Bij leven was [Phil] Ochs al bijna vergeten, al noemde Bob Dylan hem vaak in interviews.
Zo'n zin zet mij aan het denken. Heeft Vullings de verzamelde interviews met Bob Dylan gelezen en viel hem daarin op hoe vaak Dylan de naam Phil Ochs noemt of is de door Vullings als feit gedeponeerde bewering dat Bob Dylan te pas en te onpas Ochs' naam noemt een ongefundeerd verzinsel uit de dikke duim van de schrijver? Ik moet bekennen dat ik het werkelijk niet weet. Gelukkig is er Every Mind Polluting Word, een bijna 1400 pagina's tellend document met interviews met Bob Dylan uit de periode 1958 - 2006. En wat nog beter is, ik hoef niet al die interviews eerst te lezen voor ik antwoord op mijn vraag heb, ik kan simpelweg mijn computer de opdracht geven dat document op de naam 'Ochs' af te speuren. Dan rolt er als vanzelf een antwoord uit.
De interviews waarin Bob Dylan Phil Ochs noemt:
persconferentie 3 maart 1965:
vraag: Bobby, We know you changed your name. Come on now, what’s your real name?
antwoord Bob Dylan: Philip Ochs. I’m gonna change it back when I see it pays.
interview met bellers van radiostation WBI-FM 26 januari 1966:
beller: Hello. May I speak to Phil Ochs, please?
antwoord Bob Dylan: Yes, this is Phil Ochs.
interview 29 november 1969:
vraag: Well, somebody like Phil Ochs, for example... A lot of people like that.
antwoord Bob Dylan: Phil Ochs, uh... was around the same time I was, I remember when he came to town.
He had his... he was doing his Stand Tall Billy Sol type songs. I mean, he had it then. I
think he made it, there being a certain amount of momentum – he pushed – from being
on the scene. But he did bring his own thing in, when he came in. He didn’t – as some
people come in – come in as a dishwasher to dig some sounds and suddenly put down
the broom and pick up the guitar. You know what I mean?
interview 23 maart 1978:
(...)
interviewer: Uh huh, I mean that is one of your goals when you write, I would say.
Bob Dylan: Yeah, it is, but to be... Phil Ochs used to do that. He used to write... er, um... topical
songs with the point of view that, erm... which was his own point of view and, er, I
guess a lot of other peoples point of view, but I came up with Phil so I remember him
when he came to New York. But somehow somebody who wasn’t really interested
wasn’t gonna believe him anyway, you know what I mean. He was doing... the people
who heard it then agreed with him to begin with – OK, right, and it, you know, boosted
them up which was good.
(...)
interviewer: Yeah. Right. Again it’s like if you get enough sides together, it makes just a circle... you
can’t differentiate. Also, I mean, I think, that yours – especially the songs that have been
written lately are more really attuned to emotions which tend to something that anybody
can identify with more than, you know, than a song like Ochs, you know, We’re Not
Marching Anymore. That’s, you know, that speaks specifically...
Bob Dylan: That was a good song. Er, maybe he did change some peoples minds on that. I don’t
know. He could have. You know, someone could be sitting on a fence and hear a song
like that and might just get a little courage to go out and get off that fence one way or
another. So... it’s possible.
interview augustus / september 1985:
Bob Dylan: I remember when protest song writing was big, Phil Ochs came to town, Tim Hardin was around, Patrick Sky, Buffy St. Marie, but there never was any such thing. It was like the term ‘Beatnik’ or ‘Hippie’. These were terms made up by magazine people who are invisible who like to put a label on something to cheapen it.
interview met bellers 21 mei 1986:
beller: Bob? Happy birthday. I thought maybe you’d like to make a few reflections on Phil Ochs.
disc jockey: Mm. Happy birthday and could you reflect on Phil Ochs?
Bob Dylan: Phil Ochs. Oh, Phil Ochs. Um, well... I think somethin’ happened to Phil, you know,
when he went to Africa. And, uh, he was sick when he got back from Africa, He was
sick for a few years.
disc jockey: Someone tried to choke him.
Bob Dylan: Messed his mind up also. Um, ‘cause I knew him a while before that and, uh, I don’t
know... he got something... he got sick in Africa, that’s about all I can tell you about it. I
don’t know much more.
interview 10 november 2003:
Bob Dylan: But I never set out to write politics. I didn’t want to be a political moralist. There were people who just did that. Phil Ochs focused on political things, but there are many sides to us, and I wanted to follow them all. We can feel very generous one day and very selfish the next hour.
Van de honderden interview die te vinden zijn in Every Mind Polluting Word zijn er dus zeven waarin Bob Dylan Phil Ochs noemt. Dat is een stuk minder dan ik vooraf dacht, moet ik bekennen en zeker een heel stuk minder dan het aantal dat Vullings' bewering dat Bob Dylan Phil Ochs 'vaak' noemt in interviews rechtvaardigt. Het wordt nog opmerkelijker wanneer je je realiseert dat tijdens de meeste van deze zeven interviews het initiatief voor het noemen van Phil Ochs bij de interviewer ligt, niet bij Bob Dylan. Het interview uit 1978 is het enige waarbij vaststaat dat het initiatief tot het noemen van Ochs naam bij Bob Dylan ligt, niet bij de interviewer. Bij het het interview uit 1985 en het laatste van bovenstaande interviews is het niet niet helemaal duidelijk waar het initiatief ligt aangezien Bob Dylans antwoorden in een verhaal zijn opgenomen en de vragen niet in het stuk terug te vinden zijn.
Conclusie: Bob Dylan noemde Phil Ochs in de periode 1958 - 2006 verdomd weinig tijdens interviews, Joost Vullings' bewering over het noemen van Phil Ochs door Bob Dylan in interviews in Vrij Nederland van 6 juni 2009 is dan ook grote onzin, tenzij Bob Dylan in de periode tussen het laatste in Every Mind Polluting Word opgenomen interview (interview van augustus 2006) en de publicatie van Vullings' stuk in Vrij Nederland van 6 juni 2009 een stortvloed aan interviews gaf waarbij hij keer op keer Phil Ochs te sprake bracht, maar dat lijkt mij op z'n zachtst gezegd niet waarschijnlijk.
* ~ * ~ *
Zoek en gij zult vinden is een uitdrukking die niet bij de kringloopwinkel past. De kringloopwinkel is er meer om aangenaam verrast te worden, dan om te vinden wat je zoekt.
Na het doornemen van de tijdschriften, trof ik 'mevrouw Tom' aan die zich door stapels ansichtkaarten worstelde. Het was overduidelijk dat de collectie van een voormalige kaartenverzamelaar bij de kringloopwinkel terecht was gekomen. In de enorme berg nog door te zoeken kaarten trok eentje mijn aandacht, iets kleiner dan de gebruikelijke afmetingen van een ansichtkaart. Op die kaart een zwart-witfoto van een weg. Op die weg staan vijf mannen in uniform, drie brandweermannen (midden) en twee politieagenten (links). Rechts naast de brandweermannen een verkeerskegel. Achter die mannen een stilstaande auto, geen bestuurder in de auto. Achter de auto een vrachtwagen. Over de vluchtstrook rijdt een luxe auto. (Merk? Geen idee. Daar heb ik geen verstand van.) In die auto een chauffeur met pet. Naast de chauffeur een heer en achterin de auto een dame. Een wonderlijke scène voor een ansichtkaart. Deze foto in de krant is voorstelbaar, maar op een ansicht? De beschrijving op de achterzijde van de kaart geeft context:
Friday, 17th. November 1989.
H.M. The Queen's limousine passes by the scene of a M.1. Motorway accident on her way back to the East Midlands International Airport, after her visit to Leicestershire.
Photograph courtesy of John Bowker, The Coalville Times.
Oké. Op vrijdag 17 november 1989 was er een ongeluk op de snelweg M1 van Londen naar Leeds en terwijl brandweer en politie nog bezig waren met het opruimen van de brokstukken (?), werd koningin Elizabeth in haar limousine langs de werkzaamheden gereden. Fotograaf John Bowker was ter plaatse - mogelijk om het ongeluk vast te leggen voor The Coalville Times van 18 november 1989 - toen hij de auto van de koningin over de vluchtstrook aan zag komen rijden. Snel koos hij positie en drukte af, dagdromend over de bom duiten die de kiek van Hare Majesteit zou opleveren. Maar dat het bedrijf J/V Postcards er brood in zou zien om zijn kiek als ansichtkaart uit te brengen, kon zelf hij niet bevroeden, zo stel ik me voor.
Om het verhaal af te maken: gezien de krant waarvoor fotograaf John Bowker werkte, ga ik er van uit dat het op de ansicht afgebeelde ongeluk op de M1 plaats vond in de buurt van Coalville. Coalville ligt ten noordwesten van Leicester, de plaats die de koningin eerder die dag bezocht had. Ze was onderweg naar East Midlands International Airport, een vliegveld ten noorden van Coalville. De koningin reed dus in noordelijke richting op de M1.
(Op onderstaande kaart wijst de rode pijl naar Coalville, de grijze pijl met het vliegtuigje geeft aan waar East Midlands International Airport ligt.)
Tot zover de context. Nu de hamvraag: Wat brengt iemand op het idee om een ansichtkaart te maken van een foto van koningin Elizabeth die langs een ongeluk rijdt? En nog belangrijker: wie koopt zo'n kaart om deze met een aantal vrolijke notities over weer, uitjes en bezienswaardigheden vanaf een vakantieadres te versturen naar familie of bekenden? Wie zal er aangenaam verrast zijn bij het vinden van deze ansichtkaart op de deurmat op de dag dat men weer een jaartje ouder is geworden? Hoeveel van deze kaarten zijn door de Britse posterijen zo rond de kerstdagen in brievenbussen geschoven?
Ja, ik heb de kaart ook gekocht. Ik doe mee aan het absurde circus. Maar versturen zal ik 'm zeker niet.
* ~ * ~ *
Geen opmerkingen:
Een reactie posten