Through The Open Window; speldenprik #2

Voor wie het gemist heeft, de eerste speldenprik over Through The Open Window, het 18de deel van Bob Dylans The Bootleg Series, lees je hier.

4 november 1961, tijdens zijn concert in Carnegie Chapter Hall brengt de 20-jarige Bob Dylan Young But Daily Growing. In zijn inleiding tot de song vertelt hij dat het een Ierse song is, dat hij het Liam Clancy hoorde zingen, dat hij zich bewust is het Ierse accent dat nodig is voor deze song niet te hebben om vervolgens een werkelijk schitterende versie van Young But Daily Growing te brengen. Dylans inleidende woorden en zijn versie van Young But Daily Growing zijn te vinden op de tweede cd van Through The Open Window (track 4 en 5).

Tijdens het feestje in oktober 1992 in Madison Square Garden om Bob Dylans 30 jaar in de muziek te memoreren, brachten The Clancy Brothers Bob Dylans When The Ship Comes In, maar voordat ze de song inzetten richtte Liam Clancy zich tot het publiek met de woorden: 'You never thought you'd hear Dylan with an Irish accent, did you?' om daarmee - zo realiseer ik me nu - al dan niet bewust terug te grijpen op die novemberavond in 1961 waarop de jonge Dylan 'zijn' Young But Daily Growing zong. [video Clancy Brothers kijk je hier]

~ * ~ * ~

Zou de jonge Bob Dylan wel eens een aflevering van literair tijdschrift Evergreen Review hebben opengeslagen? Dat vroeg ik me af, gisteravond, lezend in Evergreen Review no. 23 (maart / april 1962). Vele schrijvers van de Beat Generation publiceerden in Evergreen Review, maar om dit blad te bestempelen als het lijfblad van de Beats - zoals soms wordt gedaan - is wat overdreven. In no. 23 las ik gisteren naast een verslag van de rechtszaak tegen het boek Tropic Of Cancer van Henry Miller een toneelstuk van Gregory Corso. De jonge Bob Dylan zag Gregory Corso wel eens in de straten van New York, als ik de liner notes van Through The Open Window mag geloven. 

Dat toneelstuk van Corso - Standing On A Street Corner geheten - gaat over een jonge man die op straat mensen bevraagt over de bom en (de noodzaak tot het graven van) schuilkelders. Het is tenslotte 1962, de dreiging van de bom lijkt overal te zijn. Het knappe van Corso's toneelstuk is dat hij de angst relativeert. Zo legt de hoofdrolspeler aan een dame uit dat die schuilkelders nog niet zo fout zijn. Als vader na een drukke dag werken thuis komt en wat rust van vrouw en de schreeuwende kinderen verlangt, kan hij zich terugtrekken in die schuilkelder. De schuilkelder als man cave, zal ik maar zeggen. De dame reageert op zijn verhaal met: 'I'll die before I put my kids in one of them!'

Deze laatste zin deed mij sterk denken aan Bob Dylans Let Me Die In My Footsteps. Is het mogelijk dat de jong Dylan het idee voor zijn song vond in het toneelstuk van Gregory Corso? Ik heb de tijdlijnen niet naast elkaar gelegd, ik weet het dus niet of het qua tijd kan. Feit is wel dat zowel het toneelstuk van Corso als Bob Dylans Let Me Die In My Footsteps producten zijn van een periode aan het begin van de jaren zestig waarin de angst voor de bom het dagelijks leven dreigde te beheersen. 

Bob Dylans Let Me Die In My Footsteps is te vinden op de derde cd van Through The Open Window

~ * ~ * ~

De Evergreen Review waar het toneelstuk van Gregory Corso in staat, bevat een gedicht van Hank Davis, een dichter waar ik niet eerder van had gehoord. In Evergreen Review staat de volgende informatie over deze man: 'Hank Davis is a twenty-year-old singer-songwriter-gitarist who has a weekly show on WKCR-FM in New York. He is a psychology student at Columbia University, and his recent writings include a study of Negro music published by Columbia Review.'

Het gedicht van Davis - dat ik hieronder zal overnemen - deed mij denken aan Bob Dylans With God On Our Side, niet de hele song, maar één regel uit die song: 'I've learned to hate Russians'. Ik ben nooit een groot liefhebber geweest van Dylans With God On Our Side. Het was me altijd een beetje te on the nose. Maar na het lezen van Davis' gedicht, realiseer ik me dat ik te snel geoordeeld heb. Het is me duidelijk geworden dat in de regel 'I've learned to hate Russians' de nadruk niet ligt op 'hate' of 'Russians', maar op 'learned'. De haat is aangeleerd. Nu ik die regel hoor met de nadruk op 'learned', realiseer ik me ook hoe beangstigend actueel die is, kijkend naar de huidige politiek waarin angst voor de ander door populisten door de strot van de burgers wordt geduwd. 

With God On Our Side is te vinden - in een duet met Joan Baez - op de zesde cd van Through The Open Window, een opname van het Newport Folk Festival van 1963. Ook op de laatste cd van Through The Open Window is With God On Our Side te vinden, nu een concertopname uit oktober 1963.

Het gedicht van Hank Davis:

Cognizant

I have every reason
not to like
Khrushchev.

He comes on like a bear.

Russians are insincere;
they lie, cheat
and trick.

I know
I watch channel four.

~ * ~ * ~


Bob Dylans 18de deel van de Bootleg Series: Through The Open Window

Vrijdag 31 oktober 2025, releasedag voor Bob Dylans Through The Open Window, het 18de deel van de befaamde Bootleg Series. 139 tracks (!) verdeelt over acht cd's, opnamen van Kerstavond 1956 tot en met oktober 1963. Een meer dan welkome overvloed aan Jonge Dylan.

Terwijl ik dit schrijf heb ik Through The Open Window nog geen uur in mijn bezit. Verder dan halverwege de eerste cd ben ik nog niet gekomen. Het zal eerder weken dan dagen duren voor ik alles op Through The Open Window tot me door heb laten dringen. Dat is oké, ik heb de tijd. 

Verwacht van mij geen uitvoerige bespreking van iedere song zoals ik bij eerdere delen van The Bootleg Series wel gedaan heb. Dat zit er niet meer in. Verwacht in de komende tijd wel speldenprikken, zoals deze:

Dont Look Back, welke Dylanliefhebber kent deze film en de al dan niet illegaal verspreide outtakes over de Engelse tournee van de Dylan-op-het-punt-een-Fender-om-te-hangen niet? In die film - of in de outtakes, mijn geheugen laat me even in de steek - zit een schitterende scène waarin Bob Dylan op zijn hotelkamer Remember Me speelt. Voor hij er echt voor gaat, meldt hij nog dat hij de song vroeger speelde. Dat 'vroeger' is vier jaar eerder, februari 1961 om precies te zijn, het huis van Bob en Sid Gleason in East Orange (NJ). Dat moment - het 'vroeger' - is gevangen op tape, het staat op de eerste cd van Through The Open Window, track 9. Het is een werkelijk schitterende versie van Remember Me die niet alleen laat horen waar de jong songschrijver zijn mosterd vond - in het verleden - maar ook wijst naar wat nog komen gaat: dat ene op film vastgelegde moment van rust in een hectische tournee.

Ieder nieuw deel van The Bootleg Series is een stukje in de Dylan-puzzel. Hoe meer puzzelstukjes er op tafel komen, hoe makkelijker de verbindingen tussen de verschillende stukjes te zien zijn.

~ * ~ * ~

Video van Remember Me, hotelkamer, 1965 kijk je hier.

Look out kid...

 


Muziek om de herfst door te komen (5 tips)

1. Jeff Tweedy - Twilight Override

In oktober 1996 verscheen het album Being There van de band Wilco. Ik kocht dat album zonder en noot gehoord te hebben, afgaande op de ietwat vreemde, minimalistische hoesfoto. Geen sterportret van bandleden of artistieke glitterbende, maar een foto van een hand en een gitaarhals tegen een groene achtergrond. Being There is een schitterend album dat ik bijna dagelijks draaide in de weken na aanschaf. Na Being There bracht Wilco nog vele albums uit en hoewel er altijd de intentie was om te luisteren, kwam het er nooit van. Hetzelfde gold voor de soloalbums van Wilco-voorman Jeff Tweedy. Ik wilde wel, maar het glipte door de mazen van de tijd. 

Een maand geleden verscheen Twilight Override, een 3 cd's of elpees tellend album van Jeff Tweedy. Ik kan niet verklaren waarom, maar dit keer kocht ik wel. Sinds aanschaf is Twilight Override nooit ver uit de buurt geweest van mijn stereo-installatie. Hoewel Twilight Override vele hoogtepunten kent, wil ik toch vooral even wijzen op de laatste song van de tweede schijf: Feel Free heet die song. Een uitstekend voorbeeld van de kracht van herhaling.

Ik weet natuurlijk nog niet wat er in de laatste twee maanden van 2025 voorbij gaat komen, maar voor nu krijgt Twilight Override mijn stem voor album van het jaar.


2. Jellephant - Beans

Arnhemmer Jellephant is een muzikant die niet stil kan zitten, zo lijkt het. Om de haverklap brengt hij nieuwe muziek uit op elpee, cd of cassette op een eigen label. De oplagen zijn vaak beperkt, en altijd tegen een scherpe prijs. Het lijkt erop dat Jellephant het verspreiden van zijn muziek verkiest boven rijk worden van de royalties. 

Beans - op cassette verschenen in een genummerde oplage van 30 stuks - bevat negentien (!) demo's uit de jaren 2014 - 2020, opgenomen op een viersporenrecorder. De geluidskwaliteit is dus van de huiskamersoort, maar dat is in dit geval alleen maar een plus. Jellephant is het levende bewijs dat goede muziek niet alleen maar wordt uitgebracht door de 'grote jongens' die contracten hebben bij de grote maatschappijen. Er is geen miljoenenbudget nodig om te leveren, dat is wat Jellephant laat horen.

Dè DIY-release van deze herfst. Beans is te vinden op Bandcamp. Daar kun je niet alleen de cassette-release kopen (zolang de voorraad strekt), maar ook een digitale versie van het album kopen of beluisteren, zie hier.

3. Steve Westfield - Mangled

Tot een week geleden had ik nog nooit van Steve Westfield of zijn album Mangled (1994) gehoord. Ik vond de cd in de bakken van een kringloopwinkel. De hoes met daarop een foto van een vreemde robot intrigeerde & dus telde ik de gevraagde €1,10 neer en nam Mangled mee naar huis. Als ik discogs mag geloven is Mangled het eerste en enige soloalbum van Steve Westfield. Naast dit album maakte Westfield albums met de bands Pajama Slave Dancers, The 4 10'ers, Steve Westfield & The Burnouts en Steve Westfield &The Slow Band.

De Bandcamp-pagina van Westfield geeft de volgende beschijving van Mangled:

The first solo album. Rejected by Glitterhouse as too unprofessional, which is true.

Portrait of a guy falling apart. Death, Divorce, and death. A messy journey of Western Massachusett's lo-fi/ folk/country/indie rock of the early 1990's.

Buitenbeentjesmuziek is misschien de beste omschrijving voor wat Mangled te bieden heeft. Een vleugje geniale gekte à la Alexander Spence of Syd Barrett gecombineerd met een snufje Tom Waits, een druppeltje indierock en een mespuntje Neil Young. Tegelijkertijd is de muziek op Mangled gewoon zeer toegankelijk en makkelijk mee te fluiten.

Mangled is door twee verschillende platenlabels in 1994 uitsluitend in Amerika op cd uitgebracht. Geen idee hoe makkelijk / moeilijk het is om aan dit album te komen. Ik zag dat er enkele exemplaren van Mangled te koop worden aangeboden op discogs. Daarnaast is het album te beluisteren op verschillende streamingdiensten en op Bandcamp. Luister hier.

Mangled verdient een groot publiek. Ergens hoop ik op een wereldwijde re-release op cd, elpee en download. 

4. Patti Smith - Horses (50th Anniversary Edition)

Afgelopen week kocht ik voor de vijfde keer het album Horses van Patti Smith. Ik kocht mijn eerste Horses in de eerste helft van de jaren '90 op de boekenmarkt in Deventer, de dag dat ik de ijsverkoopster op diezelfde markt de studentenkamer naast de mijne aanbood omdat die leeg stond, nog niet vermoedend dat ik nog geen 10 jaar later met haar zou trouwen.

Die elpee werd ooit ergens ingeruild voor een cd (Horses #2) om na spijt nogmaals dit album op vinyl te kopen (Horses #3). Ergens onderweg ook nog een cd met bonustracks opgeduikeld (Horses #4) en nu is er dan de 50th Anniversary heruitgave, een dubbelelpee met op de 2de schijf outtakes en dergelijke. Horses #5 dus en voorlopig de laatste, denk ik. 

Ik hoef niemand te vertellen dat Horses een schitterende plaat is, terecht prijkend op menig eeuwige-album-lijst. Wat deze nieuwe editie zo bijzonder maakt, is die tweede schijf met outtakes. De platenzaken worden sinds enige tijd overspoeld met 50th Anniversary versies van menig album, vaak gepaard gaand van extra's als bonusdiscs, fotoboeken en beloftes van een betere geluidskwaliteit. Menig bonusdisc wordt één of twee keer gedraaid om daarna in een kast te verstoffen, simpelweg omdat die outtakes terecht nooit eerder werden uitgebracht. De tweede schijf van deze nieuwe editie van Horses is echter wèl de moeite waard. De ene outtake is nog mooier dan de ander. De meeste een stuk ingetogener dan de versie op het album dat al 50 jaar hoge ogen gooit. De 50th Anniversary Edition van Horses is op dit moment de versie van dit iconische album simpelweg omdat de extra's een uitstekende aanvulling zijn op het daadwerkelijke album.

5. Buzzcocks - Ever Fallen In Love (With Someone You Shouldn't've)?

Afgelopen week tijdens het maken van een mixtape vol Engelse (post-)punk voor mijn zoon en dochter - beiden zijn op ontdekkingstocht door de muziekgeschiedenis aan het gaan & het was tijd voor de punk - had ik nog een paar minuten ruimte over aan het eind van de tape. Na wat zoeken stuitte ik op zolder op de cd Singles Going Steady van Buzzcocks, een cd waarvan ik vergeten was dat ik 'm heb. Bij het doornemen van de cd bleef ik hangen bij track 5 - Ever Fallen In Love - een song in mijn jeugd vooral bekend door de cover van Fine Young Cannibals van het album The Raw & The Cooked (1988) voorzien van een verschrikkelijke jaren '80 nepgeluiden-saus.

Bij eerdere luistersessies naar Singles Going Steady van Buzzcocks was Ever Fallen In Love me nooit zo opgevallen, maar des te harder kwam het nu binnen. Topsong, herontdekking van de maand.


Nebraska '82 is geldklopperij (maar wel mooi)

Bruce Springsteen is een muzikant die mijn respect verdient. Zijn staat van dienst, zijn wat ik voor het gemak maar even 'goede inborst' noem maken van de man meer dan de zoveelste muzikant. Dat gezegd hebbende: ik houd niet van Springsteens muziek. Alleen voor zijn album Nebraska (1982) - en in iets mindere mate The Ghost Of Tom Joad (1995) - maak ik een uitzondering. Nebraska is simpelweg een schitterend album, een positieve uitzondering in Springsteens oeuvre, als je het mij vraagt. Ik keek dan ook erg uit na het verschijnen van Nebraska '82, de ultieme Nebraska-uitgave, zo leek het. Maar nu ik dat vijf schijven tellende boxsetje in mijn bezit heb, heb ik toch vooral het gevoel bij de neus genomen te zijn. Waarom moet ik betalen voor vijf schijven wanneer twee cd's ook genoeg zijn om mij de ultieme Nebraska te laten ervaren?

De eerste cd van Nebraska '82 bevat outtakes van de sessies voor Nebraska. De tweede schijf bandopnamen van Nebraska-songs. De derde cd bevat recente opnamen van door Springsteen & co gespeelde Nebraska-songs. Deze zelfde opnamen zijn ook te vinden op de bijgevoegde dvd (schijf 4). De laatste schijf is een geremasterde versie van Nebraska.
De eerste twee cd's met respectievelijk outtakes en bandopnamen bevatten schitterende muziek. Ze zijn de voornaamste (enige?) reden om Nebraska '82 te kopen. Probleem is dat de speelduur van de eerste schijf nog geen 32 minuten is terwijl de tweede schijf dat nog niet eens haalt. De 17 songs op de eerste twee schijven hadden prima samen op één cd kunnen staan. De derde cd - de recente concertopnamen - is niet alleen compleet overbodig - wat hebben recente concertopnamen met een album uit 1982 te maken - maar bevat ook nog eens beschamend slechte versies van de Nebraska-songs. Deze 'heropname van oude songs' is dusdanig tenenkrommend dat ik nog niet het lef heb gehad naar de dvd met daarop dezelfde opnamen te kijken. Sterker: ik acht het zeer waarschijnlijk dat ik nooit naar die dvd zal kijken. Tot slot de geremasterde versie van Nebraska: aardig natuurlijk dat die erbij zit, maar toch ook wel twijfelachtig. De charme van Nebraska is dat Springsteen de songs opnam op een simpel cassettedeck gezeten aan zijn keukentafel (was het de keukentafel?). Wat al goed klinkt omdat het op een slechte manier is opgenomen hoeft geen remaster te ondergaan. Sterker nog: het verschil tussen de geremasterde en de 'oude' Nebraska is minimaal.

Men had naar mijn smaak kunnen volstaan met twee schijven voor Nebraska '82: op de eerste schijf het album zoals dat in 1982 verscheen - al dan niet geremasterd - en op schijf twee de 17 outtakes en bandopnamen die nu over twee schijven verdeeld zijn. De vijf-schijven versie zoals die nu in de winkels ligt, is pure geldklopperij. Wie bedacht heeft om dat kleine beetje dat er is aan niet eerder uitgebracht materiaal over twee schijven te verdelen en geheel niet relevante (en beschamend slechte) recente concertopnamen toe te voegen op cd & dvd, dient zich de ogen uit de kop te schamen.

En toch ben ik blij dat ik Nebraska '82 heb gekocht. Ja, ik heb veel te veel geld betaald voor wat Nebraska '82 de moeite waard maakt, maar wat is geld? Muziek is veel aangenamer dan geld. En de muziek op die eerste twee schijven zijn om je vingers bij af te likken. Nee, er staat niks op waaruit blijkt dat Nebraska zoveel beter had kunnen zijn, maar dat neemt niet weg dat het mooi is. Een outtake als 'Pink Cadillac' of de bandversie van 'Johnny 99' zijn uitstekende aanvullingen op dat briljante album Nebraska. Met dank aan die outtakes en de bandsongs wordt duidelijk dat Bruce Springsteen ten tijde van Nebraska een hele grote was.

Maarten Giltay Veth - Man Gave Names To All The Animals & Masters Of War

De kunstdrukker Maarten Giltay Veth houdt er een flink tempo op na. Begin september schreef ik op Yowza Yowza over zijn drukwerk na aanleiding van Bob Dylans Oh Mercy en nu - zo'n zes weken later - heeft hij al weer twee nieuwe op Bob Dylan-songs geïnspireerde drukwerken klaar: Masters Of War & Man Gave Names To All The Animals.

Masters Of War

De (helaas) nog steeds relevante tekst van Bob Dylans Master Of War is in de kleuren dieprood en zwart op een gevouwen vel papier (26 x 23 cm) gedrukt. Achter de tekst is een portret van een jonge Bob Dylan (een linosnede) te zien die het geheel afmaakt. De combinatie van tekst en portret zorgt voor een sterk geheel, uitstekend om bijvoorbeeld in te lijsten. 

Man Gave Names To All The Animals

De songtekst van Man Gave Names To All The Animals is in verschillende tinten groen en blauw op de zes pagina's van dit werk gedrukt. Ieder couplet van dit lied - zoals de Dylanliefhebber weet - eindigt met de naam van een dier. Deze dieren zijn door Giltay Veth op schitterende wijze 'gevangen' in uit eenvoudige vormen opgebouwde 'portretten' in bruine inkt, inclusief de naam van bewust dier in een toepasselijk (gemengd) lettertype, ook in bruin, of in blauw. Het in drieën gevouwen blad met daarop de tekst en dierenportretten is vervolgens met de hand gebonden in een groene kaft met op de voorzijde in grote letters de titel van het drukwerk. Man Gave Names To All The Animals - met name door de geslaagde combinatie van de hand gezette tekst met de 'primitieve' dierenportretten - is een waar meesterwerkje van druktechniek waar iedere Dylanliefhebber plezier aan zal beleven.

Meer informatie over en afbeeldingen van Masters Of War, Man Gave Names To All The Animals zijn te vinden op de website Vethgedrukt. Op deze website vind je ook meer informatie over de bestelmogelijkheden en prijzen van beide uitgaven (en Oh Mercy waarvan nog enkele exemplaren verkrijgbaar zijn). Bij interesse adviseer ik snel contact op te nemen met Maarten Giltay Veth want de uitgaven zijn in een zeer beperkte oplage gedrukt.

mixtape #6

Met het ontdekken van (voor mij) nieuwe muziek - of opnieuw aanschaffen van wat ooit al eens beluisterd werd - ontstaat een sneeuwbaleffect. Het horen van een album wekt vaak de behoefte om minstens nog drie andere albums - al dan niet van dezelfde artiest - te horen. Om enigszins orde in de ontstane overvloed aan nieuwe muziek te scheppen, grijp ik steeds vaker terug op het fenomeen dat mij in mijn puberjaren hielp greep op de muzikale chaos te krijgen: de mixtape, aanvankelijk op gebrande cd's & sinds de zomer van 2024 steeds vaker op het oude vertrouwde cassettebandje. Door van nieuwe albums één (of meerdere) song(s) aan de tracklist van een mixtape toe te voegen, levert die mixtape niet alleen in een beperkte tijd veel goede muziek op, maar werkt diezelfde mixtape ook als reminder voor de albums die weer eens gehoord moeten worden. In huize Willems maakt iedereen inmiddels mixtapes welke vaak samen beluisterd worden, bijvoorbeeld tijdens het eten. Want wat is er leuker dan de muziek waar je enthousiast over bent te delen met anderen? En op andere momenten de muziek horen waar zoon- of dochterlief, of 'mevrouw Tom' enthousiast over zijn.

Om de cirkel van delen wat groter te maken, plaats ik hier zo nu en dan - al dan niet met een korte toelichting - de tracklist van een mixtape. Links naar de songs op de tape - waar mogelijk - zet ik erbij.

Misschien is dat wel mijn voornaamste doel: lezers nieuwsgierig maken zodat ze gaan luisteren. Want nogmaals: wat is er leuker dan de muziek waar je enthousiast over bent delen?

'Opruimtape' [oktober 2025]

Binnen een straal van zo'n anderhalve meter van mijn stereo-installatie liggen vaak stapels cd's. Stapels die groeien tot ze scheef gaan hangen en bijna omvallen. Dan is het tijd voor een nieuwe stapel. Het zijn de nieuw aangeschafte cd's die op die stapels terechtkomen, afgewisseld met oude favorieten die aandacht verdienen. Pas wanneer het de spuigaten uitloopt, er geen plek meer is voor nieuwe stapels, of de huiskamer een opruimbeurt verdient - meestal omdat er bezoek in aantocht is - worden de cd's van de stapels naar de cd-kasten verplaatst. Om het opruimen wat te vertragen, maak ik soms een mixtape met de cd's die van de stapels naar de kasten verhuizen. De mixtape waar het in dit stuk over gaat, is zo'n opruimtape. 

A1 Zita Swoon - Hey You, Whatsadoing? van het album Camera Concert.

Dertig jaar geleden - in 1995 dus - zag ik op de buis de videoclip voor Hotellounge (Be The Death Of Me) van dEUS voorbij komen. Het was vooral de stem van dEUS-bassist Stef Kamil Carlens die mij aan dit nummer deed bleven hangen. Niet veel later leerde ik dat Carlens ook een eigen band had, Moondog Jr. heette die band. En die band had net een album uitgebracht: Every Day I Wear A Greasy Black Feather On My Hat. Dertig jaar later is Every Day... nog steeds een van de albums die ik meeneem naar het spreekwoordelijke onbewoonde eiland. 

Moondog Jr. werd al snel Zita Swoon en hoewel Carlens stem nog steeds kippenvel-mooi kan zijn, heeft Zita Swoon nooit meer de hoogte van Moondog Jr. gehaald. Dat neemt niet weg dat heel erg veel Zita Swoon goed is, zoals dit wat rustige Hey You, Whatsadoing? van het live-voor-de-tv-camera-album Camera Concert. De cd van deze uitgave heb ik al een paar keer gedraaid, de bijgeleverde dvd kom ik maar niet aan toe. Misschien is dat omdat je muziek moet horen, niet zien. 

Hoewel, het begon dertig jaar geleden met de videoclip van Hotellounge (Be The Death Of Me) van dEUS. Toch kijken.

Een versie van deze song, staat op Youtube, zie hier.

A2 Shonen Knife - Goose Step Mama van het album Rutles Highway Revisited

Van alle tribute-platen - platen waarop een keur aan artiesten songs van één band of muzikant spelen - is Rutles Highway Revisited  de vreemdste. The Rutles is een band die niks anders doet dan parodieën op The Beatles spelen en dat vaak erg geestig doet. Deze niet al te serieus te nemen band heeft met Rutles Highway Revisited dus een tribute-plaat gekregen waarop verschillende artiesten deze band eren met een cover. Het Japanse garagerockbandje Shonen Knife nam voor deze tribute-plaat Goose Step Mama onderhanden. Alles wat de dames van Shonen Knife onder handen nemen is eigenlijk goed. Zeer aanstekelijk.

Youtube, hier.

A3 Booker T.  and the MG's - Green Onions

Geplukt van een of ander wazig cd'tje vol oude songs. De instrumental die iedereen kent. 

Youtube, hier.

A4 Tom Zé - Vai (Menina, Amanhã De Manhã) van een Best Of... album van Zé.

Ik begin een wat haat-liefde-verhouding te krijgen met de muziek van Tom Zé. De Braziliaanse roots van Zé zijn duidelijk hoorbaar in zijn muziek, soms met een tikje Westerse gekkigheid. 

Youtube, hier.

A5 David Philips - Life On The Wing van het album December Wine (4 Track Tapes)

Life On The Wing combineert twee dingen waar ik een zwak voor heb: thuisopnamen en een goede (eigen) stem. Geen idee of David Philips enige sterstatus heeft, regelmatig de hitlijsten beklimt en niet van de radio te slaan is. Mocht dat niet zo zijn, dan verdient deze Engelse singer-songwriter - afgaande op het album December Wine - dat zeker wel. Dat album, December Wine, heb ik niet zo lang geleden op de gok gekocht. Na één keer draaien was ik verkocht. Topplaat.

Youtube, hier.

A6 Bettie Serveert - Spine (demo) van het verzamelalbum Carry On Ooij (A Brinkman Waaghals Compilation)

Bettie Serveert is waarschijnlijk de beste Nederlandse band. En ja, na debuut Palomine werd het nooit meer zo goed, maar ook alles wat daarna kwam is nog steeds erg goed. Heel erg goed zelfs. Spine - zo leerde ik net van discogs - is een non-albumtrack dat in 1997 op single werd uitgebracht. Ik kwam een demo-versie tegen van dit nummer op de verzamel-cd Carry On Ooij en ben nogal verslingerd aan dit nummer. Geen idee of deze demoversie identiek is aan de eerder genoemde singleversie, overigens.

Youtube, de singleversie, hier.

A7 The Rudy Trouvé Sextet - Thirtysix van Heaven Hotel Presents The Post Punk Side Of Heaven Hotel Part One

Kijk even hierboven naar wat ik schreef over de allereerste track op deze tape. De ontdekkingstocht was ongeveer zo verlopen:

dEUS (Hotellounge) stem SKC -> Moondog Jr. -> Zita Swoon

De ontdekkingstocht gaat verder. Een tijd geleden las ik ergens dat Stef Kamil Carlens ook nu en dan speelde in de band Kiss My Jazz. Na wat speurwerk wist ik het een en ander van Kiss My Jazz op de kop te tikken. Discogs leert dat Kiss My Jazz mede werd opgericht door Rudy Trouvé, de man achter het label Heaven Hotel. Nieuwsgierig geworden naar Trouvé en vooral zijn label, ontdekte ik dat Trouvé in nogal wat verschillende bands speelt / speelde waarvan een groot deel op het label Heaven Hotel zit. Het is niet makkelijk om aan de muziek van Trouvé te komen, maar de verzamel-cd Heaven Hotel Presents The Post Punk Side Of Heaven Hotel Part One bleek nog wel leverbaar. Op deze verzamelaar uit 2023 muziek van onder andere Kiss My Jazz, Dead Man Ray, The Love Substitutes en Rudy Trouvé solo. 

Thirtysix van The Rudy Trouvé Sextet is een vrij toegankelijk nummer. Het doet wat denken aan dEUS (zeg plaat 3 of 4 van deze band).

De ontdekkingstocht doorgezet:

dEUS (Hotellounge) stem SKC -> Moondog Jr, -> Zita Swoon -> Kiss My Jazz -> Rudy Trouvé / Heaven Hotel

Youtube, hier.

A8 Frazey Ford - September Fields van het album Indian Ocean

Het album Indian Ocean van Frazey Ford is zo'n plaat die je bij de eerste keer luisteren bij de strot grijpt. Zo'n plaat waarvan je halverwege al weet dat 'ie wel erg goed is. Zo'n plaat die bij iedere keer luisteren alleen nog maar beter wordt. 

Frazey Ford is natuurlijk bekend van Be Good Tanyas. Na het verlaten van die band is Indian Ocean haar beste soloplaat. Op die plaat combineert ze de country/folk van Be Good Tanyas met vette soul en een flinke lik Ford-ziel. Unieke stem deze vrouw. 

Voor wie denkt: die wil ik op vinyl: Indian Ocean verschijnt binnenkort opnieuw op plaat. Grijp je kans.

Youtube, hier.

A9 Todd Snider - D.B. Cooper van het album To Be Here

Todd Snider is waarschijnlijk de enige muzikant van wie ik de autobiografie las voor ik ook maar een noot muziek van hem hoorde. Dat is toevallig zo gegaan. 

Singer / songwriter met een knauw in z'n stem. 'Tuurlijk, dertien in het dozijn, maar toch goed. 

Youtube, hier.

B1 Jeffrey Lewis - Punk Is Dead van het album 12 Crass Songs

Dit voorjaar kocht ik de elpee The Even More Freewheelin' Jeffrey Lewis van... Jeffrey Lewis. Niet dat ik ook maar iets van deze singer/songwriter kende, maar de hoes van die plaat bevatte een aardige parodie op de hoes van The Freewheelin' Bob Dylan en we weten allemaal hoe ik over Bob Dylan denk. 

The Even More Freewheelin' Jeffrey Lewis bleek niet alleen een geestige hoes te hebben, maar ook nog aardige muziek te bevatten. Vorige week vond ik in de bakken met tweedehands cd's in een van mijn favoriete platenzaken (Waaghals) 12 Crass Songs van Lewis. Een aardige cd, vol opgefokte singer/songwriter-songs en een hoes die verraadt dat Lewis niet alleen muzikant is maar ook striptekenaar. Punk Is Dead is (denk ik) het minst opgefokte nummer op 12 Crass Songs en vooral ook geestig. Om het te kunnen volgen, moet je wel snel luisteren. (Of meer dan één keer draaien, werkt ook goed.)

Youtube, hier.

B2 Jimi Hendrix - It's Too Bad van de boxset The Jimi Hendrix Experience (2000)

Dat Jimi Hendrix veel meer was dan de gitaargod waarvoor hij tot op de dag van vandaag wordt versleten, bewijst onder andere dit It's Too Bad. Opgenomen op 11 februari 1969 met jazzorganist Larry Young en drummer Buddy Miles. Hendrix was een briljant en serieus muzikant die veel meer in z'n mars had dan gitaar-met-z'n-tanden-spelen als een circusattractie voor het op apegapen starende publiek. Klinkt als een jam, meeslepend goed.

Youtube, hier.

B3 Mike Hart - Disbelief Blues van het album Mike Hart Bleeds

Waarom kent niemand Mike Hart?

Eigenlijk is het wel logisch. Zo makkelijk laat Mike Hart zich niet kennen.  Misschien moet je eerst op huwelijksreis naar Londen voor je Mike Hart kunt ontdekken. 

26 jaar geleden gingen 'mevrouw Tom' en ik op huwelijksreis naar Londen. Daar kocht ik bij een antiquair een dichtbundel van Mike Evans omdat ik al bladerend een verwijzing naar Bob Dylan in die bundel was tegengekomen. Rond diezelfde tijd ontdekte ik de poëzie van Adrian Henri met dank aan de door Penguin uitgegeven bloemlezing The Mersey Sound

Vele jaren verder spoelen op de tijdlijn, zeg zo'n 20+ jaren voor ik ontdekte dat Mike Evans en Adrian Henri deel uitmaakten van de band The Liverpool Scene wiens eerste plaat - The Amazing Adventures Of Liverpool Scene geheten - zeker een onbewoond eiland plaat is. Deze Liverpool Scene werd mede opgericht door de Engelse singer-songwriter Mike Hart die na het verlaten van The Liverpool Scene het album Mike Hart Bleeds opnam. 

Veel van de songs op Mike Hart Bleeds spelen leentjebuur bij het oeuvre van de jonge Bob Dylan, maar Mike Hart weet de songs dusdanig een eigen (Engelse!) twist te geven waardoor het nergens stoort. Veel humor, veel tijdsbeeld (eind jaren zestig) en vooral heerlijk.

De cd met daarop de albums Mike Hart Bleeds en Basher, Chalky, Pongo And Me van Mike Hart, is de enige cd die niet van de stapels naar de kast is verhuisd. Die cd ligt nog steeds bij de cd-speler en daar blijft 'ie voorlopig ook liggen.

Youtube, hier.

B4 Jellephant - (Sleep) van het album Spoon Dreams Nothing

Jellephant is Arnhemmer Jelle Haagsma. Hij brengt platen, cassettes en cd's met z'n muziek op de markt zonder winstoogmerk. Die schijven kosten dus weinig. 

De muziek van Jellephant is verslavend. Ergens tussen singer/songwriter, garage, psychedelica en dromerige pop in, afhankelijk van welk Jellephant-album je beluistert. De man is gewoon goed. Net even anders dan wat je altijd al hoort. 

Youtube, hier.

B5 Bob Dylan - Easy Ad Slow van de boxset Rolling Thunder Revue; The 1975 Live Recordings

Zoals ik eerder al schreef: hoe ik over Bob Dylan denk is bekend. Laat ik er alleen dit nog over zeggen: de man torent boven alles en iedereen uit. 

Het aardige is - vooral met de stortvloed aan oude opnames die sinds 1991 van Dylan uitgebracht worden - dat de mans oeuvre nogal wat goed verborgen schoonheid bevat, zoals zijn cover van Easy And Slow, opgenomen op 29 oktober 1975 tijdens een oefensessie voor de Rolling Thunder Revue. 

Zet dit op, blokkeer de legende, blokkeer de mythe, blokkeer de gitaar en luister alleen naar de stem. Naar de stem die de tekst niet zingt, maar leeft. 

Easy And Slow is een van de 10-tallen, 100-den voorbeelden in Dylans oeuvre die laten horen dat er aan het eind van de dag maar één echte zanger is en dat is Bob Dylan.

Youtube, hier.

B6 Kreg Viesselman - The Busker van het album The Pull

Ik had nog nooit van Kreg Vieselman gehoord toen een verkoper op een rommelmarkt de cd The Pull met de woorden 'luister hier maar eens naar' van Kreg Viesselman onder mijn neus drukte. Singer/songwriter met een stem met een rauw randje. Zijn muziek kan zowel glad als ruw tegelijkertijd zijn. The Busker is niet de beste song op deze tape en ook niet de niet beste in Viesselmans oeuvre, maar het is wel een song die werkt om een tape af te sluiten. Een song die je aan het eind laat mompelen 'Nu al? Ik wil meer horen.'

Youtube, hier

~ * ~ * ~

Brieven aan Thomas #11

Thomas,

Ergens aan het eind van de twintigste eeuw waren 'mevrouw Tom' en ik verzeild geraakt in een vakantiepark uitgerekend in een periode dat de regen ononderbroken viel. Met de capuchon van onze jassen diep over de ogen getrokken liepen we dag 1 uit pure verveling naar de parkwinkel. In die winkel werden niet alleen rollen beschuit en wc-papier verkocht, maar ook een groot assortiment strips. In dat kleine winkeltje hebben we in de dagen van onze vakantie ons vakantiebudget gespendeerd aan stripalbums om deze bij de kachel in de vakantiewoning te lezen. Wat aanvankelijk een slechte vakantie leek te worden (klote weer), bleek een heerlijke midweek te worden, met dank aan de strips. Van alle gekochte strips sprak vooral Storm me aan. We gingen dan ook aan het eind van de midweek met een album of tien van Storm weer naar huis. In de jaren sindsdien zijn we Storm blijven kopen. Eerst de oude, nog in de collectie ontbrekende delen, later ieder nieuw album dat uitkwam. Dat is zo gebleven. Gisterenmiddag kochten we deel 35, gisteravond las ik het en voor het eerst in al die jaren Storm lezen, was ik teleurgesteld. Het verhaal van De nacht van Angul, zoals dit vijfendertigste deel heet, is namelijk gebaseerd op de song 'Hotel California' van The Eagles. Als het om The Eagles gaat, kan ik me alleen maar scharen achter de woorden van The Dude (in de film The Big Lebowski): 'I hate the fucking Eagles, man.' 

Heb je The Big Lebowski gezien? Zo niet, dan weet je wat je huiswerk is. Briljante film. En als je dan toch bezig bent: lees dat 35ste deel van Storm, want waarom zou je naar mij luisteren? De enige die het altijd met mij eens is, ben ik zelf (en zelfs dat niet eens: soms ik toegeven dat ik er naast zat).

Pas goed op jezelf,

groet,

TW

02 X 2025

PS: Mocht je de muziek van The Eagles wel weten te waarderen, dan rest mij niks anders dan je minstens een jaar dood te zwijgen om je na dat jaar alleen nog aan te spreken met 'vieze vuile Eagles-lover, Judas van de smaak', maar daar kom je ook wel weer overheen, schat ik zo in. ;-)

~ * ~ * ~

Bewust fragment The Big Lebowski, zie hier.

Sharhabil Ahmed, Billie Holiday, Jerry Tallmer, Frank O'Hara & Mulatu Astatke

Gisteren, op de platenbeurs die in de aankondiging groter leek dan 'ie in werkelijkheid was, luister ik op aanraden van een handelaar naar The King Of Sudanese Jazz van Sharhabil Ahmed. Ik hoefde niet veel te horen voor ik wist dat de plaat met mij mee naar huis zou gaan. De muziek van Sharhabil Ahmed is volgens de hypesticker op de hoes een mix van jazz, rock 'n' roll en Soedanese klanken. Ik betwijfel of dat een accurate beschrijving is, maar het maakt niet veel uit. The King Of Sudanese Jazz is een heerlijke plaat & dat is wat uiteindelijk belangrijk is.

Door verplichtingen elders heb ik gisteren na thuiskomst van de beurs The King Of Sudanese Jazz niet meer kunnen draaien en dus leg ik 'm vanochtend onder de naald. Kop koffie erbij, Evergreen Review no. 10 (november / december 1959) opengeslagen in mijn handen. In dit literaire tijdschrift schrijft Village Voice-medewerker Jerry Tallmer over de dan net overleden zangeres Billie Holiday. Ooit haalde Tallmer midden in de nacht Holiday, pianist Mal Waldron en diens vriendin in Philadelphia op voor een concert in New York. De nachtelijke rit, zo beschrijft Tallmer, duurde langer dan verwacht waardoor het New York-concert pas rond een uur of 3 's nachts kon beginnen. Na het concert was er een feest en tijdens dat feest wist de zangeres weg te glippen, tot ontsteltenis van Tallmer. Hij had eerder op de avond immers aan Holidays manager beloofd haar bij haar hotel af te zetten. Na wat zoeken vond hij haar niet ver van de locatie van het feest in een nachtwinkel. Tallmer: 'She [Holiday] was stumbling all over and humming happily to herself and loading her arms with comic books and candy bars. She seemed almost unconscious, almost incoherent. I had never seen Lady Day look so vulnerable and soft, so relaxed, so feminine, or so attractive.'

Het is vooral dat beeld, de grote zangeres met haar armen vol comics en snoep, dat me raakt in het stuk van Tallmer. 

Ik mag graag naar Billie Holiday luisteren. In de loop der jaren heb ik redelijk wat platen en cd's van haar weten aan te schaffen. Daar zitten een aantal mooie titels tussen, maar grappig genoeg is mijn meest gedraaide Holiday-release een of andere crappy dubbel-cd waarop concertopnamen en studio-opnamen elkaar afwisselen en er met de beste wil van de wereld geen lijn te vinden is in de tracklist. Die cd ligt namelijk in de auto en de eerste van de twee schijven zit al meer dan een jaar in de cd-speler in die auto. Het is goed Billy Holiday luisteren tijdens het autorijden. Songs als 'Stormy Weather' en 'I Cried For You (Now It's Your Turn To Cry Over Me)', het komt allemaal voorbij op de cd. En natuurlijk het hartverscheurende 'Strange Fruit'. Ook na 100-den keren luisteren krijg ik nog kippenvel van 'Strange Fruit'. 

Maar nu zal ik zonder moeten doen. De auto is niet meer te repareren kapot, zo hoorden we vorige week. Voordat het ding werd afgevoerd naar de sloop, hebben we al onze bezittingen uit die auto gehaald. Alleen de cd in de cd-speler zijn we vergeten. De eerste schrijf van die crappy Billie Holiday-dubbelaar is met het autokarkas naar de sloop vertrokken. Dat is pijnlijk natuurlijk, maar het is ook goed zo. Misschien werd het tijd om in de nieuwe auto een andere cd te draaien. Bijvoorbeeld de tweede cd van die Holiday-dubbelaar.

Het lezen van de herinneringen van Jerry Tallmer aan Billie Holiday bracht de gedachte aan de verloren cd terug. Een erg goed stuk overigens van Tallmer. Bye Bye Blackbird heet het. Maar het is niet het beste in memoriam voor Billy Holiday dat ik ken. Die eer is voor het gedicht 'The Day Lady Died' van Frank O'Hara. Het is te vinden in de bundel Lunch Poems.

THE DAY LADY DIED

It is 12:20 in New York a Friday
three days after Bastille day, yes
it is 1959 and I go get a shoeshine
because I will get off the 4:19 in Easthampton
at 7:15 and then go straight to dinner
and I don't know the people who will feed me
I walk up the muggy street beginning to sun
and have a hamburger and a malted and buy
an ugly NEW WORLD WRITING to see what the poets
in Ghana are doing these days
                                              I go on to the bank
and Miss Stillwagon (first name Linda I once heard)
doesn't even look up my balance for once in her life
and in the GOLDEN GRIFFIN I get a little Verlaine
for Patsy with drawings by Bonnard although I do
think of Hesiod, trans. Richmond Lattimore or
Brendan Behan's new play or Le Balcon or Les Nègres
of Genet, but I don't, I stick with Verlaine
after practically going to sleep with quandariness
and for Mike I just stroll into the PARK LANE
Liquor Store and ask for a bottle of Strega and
then I go back where I came from the 6th Avenue
and the tobacconist in the Ziegfield Theatre and
casually ask for a carton of Gauloises and a carton
of Picayunes, and a NEW YORK POST with 
                                                                 her face on it
and I am sweating a lot by now and thinking of
leaning on the john door in the 5 SPOT
while she whispered a song along the keyboard
to Mal Waldron and everyone and I stopped breathing

Maar misschien is het niet goed voor mij om dit gedicht van O'Hara deze zondagochtend voor de zoveelste keer te lezen. Door dit te lezen hoor ik de muziek van Sharhabil Ahmed niet meer en die verdient ook mijn aandacht. 

Billy Holiday heeft nooit een plaat van Sharhabil Ahmed gehoord, daarvoor is ze te vroeg overleden, maar andersom zou natuurlijk wel kunnen. Hoewel. In de liner notes bij The King Of Sudanese Jazz lees ik dat Ahmed op latere leeftijd nog slechts vier elpees in zijn collectie had: twee van zijn eigen albums en twee platen van Mulatu Astatke, de Ethiopische jazzgrootheid die beide platen signeerde voor hij ze Ahmed cadeau deed. 

Het is zondagochtend. Met mijn boeken en platen reis ik de wereld over. Niet alleen naar andere plekken, maar ook naar andere tijden. Hoe meer ik thuis ben, hangend in mijn stoel, hoe minder ik thuis ben. Ik ben in het New York van 1959, in het Soedan van de jaren zeventig. Ik ben overal en nergens. 

~ * ~ * ~

Het album The King Of Sudanese Jazz van Sharhabil Ahmed kun je hier beluisteren.

'Strange Fruit' van Billy Holiday kun je hier beluisteren.