Lenny Bruce & Bob Dylan

Een van de boeken die ik dit jaar op de Deventer boekenmarkt kocht is The Trials Of Lenny Bruce (2002) van Ronald K.L. Collins en David M. Skover. Mijn interesse in Lenny Bruce werd ooit aangewakkerd door de Bob Dylan-song over de man – simpelweg ‘Lenny Bruce’ geheten. Lenny Bruce (1925 – 1966) is sinds zijn dood een ware outlaw-held van het vrije woord geworden, maar voor hij de held werd, leefde hij een kutleven, als ik Collins & Skover mag geloven.

Bruce was een stand-up-komiek die geen blad voor de mond nam. Het gebruik van woorden als ‘fuck’, ‘cocksucker’, ‘tits’, ‘motherfucker’ en ‘cunt’ zorgde ervoor dat hij meermalen gearresteerd werd en voor de rechter moest verschijnen. Ergens in The Trials Of Lenny Bruce opperen Collins en Skover dat het niet zozeer deze ‘vieze woorden’ waren die een overheid / hogere macht ertoe aanzette om Lenny Bruce een halt toe te roepen, maar Bruce’ ongefilterde commentaar op georganiseerde religie. De dirty words-rechtszaken waren een middel om Bruce het zwijgen op te leggen. De hoge kosten voor de rechtszaken – het inhuren van advocaten – gecombineerd met de onmogelijkheid om op te treden (en dus geld te verdienen) tijdens de maanden dat er rechtszaken tegen Bruce liepen, zorgden ervoor dat Bruce uiteindelijk failliet ging. In augustus ’66 overleed hij na het nemen van een overdosis – volgens sommigen zelfmoord waartoe hij door de rechtszaken werd aangezet.

Vincent Cuccia in The Trials Of Lenny Bruce: ‘We drove him [Lenny Bruce] into poverty and bankruptcy and then murdered him. We al knew what we were doing. We used the law to kill him.’

Na Bruce’ dood – onder andere door de film Lenny (1974) – werd de man meer en meer op een voetstuk geplaatst als waarheid-spreker, als voorvechter van het vrije woord, als bevrijder van ‘vieze woorden.’

Vijftien jaar na Bruce’ dood kwam Bob Dylan op de proppen met de song ‘Lenny Bruce’ en veel van wat we weten over leven en werk van deze stand-up-komiek is terug te vinden in de tekst van deze song.

De komiek die geen blad voor de mond nam, wordt bij Dylan: ‘But he sure was funny and he sure told the truth’

Het feit dat hij woorden gebruikte die na zijn dood – mede dankzij zijn werk – normaal gevonden worden: ‘He just had the insight to rip off the lid before its time’

Zijn zelfmoord: ‘He’s on some other shore, he didn’t wanna live anymore’

Zijn focus op het normaliseren van seks: ‘(…) and he shined a light in their beds’

Enzovoort, enzovoort.

Maar wat vreemd is, is de bewering die Dylan doet in het derde couplet van zijn song:

‘I rode with him in a taxi once / Only for a mile and a half, seemed like it took a couple of months’

Wanneer moet dat geweest zijn, die gezamenlijke taxirit? Of heeft die rit nooit plaatsgevonden, staan deze regels vol van dichterlijke vrijheid? 

Mogelijk was het een taxirit waar ook Allen Ginsberg bij aanwezig was. Allen Ginsberg – mede dankzij zijn ervaringen met rechtszaken rond het gebruik van ‘vieze woorden’ (Howl-rechtszaak) – stond achter Bruce tijdens zijn rechtszaken. Dat liet hij onder andere weten door een petitie op te stellen, het doel: ‘To protect freedom of expression where such expression is threatened by social prejudice or outside force.’ Deze petitie zag het daglicht op zaterdag 13 juni 1964 en verscheen een dag later in the Sunday papers. Eén van de ondertekenaars was Bob Dylan.

Zou de jonge Dylan in de zomer van ’64 uit eigen vrije beweging die petitie getekend hebben, of zou hij onder lichte druk van Allen Ginsberg – een man waar hij tegenop keek – getekend hebben? Ik heb werkelijk geen idee. Wat ik wel weet, is dat Lenny Bruce helemaal niet zo blij was met de petitie, bang als hij was dat deze eerder zijn zaak zou schaden in plaats van helpen.

De petitie haalde weinig uit. Bruce werd keer op keer gearresteerd en voor de rechter gebracht, simpelweg omdat men bang was voor ‘vieze woorden’.

Nat Hentoff – de man die Lenny Bruce hoog had zitten, voor hem in de rechtbank getuigde en veelvuldig lovend over Bruce schreef – interviewde Bob Dylan in de herfst van 1965:

Hentoff: Somebody was saying, though, he said he started to play some of those Motown records at a very slow speed, and he said he was quite “shocked”, unquote, ‘cause some of those lyrics were very, uh... what was the word? Lewd. Does that bother you at all?

Dylan: I don’t think they’re lewd on Motown. They’re usually... not lewd. Say, I’ve had many stuff... I’ve had stuff banned for me, for being lewd. I mean, it depends what you think is lewd. You know, lewd...

Hentoff: How would you define...

Dylan: It’s like Lewd was the name of a person, Lewd. John Lewd. I know John Lewd.

Hentoff: Is there anything in words... you know, like, Lenny Bruce would say there is nothing in a word that can be bad. It’s just a word.

Dylan: Yeah. That’s true. I mean, I don’t see how anything man, you know... I don’t... I’m not afraid of words. I mean, maybe a lot of people are afraid of words, but that’s, you know, who you’re dealing with. People are afraid of words, that’s... a lot of people are afraid of words. Well, you know, that’s a shame. That’s worse than being frightened of a dog.

De jonge Bob Dylan – zo kun je concluderen uit bovenstaand interviewfragment – zat aardig op één lijn met Lenny Bruce als het om de angst voor (vieze) woorden gaat. En toch schreef Bob Dylan zijn song over Bruce niet in 1964 of 1965, maar pas in 1981 – vijftien jaar na de dood van Lenny Bruce – zette hij de song op de elpee Shot Of Love.

Denk er even over na: ‘Lenny Bruce’ op Shot Of Love, je weet wel dat album dat in 95% van de Dylan-boeken wordt aangemerkt als het laatste Dylan van Bob Dylans Christelijke trilogie. 

Hier klopt iets niet. Het een is niet met het andere te rijmen. 

Lenny Bruce die met sketches als ‘Religion, Inc.’ De georganiseerde religie, de kerken behoorlijk te kakken zette. De man die zei over het gebruik van woorden als ‘cunt’ en ‘tits’ dat als deze woorden vies zijn, je feitelijk zegt dat het menselijk lichaam vies is en als het menselijk lichaam vies is, dat daar maar één iemand verantwoordelijk voor is: de maker van dar lichaam, God.

De man die dat zei wordt door Bob Dylan bezongen in een song op zijn zogenaamde derde Christelijke plaat, geloof je het zelf? Ik niet.

Begrijp me niet verkeerd. Ik geloof Bob Dylan. Ik geloof dat zijn ‘Lenny Bruce’ een oprecht eerbetoon is aan de man die pausen, bisschoppen en andere hoogwaardigheidsbekleders binnen de kerk verbaal fileerde. Wat ik niet geloof – ik roep het al jaren – is dat Shot Of Love het derde deel is van Dylans Christelijke trilogie. Het is pervers om dat maar te blijven roepen en de song ‘Lenny Bruce’ is een – maar zeker niet het enige – bewijs dat Shot Of Love geen ene mallemoer te maken heeft met een zogenaamde Christelijke trilogie. Er is geen Christelijke trilogie in Dylans oeuvre te vinden, er is – zo je wilt – een Christelijk tweeluik bestaande uit Slow Train Coming (1979) en Saved (1980). De opvolger van Saved, Shot Of Love is het album van de twijfelaar, de man die meer en meer afscheid neemt van de georganiseerde religie om zelf (weer) te bepalen waar de grens ligt tussen goed en kwaad, tussen do’s en dont’s

Is de maker van Shot Of Love – Bob Dylan anno 1981 -  dan geen religieus man naar mijn mening? Ik heb werkelijk geen idee. Sterker nog: ik hoef het niet te weten. Het is voor het album Shot Of Love simpelweg niet relevant.

Tot slot: Luister naar Lenny Bruce, zowel de stand-up-komiek als de Dylan-song. Slik niet alles voor zoete koek, dat is ook niet wat de komiek en de song van je vragen, maar gebruik het als vertrekpunt om zelf na te denken. Als dat lukt, heeft Lenny Bruce zijn werk gedaan, net als de Dylan-song.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten