Het is misschien niet verstandig - zoals ik heb gedaan - om alle negen delen binnen een week te kijken, vooral omdat in ieder deel - met uitzondering van de eerste, uiteraard - veel wordt teruggekeken op voorgaande delen. De films bevatten veel herhaling. Ikzelf heb het echter haast als onmogelijk ervaren om niet te blijven kijken. Aan het einde van iedere film vroeg ik me af hoe het verder zou gaan met bedeesde Bruce, straatschoffie Tony, boerenzoon Neil, de vriendinnen Jackie, Susan en Lynn, de naar Australië geëmigreerde Paul en vooral Neil, het vrolijke zevenjarige jongetje met de rijke fantasie die op veertienjarige leeftijd ineens iets droevigs had, op 21-jarige leeftijd zijn studie had gestopt en in de bouw werkte, op 28-jarige leeftijd zonder vaste woon- of verblijfplaats zwierf om uiteindelijk in de lokale politiek terecht te komen. Neil die ik zo graag een beetje geluk gunde. Neil, waarbij ik aan het begin van ieder deel mijn hart vasthield en tegen de tv mompelde 'hoe zou het met Neil zijn?' voor ik op play drukte.
Om het wekelijkse uurtje fysiotherapie te verlichten klets ik over van alles met de fysiotherapeut tijdens de oefeningen. Na een kort promotiepraatje van mij over de Up-serie, vroeg ze of ik zo'n document van mijn eigen leven zou willen hebben, of ik in een serie als Up te zien zou willen zijn. Dat wil ik niet, hoe tegenstrijdig dat ook is met mijn lof over deze serie. De reden dat ik dat niet wil, is de serie zelf. Een opmerkelijk aantal van de deelnemers klaagt in beeld over de negatieve gevolgen van de serie. Vier van de veertien geïnterviewden haken dan ook tijdelijk of helemaal af en zijn in een of meerdere delen van Up niet te zien.
Hoewel de serie met de huidige negen delen nog niet afgesloten lijkt te zijn, is het maar de vraag of er nog nieuwe delen gemaakt zullen worden. Twee van de veertien deelnemers zijn inmiddels overleden, net als regisseur Michael Apted. Ergens hoop ik nog dat er over twee jaar een 70 Up verschijnt. En misschien daarna nog een 77 Up, een 84 Up, enzovoort. Ik wil weten hoe het verder gaat met Bruce en Symon en Jackie en vooral Neil. Dat is - met de wetenschap hoeveel last sommige deelnemers van de serie ondervonden hebben - slecht van mij. Ik ben er dan ook niet trots op.
~ * ~ * ~
Ik draai deze ochtend If I Could Only Remember My Name (1971) van David Crosby ter nagedachtenis aan journalist Steve Silberman. Silberman is afgelopen woensdag (28 augustus) op 66-jarige leeftijd overleden. Ik associeer Steve Silberman met drie zaken:
1. De documentaire Long Strange Trip waarin Silberman de schoonheid van Grateful Dead-muziek in woorden weet te vangen;
2. De Facebookgroep Our Allen rond beatdichter Allen Ginsberg waarvan Silberman de beheerder was;
3. Het album If I Could Only Remember My Name van David Crosby.
In schooljaar 1991 - 1992 liep ik stage op een basisschool in Deventer. Mijn begeleider bleek - net als ik - een muziekliefhebber te zijn met een voorkeur voor de muziek van Bob Dylan. Ergens tijdens die stage kreeg ik een cassette van de man waarop hij muziek had gezet waarvan hij vermoedde dat ik het wel wat zou vinden. Op de cassette stonden songs van Tom Waits, Randy Newman, Beach Boys (van het album Holland) en enkele songs van If I Could Only Remember My Name van David Crosby. De Crosby-songs op die cassette zorgden ervoor dat ik een paar jaar later If I Could Only Remember My Name kocht. Na verloop van tijd verwaterde mijn aandacht voor het Crosby-album, zoals dat gaat met het ontdekken van andere, nieuwe muziek. Na de dood van David Crosby in januari vorig jaar, hoorde ik Silberman praten over de schoonheid van If I Could Only Remember My Name. Silberman deed dat zo overtuigend, dat ik het Crosby-album herontdekte en weer regelmatig draai. Met name daarvoor ben ik Steve Silberman dankbaar.
~ * ~ * ~
Ik ben geen reiziger, nooit geweest. Laat mij maar thuis. Dagdromen is mijn vorm van reizen. Dat neemt niet weg dat er twee plekken zijn die ik ooit nog eens hoop te bezoeken. Twee plaatsen waar de werken van de Beatschrijvers van de jaren vijftig en zestig en de muziek van de jaren zestig in het algemeen en Bob Dylan in het bijzonder samensmelten: San Francisco's City Lights Bookstore en New Yorks Greenwich Village. Er is een derde plek waar deze samensmelting te vinden is, maar daar ben ik in 2016 al geweest: de Royal Albert Hall in Londen.Volgende maand verschijnt het boek Talkin' Greenwich Village: The Heady Rise and Slow Fall of America’s Bohemian Music Capital van David Browne. Gezien de beschrijving van dit boek op Amazon, kan Talkin' Greenwich Village wel eens interessante voeding voor mijn dagdromen bevatten en dus heb ik inmiddels een exemplaar besteld.
~ * ~ * ~
Vandaag gaat in Amerika de film Reagan in première. Voor de soundtrack van deze film hebben de makers Bob Dylan weten te strikken voor één song. Die soundtrack laat nog even op zich wachten, nog geen cd of elpee met de muziek van de film Reagan in de bekende webshops te vinden. Maar, zoals gezegd, ging de film vandaag in Amerika in première en dus plofte er net een mp3'tje van Dylans bijdrage - zo te horen in de bioscoop met een mobieltje opgenomen - in mijn mailbox.
Bob Dylans versie van het door Cole Porter geschreven 'Don't Fence Me In' is een piano-gedreven ballade waarin met name het achtergrondkoortje - mannenstemmen - opvalt. de eerste indruk is dat dit in het verlengde ligt van Dylans drie albums met songs uit de American Songbook en Christmas In The Heart. Wie nu gelijk denkt 'niet voor mij', kan beter nogmaals denken. Nee, 'Don't Fence Me In' behoort niet tot Dylans beste werk, maar verdient het zeker wel om gehoord te worden. Het laat vooral horen wat ik al jaren weet: Bob Dylan kan zingen.
~ * ~ * ~
De meest recente editie van Mojo heeft niet alleen een Dylan-cover, maar ook een cd met tracks uit 1974, waaronder twee van de volgende maand te verschijnen boxset The 1974 Live Recordings. Ik dacht slim te zijn en bestelde het tijdschrift rechtstreeks bij de uitgever in Engeland. Had ik het maar nooit gedaan, niet alleen ontving ik het tijdschrift pas op het moment dat het al lang en breed in Nederland in de schappen lag, ook betaalde ik - met dank aan Brexit - invoerrechten waardoor de uiteindelijke prijs voor het tijdschrift een stuk hoger was, dan wanneer ik een exemplaar bij de sigarenboer om de hoek had gekocht. Nooit meer dus op deze manier, maar dit terzijde.
Twee tracks bevat de bij Mojo geleverde cd van Bob Dylans tournee van begin 1974: 'The Times They Are A-Changin'' van het middagconcert van 14 februari en 'Something There Is About You' van het concert van 30 januari. Kort na het einde van bewuste tournee verscheen het dubbelalbum Before The Flood met opnamen van deze tour. Het aardige is dat er op dit album geen versies van 'The Times They Are A-Changin'' of 'Something There Is About You' te vinden zijn. Als 'lekkermakertje' zijn deze twee tracks dus een uitstekende keuze.
Wie niet kan wachten tot de release van The 1974 Live Recordings op 20 september, of voor wie 27 cd's met in totaal 431 tracks wat te veel van het goede is, zijn de twee tracks op deze Mojo-cd een aardige aanvulling op Before The Flood. Dit geldt uiteraard ook voor de twee op YouTube vrijgegeven tracks: 'Forever Young' (9 febr., zie hier) en 'It's All Over Now, Baby Blue' (14 febr, zie hier).
~ * ~ * ~
Geen opmerkingen:
Een reactie posten