Euroboy (= Ebby) - abcde

Wanneer je in Rotterdam op de Nieuwe Binnenweg loopt, komend vanaf de Oude Binnenweg / Kabouter Buttplug, dan heb je al vrij snel aan je linkerhand een winkel met zowel tweedehands als nieuwe kleding, een keur aan zines en muziek op elpee en cassette. In deze winkel waarvan me de naam ontschoten is, kocht ik de cassette abcde van Euroboy. Niet dat ik ooit van Euroboy gehoord had, maar dat maakte de cassette misschien alleen nog maar aantrekkelijker. 

De verkoopster vertelde dat achter de artiestennaam Euroboy haar vriendin Doortje schuilgaat en dat ze inmiddels een nieuwe artiestennaam heeft aangenomen: Ebby. Mijn nieuwsgierigheid won van mijn geldzorgen & dus ging ik met de cassette naar huis.

Bovenstaande vond zo'n vier, vijf weken geleden plaats en ondanks de ongehoorde grote hoeveelheid nieuwe muziek die ik sindsdien mijn huis ingedragen heb, is abcde van Euroboy sinds half juli het meest gedraaide album in huize Willems.

Als ik discogs mag geloven, valt de muziek op abcde onder indie rock en indie pop. Met beide genreaanduidingen doen ze de muziek van Euroboy te kort, als je het mij vraagt. Zeker zit er wel iets van beide genres in de songs op abcde, maar het is ook meer dan dat. Vraag me niet welk genre dan, ik zou het niet weten. Hoekig, dat is het zeker. Eigenzinnig? Absoluut. Lo-fi, vervreemdend & tegelijkertijd herkenbaar. Eigenlijk moet je gewoon zelf luisteren. Ik kom woorden te kort om de muziek goed te duiden. Hoe & waar je kunt luisteren en kopen kom ik zo op.

De Doortje achter de artiestennaam Euroboy is Doortje Hiddema. Niet alleen schreef ze alle songs op abcde, ook bespeelt ze alle instrumenten op dit album. Gitaar, een jengelende blokfluit, iets van slag. En daarnaast zingt ze. Goede stem, soms hoog, soms onderkoeld spreek-zingend. abcde is dus oneerbiedig gezegd een thuisknutselwerkje. De muzikante moest met niemand rekening houden, ze kon volledig haar eigen gang gaan. Dat gecombineerd met de goede, maar toch iets rammelende geluidskwaliteit - met uitzondering van de drums werd alles gewoon bij de muzikante thuis opgenomen - maakt abcde voor mij zo interessant. Dit is ver weg van de dertien in een dozijn muziek waarmee de schappen van vele platenzaken zijn gevuld (om nog maar over de hitlijsten te zwijgen). Het rammelt en schudt en dat is goed voor de oren.

Volgens discogs is abcde van Euroboy in een genummerde oplage van 10 stuks eerder dit jaar verschenen. Dat kans dat je een exemplaar van dit schitterende album vindt is dus niet zo groot. Maar geef nog niet op. Het exemplaar dat ik kocht was zeker niet het laatste exemplaar dat in de eerder genoemde winkel in Rotterdam te koop werd aangeboden. Aangezien mijn exemplaar niet genummerd is, ga ik er van uit dat dit een tweede oplage van abcde van Euroboy is. Hoe groot deze oplage is, weet ik niet. Ik hoop groot, abcde moet gehoord worden, als je het mij vraagt. Mocht je niet de mogelijkheid hebben om naar Rotterdam af te reizen om daar het album te kopen, dan is de nieuwe uitgave van dit album misschien iets voor jou. De cassette abcde wordt 5 september opnieuw uitgebracht onder de artiestennaam Ebby. Deze cassette kun je via bandcamp kopen. Op diezelfde site kun je ook luisteren naar abcde en een digitale editie kopen. Maar laten we vooral kopen in de hoop dat het geld dat dit de muzikant oplevert, haar de mogelijkheid geeft om meer albums uit te brengen. Ik kijk nu al uit naar de opvolger van abcde.

Het album abcde van Euroboy / Ebby op bandcamp, luister & koop hier.

Brieven aan Thomas #7

Thomas,

Wat in een goede manier anno 2025 aandacht te genereren voor de oude knakkers in de muziek? Ik las dat er hier en daar gehint wordt naar een nieuw, vierde deel van Anthology van The Beatles. Zo zie je op thebeatles.com de achterzijde van een schilderij (?) waar van 1 tot en met 4 geteld wordt. Meer niet. Dit is in al z'n eenvoud duidelijk een hint naar een vierde Anthology-deel. Ook is er - als je wat verder gaat zoeken - een foto uitgelekt waarop niet drie, maar vier delen Anthology staan. Hier en daar wordt dan ook geopperd dat dit vierde Anthology-deel geen losstaande release zal zijn, maar onderdeel zal zijn van een boxset met de complete Anthology. Ook las ik ergens dat de gelijknamige documentaire te zijner tijd op Disney+ te zien zal zijn. Een boel mysterieus gedoe dus, het wachten is op meer informatie.

Later deze maand is het zestig jaar geleden dat Bob Dylans elpee Highway 61 Revisited verscheen. Je weet wel dat album dat opent met 'Like A Rolling Stone' en eindigt met 'Desolation Row'. Het album dat zes decennia later nog steeds klinkt als een overdonderende schop onder je hol. Om wat aandacht te vragen voor die aanstaande verjaardag van een van de beste albums ooit gemaakt - althans ik neem aan dat dat de reden is - is aan bobdylan.com een nieuwe pagina toegevoegd. Op deze pagina stap je virtueel in een auto en kun je wat rondrijden onder het genot van songs van Highway 61 Revisited. Leuk, maar de kers op de taart is het alleraardigste gratis zine Highway 61 Revisited; The Road That Changed Music dat op diezelfde pagina - in ruil voor je naam en mailadres - te downloaden is. En hoewel ik er nog geen letter in heb gelezen (en de verwachtingen in dat opzicht ook laag zijn) oogt het erg goed. Het heeft iets sympathieks, zo'n gratis zine en werkt - althans voor mij - beter dat zo'n wat mysterieuze post op thebeatles.com. Het is dan ook niet een deel van Anthology waar ik nu naar luister, maar Highway 61 Revisited.

Pas goed op jezelf,

TW

20 VIII 2025

Niebiesko-Czarni & Frank Zappa

Er is wereldwijd zoveel goede muziek gemaakt dat het onmogelijk is om alles binnen één mensenleven te horen. Heb je bijvoorbeeld ooit geweten dat in Polen in grofweg de Beatles-jaren een boel goede muziek is gemaakt? Ik wist het niet, tot wat van die muziek als bij toeval onlangs op mijn pad kwam.
Tweeëndertig opnamen van Poolse bands uit de periode 1965 - 1972 zijn te vinden op de twee delen  Working-Class Devils. Op beide elpees 16 songs, 8 per elpeekant & eigenlijk zit er geen zwakke song tussen. 
In huize Willems is sinds aanschaf van Working-Class Devils en Working-Class Devils vol. 2, enkele maanden geleden, vooral het eerste deel favoriet. Niet dat dat eerste deel betere songs bevat dan dat tweede deel, maar wel een song die onbedoeld op de lachspieren werkt zonder dat dat de kwaliteit van de opname te niet doet. Het is gewoon een prima song - een cover van Jimi Hendrix' 'Purple Haze' - en tegelijkertijd in al z'n knulligheid grappig in de uitvoering van Niebiesko-Czarni.
De band Niebiesko-Czarni uit Gdansk was - zo leren de liner notes van de elpee - één van de belangrijkste voorvechters van de ongeschreven regel binnen de Poolse muziekscène van de jaren zestig dat songs eigen, in het Pools gezongen composities moesten zijn. Covers, en al helemaal Engelstalige covers, werd op neergekeken. En dan toch staat er uitgerekend van deze band een Engelstalige cover op Working Class Devils.
Hoewel, Engelstalig.... Wie luistert naar 'Purple Hazy' - zoals de song heet in de uitvoering van Niebiesko-Czarni - hoort al snel dat de band een poging heeft gedaan om de Engelse tekst te ontcijferen, maar dat dat hier en daar niet helemaal gelukt is. Zo wordt bijvoorbeeld Hendrix' 'while I kiss the sky' in de versie van Niebiesko-Czarni 'while I'm just this guy' & wat daar net voor klinkt, is al helemaal niet te begrijpen.
Maar ondanks die wat wankele vertaling, is 'Purple Hazy' een alleraardigste song. Zelfs zo aardig dat wanneer ik nu Jimi Hendrix' 'Purple Haze' draai de leden van de familie Willems 'Purple Hazy' zingen.
Luister & oordeel zelf (opgenomen in april 1968):



~ * ~ * ~

'Mevrouw Tom' heeft een diepgewortelde bloedhekel aan de muziek van Frank Zappa & ik kan het, met betrekking tot zo'n 95% van Zappa's oeuvre, alleen maar met haar eens zijn. Meer pretentie dan muziek. En allemaal zo gladjes. Het leven is uit de muziek geproduceerd. De songs van Zappa zijn van die roze, zachte snoepjes. Straalmisselijk word je ervan als je niet oppast.
Toch draai ik - wanneer 'mevrouw Tom' niet thuis is - wel eens wat van Zappa. Van alleen maar luisteren naar wat je toch al goed vindt krijg je luie oren. Het is goed om zo nu en dan het gehoor uit te dagen met muziek die niet helemaal klikt. De uitdaging vandaag is slechts twee songs, een singletje: 'Bobby Brown' b/w 'Stick It Out'. Samen iets meer dan 7 minuten Zappa, dat moet toch lukken.



Jerry Garcia (01/08/1942 - 09/08/1995)

Ik ben niet zo van het herdenken, maar soms moet je een uitzondering maken. Vandaag is het precies 30 jaar geleden dat Jerry Garcia - gitarist extraordinaire - op 53-jarige leeftijd overleed. Garcia is natuurlijk vooral bekend als founding member van Grateful Dead, de Amerikaanse jamband die met name in de jaren zestig en zeventig grootse muziek heeft gemaakt. Daarnaast timmerde Garcia flink aan de weg in onder andere The Jerry Garcia Band en gaf hij menig gedenkwaardig concert met Merl Saunders. Verder is hij als sessiemuzikant te horen op albums van onder andere David Crosby en Bob Dylan.

Ter nagedachtenis aan deze levensgenieter & topmuzikant zal vandaag door huize Willems een drietal songs schallen, drie songs opgenomen in een tijdspanne van slechts 14 maanden & ja, Garcia's muzikale nalatenschap bevat veel meer moois en was véél langer dan slechts 14 maanden, maar dit zijn de 3 tracks waar ik keer op keer naar grijp, ruim een uur pure schoonheid:

1. Grateful Dead - 'Dark Star' (Rotterdam 11/05/1972), met zo'n 45 minuten speeltijd de langste versie van deze Dead-klassieker ooit, luister hier.

2. Merl Saunders & Jerry Garcia - 'It Takes A Lot To Laugh, It Takes A Train To Cry' (Keystone, juli 1973). Twee versies staan er op de boxset Keystone Companions, beide versies een uitstekende cover van de Dylan-klassieker, luister hier.

3. Grateful Dead - ''Morning Dew' (Londen, 26/05/1972), de afsluitende track van de drie dubbel elpee Europe '72 en - net als bovenstaande twee tracks - een bewijs dat Garcia niet alleen een groot gitarist, maar ook een uitstekend zanger was. Luister hier (niet de album mix, maar een uitstekende fan-opname.)


Lenny Bruce & Bob Dylan

Een van de boeken die ik dit jaar op de Deventer boekenmarkt kocht is The Trials Of Lenny Bruce (2002) van Ronald K.L. Collins en David M. Skover. Mijn interesse in Lenny Bruce werd ooit aangewakkerd door de Bob Dylan-song over de man – simpelweg ‘Lenny Bruce’ geheten. Lenny Bruce (1925 – 1966) is sinds zijn dood een ware outlaw-held van het vrije woord geworden, maar voor hij de held werd, leefde hij een kutleven, als ik Collins & Skover mag geloven.

Bruce was een stand-up-komiek die geen blad voor de mond nam. Het gebruik van woorden als ‘fuck’, ‘cocksucker’, ‘tits’, ‘motherfucker’ en ‘cunt’ zorgde ervoor dat hij meermalen gearresteerd werd en voor de rechter moest verschijnen. Ergens in The Trials Of Lenny Bruce opperen Collins en Skover dat het niet zozeer deze ‘vieze woorden’ waren die een overheid / hogere macht ertoe aanzette om Lenny Bruce een halt toe te roepen, maar Bruce’ ongefilterde commentaar op georganiseerde religie. De dirty words-rechtszaken waren een middel om Bruce het zwijgen op te leggen. De hoge kosten voor de rechtszaken – het inhuren van advocaten – gecombineerd met de onmogelijkheid om op te treden (en dus geld te verdienen) tijdens de maanden dat er rechtszaken tegen Bruce liepen, zorgden ervoor dat Bruce uiteindelijk failliet ging. In augustus ’66 overleed hij na het nemen van een overdosis – volgens sommigen zelfmoord waartoe hij door de rechtszaken werd aangezet.

Vincent Cuccia in The Trials Of Lenny Bruce: ‘We drove him [Lenny Bruce] into poverty and bankruptcy and then murdered him. We al knew what we were doing. We used the law to kill him.’

Na Bruce’ dood – onder andere door de film Lenny (1974) – werd de man meer en meer op een voetstuk geplaatst als waarheid-spreker, als voorvechter van het vrije woord, als bevrijder van ‘vieze woorden.’

Vijftien jaar na Bruce’ dood kwam Bob Dylan op de proppen met de song ‘Lenny Bruce’ en veel van wat we weten over leven en werk van deze stand-up-komiek is terug te vinden in de tekst van deze song.

De komiek die geen blad voor de mond nam, wordt bij Dylan: ‘But he sure was funny and he sure told the truth’

Het feit dat hij woorden gebruikte die na zijn dood – mede dankzij zijn werk – normaal gevonden worden: ‘He just had the insight to rip off the lid before its time’

Zijn zelfmoord: ‘He’s on some other shore, he didn’t wanna live anymore’

Zijn focus op het normaliseren van seks: ‘(…) and he shined a light in their beds’

Enzovoort, enzovoort.

Maar wat vreemd is, is de bewering die Dylan doet in het derde couplet van zijn song:

‘I rode with him in a taxi once / Only for a mile and a half, seemed like it took a couple of months’

Wanneer moet dat geweest zijn, die gezamenlijke taxirit? Of heeft die rit nooit plaatsgevonden, staan deze regels vol van dichterlijke vrijheid? 

Mogelijk was het een taxirit waar ook Allen Ginsberg bij aanwezig was. Allen Ginsberg – mede dankzij zijn ervaringen met rechtszaken rond het gebruik van ‘vieze woorden’ (Howl-rechtszaak) – stond achter Bruce tijdens zijn rechtszaken. Dat liet hij onder andere weten door een petitie op te stellen, het doel: ‘To protect freedom of expression where such expression is threatened by social prejudice or outside force.’ Deze petitie zag het daglicht op zaterdag 13 juni 1964 en verscheen een dag later in the Sunday papers. Eén van de ondertekenaars was Bob Dylan.

Zou de jonge Dylan in de zomer van ’64 uit eigen vrije beweging die petitie getekend hebben, of zou hij onder lichte druk van Allen Ginsberg – een man waar hij tegenop keek – getekend hebben? Ik heb werkelijk geen idee. Wat ik wel weet, is dat Lenny Bruce helemaal niet zo blij was met de petitie, bang als hij was dat deze eerder zijn zaak zou schaden in plaats van helpen.

De petitie haalde weinig uit. Bruce werd keer op keer gearresteerd en voor de rechter gebracht, simpelweg omdat men bang was voor ‘vieze woorden’.

Nat Hentoff – de man die Lenny Bruce hoog had zitten, voor hem in de rechtbank getuigde en veelvuldig lovend over Bruce schreef – interviewde Bob Dylan in de herfst van 1965:

Hentoff: Somebody was saying, though, he said he started to play some of those Motown records at a very slow speed, and he said he was quite “shocked”, unquote, ‘cause some of those lyrics were very, uh... what was the word? Lewd. Does that bother you at all?

Dylan: I don’t think they’re lewd on Motown. They’re usually... not lewd. Say, I’ve had many stuff... I’ve had stuff banned for me, for being lewd. I mean, it depends what you think is lewd. You know, lewd...

Hentoff: How would you define...

Dylan: It’s like Lewd was the name of a person, Lewd. John Lewd. I know John Lewd.

Hentoff: Is there anything in words... you know, like, Lenny Bruce would say there is nothing in a word that can be bad. It’s just a word.

Dylan: Yeah. That’s true. I mean, I don’t see how anything man, you know... I don’t... I’m not afraid of words. I mean, maybe a lot of people are afraid of words, but that’s, you know, who you’re dealing with. People are afraid of words, that’s... a lot of people are afraid of words. Well, you know, that’s a shame. That’s worse than being frightened of a dog.

De jonge Bob Dylan – zo kun je concluderen uit bovenstaand interviewfragment – zat aardig op één lijn met Lenny Bruce als het om de angst voor (vieze) woorden gaat. En toch schreef Bob Dylan zijn song over Bruce niet in 1964 of 1965, maar pas in 1981 – vijftien jaar na de dood van Lenny Bruce – zette hij de song op de elpee Shot Of Love.

Denk er even over na: ‘Lenny Bruce’ op Shot Of Love, je weet wel dat album dat in 95% van de Dylan-boeken wordt aangemerkt als het laatste Dylan van Bob Dylans Christelijke trilogie. 

Hier klopt iets niet. Het een is niet met het andere te rijmen. 

Lenny Bruce die met sketches als ‘Religion, Inc.’ De georganiseerde religie, de kerken behoorlijk te kakken zette. De man die zei over het gebruik van woorden als ‘cunt’ en ‘tits’ dat als deze woorden vies zijn, je feitelijk zegt dat het menselijk lichaam vies is en als het menselijk lichaam vies is, dat daar maar één iemand verantwoordelijk voor is: de maker van dar lichaam, God.

De man die dat zei wordt door Bob Dylan bezongen in een song op zijn zogenaamde derde Christelijke plaat, geloof je het zelf? Ik niet.

Begrijp me niet verkeerd. Ik geloof Bob Dylan. Ik geloof dat zijn ‘Lenny Bruce’ een oprecht eerbetoon is aan de man die pausen, bisschoppen en andere hoogwaardigheidsbekleders binnen de kerk verbaal fileerde. Wat ik niet geloof – ik roep het al jaren – is dat Shot Of Love het derde deel is van Dylans Christelijke trilogie. Het is pervers om dat maar te blijven roepen en de song ‘Lenny Bruce’ is een – maar zeker niet het enige – bewijs dat Shot Of Love geen ene mallemoer te maken heeft met een zogenaamde Christelijke trilogie. Er is geen Christelijke trilogie in Dylans oeuvre te vinden, er is – zo je wilt – een Christelijk tweeluik bestaande uit Slow Train Coming (1979) en Saved (1980). De opvolger van Saved, Shot Of Love is het album van de twijfelaar, de man die meer en meer afscheid neemt van de georganiseerde religie om zelf (weer) te bepalen waar de grens ligt tussen goed en kwaad, tussen do’s en dont’s

Is de maker van Shot Of Love – Bob Dylan anno 1981 -  dan geen religieus man naar mijn mening? Ik heb werkelijk geen idee. Sterker nog: ik hoef het niet te weten. Het is voor het album Shot Of Love simpelweg niet relevant.

Tot slot: Luister naar Lenny Bruce, zowel de stand-up-komiek als de Dylan-song. Slik niet alles voor zoete koek, dat is ook niet wat de komiek en de song van je vragen, maar gebruik het als vertrekpunt om zelf na te denken. Als dat lukt, heeft Lenny Bruce zijn werk gedaan, net als de Dylan-song.



Bad ass boogie & dat is niet figuurzagen

Afgelopen zondag was de Deventer boekenmarkt, de grootste, maar sinds enkele jaren niet meer de leukste boekenmarkt van Nederland. Die titel gaat sinds een jaar of drie, vier naar de markt in Dordrecht. De reden: de Deventer boekenmarkt werd de laatste jaren steeds verder uitgekleed. Minder kramen, maar meer kramen met zooi, dat was de trend. Afgelopen zondag leek het tij te keren. Ietsje dan. Niet het aantal kramen, maar de kwaliteit van de aangeboden boeken zat weer wat in de lift.

En cd's. 

Ik geloof niet dat ik eerder zoveel cd's op de Deventer boekenmarkt aangeboden heb zien worden. Het was zelfs zo erg dat ik een man tegen zijn puberzoon hoorde verzuchten 'Kijk nou, cd's! Die komen weer helemaal terug, zeg.' Nou leek me dat wat overdreven. 

Oké, toegegeven, de verkoop van nieuwe cd's is laatste jaren flink teruggelopen, maar de cd is nooit 'weggeweest' zoals de elpee. Daar waar de elpee een aantal jaar geleden in een hospice op het einde wachtte voor 'ie een comeback maakte, heeft de cd hooguit een griepje gehad en nooit de dood in de ogen gekeken. 

Na het 'Kijk nou, cd's!' zag de puber voor het eerst de ouwe lul in zijn vader, zo bleek uit de blik die hij hem toewierp. De cd is niet weggeweest, de cd heeft een verkoudheidje overwonnen. 

Goed, veel aanbod van cd's dus op de boekenmarkt in Deventer. Zelfs zoveel dat ik halverwege de markt meer cd's dan boeken in mijn tas had zitten. Geen elpees. Niet dat er geen elpees werden aangeboden, maar boekhandelaren die ook 'iets doen in de platen' hebben vaak de illusie dat alles met een groef goud waard is. Voor platen moet je bij de platenboer zijn, niet bij de boekenman, zo bleek maar weer. Tenzij je graag teveel betaald, dan kun je prima op de Deventer boekenmarkt terecht voor platen.

Ik dwaal af. Ik wilde het niet over platen hebben (en ook niet over boeken), maar over cd's. En eigenlijk zelfs dat niet. Ik wilde het hebben over John Lee Hooker.

John Lee Hooker is van de generatie van mijn opa & in tegenstelling tot mijn opa was John Lee Hooker een bad ass motherf*cker. Alleen die naam al: John Lee Hooker, dat is toch andere koek dat Jan de Wit, zoals mijn opa heette. Jan de Wit was van het figuurzagen, John Lee Hooker van de boogie, eindeloos lang de boogie. Ik weet wel wat meer bad ass is & het is niet figuurzagen.

En van alle John Lee Hooker-albums die ik ken - en ik ken er veel - is Endless Boogie (1971) misschien wel de mooiste. Ik weet het, het is geen gebruikelijke keuze, maar ja, ik vind nou eenmaal wat ik vind. Ik kan er ook geen mallemoer aan doen.

Goed, Endless Boogie dus. 

Voor je verder leest, moet je eerst dit stuk lezen. Gewoon even doen, het is namelijk essentieel voor wat nog volgt. En om nou hetzelfde verhaal nog een keer op te schrijven terwijl jij ook gewoon op de link kan klikken... Lees het maar, ik wacht wel.

[ingelast pauzemuziekje, een boogie uiteraard]

~ * ~ * ~

Gelezen? Mooi! Dan kan ik verder.

Naast de cd-boxen van Jimi Hendrix en The Yardbirds,  naast de cd's van Charles Mingus, Sly And The Family Stone, Dexter Gordon, Amy Winehouse en vele anderen, vond ik Endless Boogie van John Lee Hooker. Niet de Engelse zeven tracks tellende editie, maar de 'echte', Amerikaanse versie met elf tracks! Er zit zelfs nog een adresstickertje van de vorige eigenaar op de achterzijde van het doosje, een adres in Los Angeles. Ik heb de neiging om een ansichtkaart die kant op te sturen: 'ik heb je cd!', maar dan in mijn beste steenkolenengels geschreven, uiteraard. 

Zal ik het doen? 

Eerst een kaartje uitzoeken.

En zet ik er dan mijn adres wel of niet op? Verwacht ik een antwoord of is het beter voor eeuwig te dromen wat een mogelijk antwoord zou kunnen zijn?

Wat zou het kunnen zijn?

'Ik wil 'm terug!'

'De geadresseerde woont niet meer op dit adres.'

'Wat leuk! Maar hoe komt die cd in Nederland terecht?'

'Boogie on.'

'Laat me met rust.'

'De Heer zij geprezen! John Lee is terecht!'

'Op een boekenmarkt? In Nederland?'

'Dus?'

En zo dwalen mijn gedachten sinds zondag alle kanten op. Ondertussen heb ik Jimi Hendrix, The Yardbirds, Charles Mingus en al die andere cd's gedraaid, maar Endless Boogie van John Lee Hooker nog niet. En dat terwijl ik me na aanschaf voorgenomen had juist die cd als eerste te draaien.

Maar wat nou - zo schoot het direct na thuiskomst door mijn kop - als die Amerikaanse editie van Endless Boogie tegenvalt? Als die 4 extra nummer afbreuk doen aan het album? Kan ik daarna ooit nog de schoonheid horen in die Engelse versie die ik al tijdje koester?

Angst dus. Een niet reële angst zorgt er voor dat ik Endless Boogie niet draai. 

Het is woensdagochtend terwijl ik dit schrijf. Erg vroeg nog. Rond half 5 werd ik wakker, het niet draaien van Endless Boogie in mijn kop als een zeurende kleuter. Na anderhalf uur onder m'n dekbed draaien, zuchten en mezelf vervloeken ben ik er maar uitgegaan. 

Hoeveel nachten kan een mens tegen slecht slapen voor het hem gaat opbreken? Geen idee waar het breekpunt ligt, maar lang houd ik het in ieder geval niet meer vol.

Misschien moet ik Endless Boogie maar opgeven en gaan figuurzagen. Misschien past dat beter bij de ouwe lul die ik ben geworden of het angsthaasje dat ik blijkbaar altijd ben geweest.

~ * ~ * ~

Heb ik al gezegd dat de cd een comeback maakt? Enig toch!

~* ~ * ~

Bijna half acht, nog steeds woensdagochtend. Ik ben het zat, of liever: ik ben mezelf zat. Het is tijd om de grote broek aan te trekken. Het is tijd om de figuurzaag aan de kant te smijten en Endless Boogie in de cd-speler te schuiven.

Zij die gaan luisteren, groeten u.