Thomas,
Ik was vandaag op de jaarlijkse boekenmarkt in Zutphen. Het is makkelijk te onthouden wanneer die is, namelijk altijd een week voor de boekenmarkt in Deventer & de markt in Deventer is op de eerste zondag van augustus. Een kortere manier om de datum te onthouden is: laatste zondag van juli.
Regelmatig dreigde het te gaan regenen, maar het bleef droog. Gelukkig maar, eerder deze maand viel de boekenmarkt in Dordrecht al in het water.
Zutphen is een kleine markt, er zijn dan ook vele jaren geweest dat ik er niet tot nauwelijks iets kocht, maar dit jaar - net als vorig jaar overigens - heb ik veel gevonden, zoals het onder pseudoniem verschenen debuut van Jules Deelder, een drietal boeken over Pop Art en een stapeltje literaire tijdschriften.
Na het met handschoenen aan doorbladeren van de Deelder & het bekijken - zonder handschoenen - van de kunstboeken, ben ik na thuiskomst begonnen met hier en daar wat lezen in de literaire tijdschriften, zo bevat Vooys jaargang 12, nummer 2 (febr. / mrt. 1994) een essay over popmuziek in de Nederlandse poëzie van Ronald Besemer. Dat onderwerp loop ik wel warm voor, jammer alleen dat Besemer weinig van zijn stuk bakt. Besemer besteedt in zijn essay veel aandacht aan het tiende vers van de gedichtencyclus 'Plaatsen, passages' van Rutger Kopland. Dat gedicht is een (vrije) vertaling van 'Mother Nature's Son' van The Beatles. In zijn essay citeert Besemer Kopland: 'Hun [The Beatles'] teksten zijn meestal niet zo best, ook al wordt vaak het tegenovergestelde beweerd. Eén keer heb ik een tekst letterlijk vertaald in een bundel opgenomen. Dat was "Mother Natural [sic] Son", zo'n ontzettend lullig versje dat het alleen maar ironie kon zijn.'
Nou heb ik Rutger Kopland nooit een toffe peer gevonden - eerder een jonge-sla-zemelaar - maar zijn diskwalificatie van 'Mother Nature's Son' nadat hij de tekst vertaalt in een dichtbundel opnam, heeft de man in mijn boekje alleen maar verder in het drijfzand der verachting doen wegzinken.
Na het uitlezen van Besemers essay, pakte ik het volgende literaire tijdschrift van de stapel vers leesvoer: Hollands Maandblad nummer 672 van november 2003. In dit tijdschrift een essay van Beatles-vertalers Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes over Nederlandse vertalingen en covers van 'Yesterday' van The Beatles. In dat stuk komt ook de instrumentale versie van deze Beatles-song door Louis van Dijk voorbij. 'Droog en tekstloos', aldus Bindervoet en Henkes, om vervolgens - jawel - Rutger Kopland op z'n falie te geven:
'Dit Louis van Dijk-orgel kan niet anders dan het fameuze "Orgeltje van Yesterday" zijn van de gelijknamige dichtbundel van Rutger Kopland uit 1968. Die mafkees heeft dus de versie van Louis van Dijk bezongen! Wat een afgang! wat een ellende! en wat een flauwe grap! In heel "Yesterday" van de Beatles komt geen orgeltje voor, net zo min als er poëzie voorkomt in het werk van deze psychopater, die, na zijn versies van "Julia", "Blackbird" en "The Fool on the Hill", bij de politie bekend is als Beatles-serieverkrachter.'
Om nog maar te zwijgen over Koplands bepotelen van 'Mother Nature's Son'.
Overigens droeg ik vandaag op de boekenmarkt - o toeval - mijn Beatles-shirt wat bij twee boekverkopers een reactie uitlokte. De eerste riep nog voor ik bij zijn kraam was dat hij geen Beatles verkocht, de twee vertelde over een recente zoektocht naar doorverkoopbare boeken. Na een flinke tijd speuren kreeg hij het vermoeden met lege handen naar huis te moeten tot hij onderop de hoge stapel aangeboden boeken stuitte op het fotoboek dat bij de eerste persing van het Beatles-album Let It Be zat. Voor vijftig cent nam hij het boek mee om vervolgens een Beatles-liefhebber er voor een paar euro blij mee te maken. Dat verhaal is mij liever dan de verzamelde poëzie van Rutger Kopland.
Pas goed op jezelf,
TW
27 VII 2025