Jotie T'Hooft terugvinden

In de tweede helft van de jaren negentig raakte ik onder de indruk van het werk van de dichter Jotie T'Hooft. Geen idee wie mij op z'n werk wees. Misschien was het Jeroen Brouwers in zijn boek De laatste deur, maar helemaal zeker van mijn zaak ben ik niet. Alles wat ik van en over T'Hooft te pakken kon krijgen verslond ik wat uiteindelijk resulteerde in een trip naar Oudenaarde waar de dichter ligt begraven. Jong was ik, erg jong toen ik voor de foto naast dat houten kruis op de begraafplaats ging staan, maar ouder dan Jotie T'Hooft ooit zou worden. De schrijver pleegde zelfmoord in oktober 1977, hij was 21 jaar oud.
In 2010 verscheen het Verzameld werk van Jotie T'Hooft bij uitgeverij Meulenhoff / Manteau. Dat boek kocht ik, uiteraard en begon er direct na aanschaf fanatiek in te lezen. Maar naar mate ik vorderde in het Verzameld werk verloor ik meer en meer mijn interesse in de geschriften van T'Hooft. Ik was te oud geworden om de geschriften van Jotie T'Hooft nog te kunnen begrijpen, zo leek het. Met steeds grotere tussenpozen pakte ik Verzameld werk nog wel eens op om een paar bladzijden te lezen, maar echt klikken wilde het niet meer. 
Afgelopen week pakte ik Verzameld werk voor het eerst in vijf jaar weer eens op en na het lezen van enkele gedichten uit de bundel Junkieverdriet was die klik er weer. Ik ben weer jong geworden, zo lijkt het. Maar ook ouder. Ik zie wat ik eerder niet zag.

Mijn eeuwenoud, mijn levenslang junkieverdriet
Van geboortepijn tot nu mijn eenzaamheid
Die ik deel met duizenden nu ik weet wat ik weet:
Dat de mens een naald is zoekend naar een ader
Zoekend naar de kiespijn van zijn ver verleden.

Junkieverdriet, bass-toon van deze tijd
Waar de verschopte verschaalt in een dode hoek
Van het denkperspectief, in de paranoia
Van de kleine penis en de schizofrenie van schaamte.

In deze wereld mijn waansisteem werd liefde
Een misdrijf in het duister en reizen kruipen
Uit de schaduw der ouders naar de schaduw van de dood.
Verdrinken tijdens de armslag naar meer.

Licht van alle licht, licht
Dat niet dooft met de dagen en mijn geheugen
Voortdurend doorschijnt, licht licht
Dat niet zinkt in de stof het woord
Dat muis is knagend binnen klein bestek,
Licht dat bomen doorruist en water, licht
Dat leeft op de vloedlijn bij springtij,
Tussen afkick en hit, wit licht, witte hitte.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten