zwak voor elpees, geef per maand een veel te groot percentage van mijn inkomsten uit aan oude en nieuwe platen, maar ik ben geen vinylpurist. Als je het mij vraagt zijn elpees niet beter dan cd's. Beide geluidsdragers hebben hun voor- en nadelen. Er is echter één groot verschil tussen de elpee en de cd, waar te vaak in de discussie over verschillen tussen geluidsdragers aan voorbij wordt gegaan. Iedere elpee heeft, in tegenstelling tot een cd, een eigen karakter. In een elpee hoor je alle voorgaande draaibeurten terug, in een cd niet. Twee op het oog identieke elpees klinken nooit precies hetzelfde, terwijl twee identieke cd's ook daadwerkelijk en voor altijd hetzelfde klinken. Daarom is het - in mijn optiek - volkomen normaal om meerdere exemplaren van dezelfde elpee te (willen) bezitten, maar is het bezit van meer dan één keer dezelfde cd overbodig.Ik dwaal af. The White Album van The Beatles, de elpee vervangen voor de cd & daar spijt van hebben, daar was ik. Die spijt kreeg een vervolg.
Een paar jaar geleden kocht ik voor de tweede keer in mijn leven een tweedehands exemplaar van The White Album. Geen poster, geen portretfoto's, maar vooral - ondanks veelvuldig poetsen - matig geluid. Een tegenvaller dus. Niet tevreden met dit exemplaar kocht ik nogmaals een tweedehands exemplaar van The White Album, geen poster, drie van de vier portretfoto's, hier en daar een tikje, maar goed geluid. Het enige dat mij te doen stond was ergens die poster en vierde portretfoto op de kop tikken en verdomd als het niet waar is, kwam ik binnen no time op Marktplaats een advertentie tegen waarin drie van de vier portretfoto's aangeboden werden. Er van overtuigd zijnde dat bij die drie aangeboden portretten ook het portret zou zitten dat ik zocht, kocht ik de drie foto's om na betaling er achter te komen dat in het Marktplaats-setje nou net precies dezelfde Beatle ontbrak las bij mijn exemplaar van The White Album en dus had ik twee exemplaren van deze Beatles-plaat inclusief twee keer drie van de vier portretfoto's, maar geen poster.
Niet lang daarna vond ik alsnog een setje van vier portretfoto's en... een derde exemplaar van The White Album, inclusief nogmaals de vier portretfoto's, maar geen poster. Een overbodige aankoop eigenlijk, maar voor zes euro kon ik die plaat toch niet laten liggen? En, grappig genoeg, is dit goedkope exemplaar het best klinkende exemplaar van de drie, met één minpuntje: de plaat slaat over tijdens 'Yer Blues'. Dat is het karakter van deze plaat, zal ik maar zeggen.
Ik moest hier - al die exemplaren van The White Album - aan denken tijdens het lezen van Old Records Never Die van Eric Spitznagel. In dit boek vertelt Spitznagel over zijn zoektocht naar de platen die hij in de loop der jaren weg heeft gedaan. Hij ging niet op zoek naar dezelfde titels, maar naar de daadwerkelijke exemplaren die hij weg had gedaan. Het aardige van het boek is dat het verhaal zo voorstelbaar is, de spijt over het wegdoen & de behoefte om het opnieuw in handen te kunnen houden van bepaalde elpees. De liefde voor de muziek, maar vooral waarvoor de muziek staat, de herinneringen die de muziek in het algemeen en de jaren gekoesterde elpee kunnen oproepen, is wat het verhaal zo voorstelbaar maakt. En nee, Spitznagel is geen groot schrijver, maar het is vooral de liefde voor vinyl die je als lezer tussen de regels van dit boek proeft, dat Old Records Never Die tot een goed boek maakt.
In de boodschappentas die ik naar de opkoper sjouwde, de tas waar The White Album inzat, zat ook het verzamelalbum Free & Easy, Rough & Ready van Free. Op de achterzijde van de hoes had ik een klein stickertje geplakt met mijn initialen. Zo'n anderhalf jaar geleden trof ik bij de kringloopwinkel op een half uurtje rijden van huis dit album aan, het stickertje met mijn initialen nog steeds in de rechter benedenhoek op de achterzijde van de hoes. Zo'n vijfentwintig jaar nadat ik de plaat van de hand had gedaan, hield ik mijn oude exemplaar weer in mijn handen. Ondanks dat de elpee door de vorige eigenaar dusdanig ruw behandeld was, dat de plaat draaien ondenkbaar is, kocht ik het ding voor een paar euro. Nostalgie.