Afgelopen april kwam ik bovenstaande fragment uit de film Jazz & Poetry van Louis van Gasteren op YouTube tegen. Ik heb een zwak voor de dichter Ted Joans, dit fragment was een openbaring voor mij. De opnamen zijn gemaakt in Amsterdam in 1964, aldus de informatie op YouTube.
Het eerste door Joans voorgedragen gedicht was een aantal jaar geleden te horen in De Wereld Draait Door. Bij de woorden 'Jazz is my religion' - het tweede gedicht - zal menig poëzieliefhebber doen denken aan Jules Deelder, maar deze woorden zijn niet van Deelder zelf, hij vond ze bij Ted Joans.
Sinds april sluimert de gedachte dat ik 'iets' met dit filmpje moet op deze blog in mijn achterhoofd, maar wat precies wist ik niet. En het gekke is dat in de maanden sinds april out of the blue hier en daar kleine verwijzingen naar dit optreden van Joans opduiken in wat ik lees.
Eerst was er het boek Schrijversleven; dagboekaantekeningen van Remco Campert. In een dagboekaantekening van 25 september 1962 schrijft hij: '(...) naar avond in Sheherezade [moet zijn: Sheherazade, jazzclub] belegd door Sim. Vin. [Simon Vinkenoog] Voel mij minder hip dan ooit, terwijl ook niet bizonder beat. Op deze avond zal jazz gespeeld worden en poëzie gelezen. [...]
Hoofdschotel van de avond is de Amerikaanse beat-dichterschilder Ted Joans, who is spreading the good word in Europe. Ik las weleens beroerde dichtershoeklyrische gedichten van hem en zinnen als: "I cannot deny that I am Ted Joans Afro American negro colored spade spook mau mau soul-brother coon jig darkie, etc." En: "I have never owned a gun and never killed anything - I guess there is too much good God art in my heart to hurt something physically". Wekt geen vertrouwen, zoiets, bij de gewaarschuwde man.'
Het is wat vreemd dat Campert deze aantekening in 1962 maakte terwijl volgens de informatie bij het YouTube-filmpje de opnamen van Ted Joans twee jaar later gemaakt zijn. Gaat het om twee verschillende optredens, of klopt een van de twee dateringen niet?
Aan het begin van het filmpje bedankt Joans Simon voor de introductie, dat moet wel haast de ook door Campert genoemde Simon Vinkenoog zijn.
In tijdschrift Jazz bulletin van december 2022 staat het door Erik van den Berg geschreven artikel 'ting ting ting in de bleke zon' over Simon Vinkenoog en jazz. Van den Berg: 'Niet veel later [na het verschijnen van Vinkenoogs boek Hoogseizoen (1962)] wordt Vinkenoog een gangmaker van jazz and poetry in Nederland. Hij organiseert combinaties van "toffe jazz, poëzie, happenings, acts, battles of the instruments" in de Amsterdamse jazzclub Sheherazade, waarvan een avond in 1964 door cineast Louis van Gasteren wordt vastgelegd in de documentaire Jazz and Poetry. Daarin zien we de Amerikaanse jazzdichter Ted Joans aangekondigt als "distinguished guest" bij het kwartet van Piet Kuiters, altist Herman Schoonderwalt, bassist Ruud Jacobs en drummer Cees See.'
Weer dat jaar 1964...
Diezelfde Erik van den Berg publiceerde eerder dit jaar het schitterende boek De jazzband van den Duivel, waarin hij schrijft over jazz in Nederlandse fictie. In dit boek is het boven genoemde artikel 'ting ting ting in de bleke zon' opgenomen, maar dit stuk is niet de enige in De jazzband van den Duivel waarin Ted Joans genoemd wordt. In het stuk over Jules Deelder komt - hoe kan het ook anders - Joans' lijfspreuk 'jazz is my religion' voorbij en in het essay over L.Th. Lehmann lees ik: 'In de jaren zestig trad Lehmann op met trompetist Nedly Elstak en in de Amsterdamse club Sheherazade sloot hij vriendschap met de Amerikaanse jazzdichter Ted Joans. Een periode waarnaar hij verwijst in zijn gedicht "Poetry and jazz", met de aantekening "Combo op de achtergrond. Up-tempo"
Vervolgens citeert Van den Berg een deel van het gedicht 'Poetry and jazz', maar in dat geciteerde fragment geen Ted Joans.
Ik bezit slechts één bundel van Lehmann, het in 1966 verschenen Luxe. Ik hoopte daarin 'Poetry and jazz' aan te treffen, tevergeefs, maar al bladerend bleef mijn oog hangen aan het eerste deel - 'verkenning' geheten - van het gedicht 'December 1963 Atheense dodekalogie' waarin Ted Joans te vinden is:
De internationale zwerversbrigade,
(noem ze geen beatniks;
hier schuilt een standverschil;
beatniks wassen zich niet)
ook voor een goede zaak:
zichzelf.
Geen souvenirzaak verdient aan hen
en geen duur hôtel.
Ze kijken niet naar het Parthenon,
kopen geen Aráchova-tassen,
loeren niet op pittoreske typen
en zijn a dead loss voor tourist business.
Toch zette Pappa Spiros op Syntagma
naast de American Express,
met dure ouzo en lauwe espresso
ook hen af, tegelijk met
winkelende Griekse hoedendames
en Ted Joans die op het terras zit
koud en gekleed op Kenya
met zijn trompet in de plastic zak.
Het wachten is nu op de grote Vinkenoog-biografie waarin - hoop ik - een en ander zal staan over Ted Joans in Nederland. Of toch eerst maar de Joans-biografie lezen, enkele maanden geleden verschenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten