Brieven aan Thomas #3

Thomas,

Het beste wat men kan overkomen is vinden wat men niet zoekt.

Gisteren was ik in de kringloopwinkel in V. Het stinkt daar. Bij binnenkomst slaat een ondefinieerbare zure walm je in het gezicht. Wat misschien nog wel het ergste is, is dat die geur went. Na een minuut of vijf schuifelen over de gladde, ooit witte plavuizen waarmee de vloer is bedekt, ruik je het al niet meer. Het is niet een kringloop waar ik vaak kom. De laatste keer was een jaar of vier, vijf geleden. Zo'n twee bezoeken per decennium is ook genoeg, want hoewel er wel degelijk veel aanbod is, is het gros van dat aanbod totaal niet interessant. Wat ik er kocht is één boek. Een boek dat ik niet zocht. Ik wist niet eens dat het ooit verschenen was. Na thuiskomst heb ik het gelijk gelezen. Het is niet zo dik, je leest het zo uit. A Hatful of Rain heet dat boek. Het is toneel, geschreven door Michael Vincente Gazzo. Dat toneelstuk is ook verfilmd. In 1957 kwam die film uit, hetzelfde jaar waarin het gisteren door mij gekochte pocketje verscheen. In Nederland, zo leert Wikipedia, werd die film uitgebracht onder de titel Narcotica

A Hatful of Rain vertelt het verhaal van Johnny, zijn broer Polo en Celia, de vrouw van Johnny. Ze wonen met z'n drieën in een appartement aan de Lower East Side in New York. Johnny is een junkie met flinke schulden bij enkele drugsdealers. De vader van Johnny en Polo rekent er op een flinke som geld van Polo te krijgen. Wat hij niet weet, is dat Polo al dat geld aan Johnny heeft gegeven om drugs te kopen. Het huwelijk tussen Johnny en Celia - die niks weet van haar mans verslaving - is een verstandshuwelijk. Tussen Celia en Polo broeit de (onmogelijke) liefde voor elkaar.

Toen ik gisteren in de kringloopwinkel dit boek uit de kast trok, las ik de titel als A Handful of Rain in plaats van als A Hatful of Rain. De reden daarvoor is simpel: ik leef met Bob Dylan, zijn songs zijn deel van mijn DNA geworden. In 'Visions Of Johanna' van het album Blonde On Blonde zingt Dylan:

And Louise holds a handful of rain, temptin' you to defy it

wat er voor zorgde dat ik de titel van het boek van Michael Vincente Gazzo fout las en het boek kocht. En nu ik dat boek heb gelezen vraag ik me ineens af of Bob Dylan wel handful en niet hatful zingt, maar iedere keer als die gedachte op popt, schud ik een keer met m'n kop om 'm te verdrijven.

Volgens mij was het de beruchte Dylanoloog A.J. Weberman die ooit beweerde dat rain in a handful of rain een verwijzing naar heroïne is. Geen idee waarom ik dat ooit onthouden heb, maar met het toneelstuk van Gazzo in het achterhoofd is dat wel interessant. Johnny in A Handful of Rain in een junkie. Om dat gegeven draait alles in het stuk. Dit lijkt geen toeval meer.

Hoe groot is de stap van hatful naar handful of rain? En is het denkbaar dat het toneelstuk A Hatful of Rain - of de gelijknamige film - in Dylans achterhoofd sluimerde tijdens het schrijven van 'Visions Of Johanna'? Ik wil graag geloven dat het zeer waarschijnlijk is.

Wat schreef Paul Williams ook al weer over 'Visions Of Johanna'? Ik heb het moeten opzoeken, het staat in het eerste deel van zijn Performing Artist-boeken: 'The subject [van 'Visions Of Johanna'] is simple: sitting in a room, probably a loft in New York on a rainy night, thinking about someone who isn't there.' Het is beangstigend hoezeer dit ook een beschrijving van A Hatful of Rain kan zijn. De regen, het appartementje in New York, de avond, de gedachte aan de afwezige persoon, het zit allemaal ook in A Hatful of Rain.

Het toneelstuk van Michael Vincente Gazzo: 

I'm all right, I'm all right. You go to sleep, Sarge. I'll watch for you... Twenty dollars, that's all I need. Twenty dollars and I'll be the night watchman...

'Visions Of Johanna': 

We can hear the night watchman click his flashlight ask himself if it's him or them that's really insane

Toeval? ik weet het niet. Tot slot een fragment van de tekst van de vader van Johnny en Polo waarmee de ietwat bevreemdende titel van het stuk wordt verklaard:

Did Johnny ever tell you about the time he was a kid I came home and found him digging up the backyard? I asked him what the hell are you doing? Workin', daddy... me workin'... I told him the only way you get money in your pockets is to work. He'd dig a hole, and then look in the pockets, dig another hole and in the pockets, and no money... Johnny was convinced... Work and you make money. One day I came home and it was raining.... and there's the little bum there digging away.... he had his hat laying alongside a big empty hole... and finally I convinced him not to believe what I told him in the first place, then... he bends down and picks up his hat - and the water goes running all over him... he worked and all he got was a hatful of rain.

Tot zover. Pas goed op jezelf,

En luister naar 'Visions Of Johanna',

TW

23 III 2025

Bringing It All Back Home 60 jaar

Een enkele keer wordt het nog gevraagd, meestal in de gangpaden van de platenzaak: wat is de beste plaat ooit gemaakt? Mijn antwoord is eigenlijk altijd hetzelfde: Bob Dylans Bringing It All Back Home, het album dat vandaag 60 jaar geleden werd uitgebracht.

Zestig redenen waarom Bringing It All Back Home gehoord moet worden:

1. Het is Bob Dylan;

2. Het heeft twee kanten, een bandkant en een solokant;

3. Het is één geheel, ondanks (of juist dankzij) de twee verschillende kanten;

4. Het brengt de muziek - door de British Invasion geleend - terug naar thuis;

5. Het bevat 'She Belongs To Me';

6. Het knipoogt naar Chuck Berry in 'Subterranean Homesick Blues';

7. Het heeft voldoende citeerbare regels om een leven lang mee te kunnen;

8. Het heeft een hoesfoto die vertelt waarnaar je nog meer kunt luisteren en lezen;

9. Het bevat 'Maggie's Farm' dat al tientallen keren verkeerd geïnterpreteerd is en toch overeind blijft;

10. Het heeft de juiste versie van 'Mr. Tambourine Man', de versie die de luisteraar naar adem doet happen;

11. Op de achterzijde van de hoes staat een tekst die ook na 30 keer lezen nog niet alles heeft prijsgegeven;

12. In de groeven zit Dylans beste stem opgeborgen;

13. Het knipoogt naar Jack Kerouac met 'On The Road Again' en toch weer niet;

14. Het bevat de meest aanstekelijke lach ooit op vinyl vastgelegd;

15. Er zijn outtakes van het album die minstens net zo goed zijn;

16. Allen Ginsberg staat op een van de foto's op de achterzijde;

17. De door Allen Ginsberg gedragen hoge hoed op die foto wordt op een andere foto door Bob Dylan gedragen;

18. Nog voor je halverwege bent, heb je zowel 'Love Minus Zero / No Limit' als 'Outlaw Blues' gehoord;

19. De sfeer van de eerste twee songs wordt herhaalt in de daaropvolgende twee songs;

20. Er een foto is van Mick Jagger die de hoes van Bringing It All Back Home bestudeert;

21. Er is een foto is van Iggy Pop met Bringing It All Back Home onder z'n arm;

22. 'Bob Dylan's 115th Dream' knipoogt naar zowel de Beatles als Moby Dick;

23. Bob Dylan slechts 23 jaar oud was toen hij met Bringing It All Back Home een nieuwe weg insloeg;

24. Voor openingssong 'Subterranean Homesick Blues' nam D.A. Pennebaker de ultieme anti-playback videoclip op met een met woorden strooiende Bob Dylan;

25. 'You don't need the weatherman to know which way the wind blows';

26. Er staat een op een bank uitgestrekte dame in het rood op de voorzijde van de hoes, als Bob Dylan niet aan het voeteneind had gezeten, zou men kunnen denken dat het Dylan in drag is;

27. Zelfs de kat staart de luisteraar vanaf de hoes aan;

28. 'Well, I try my best to be just like I am, but everybody wants you to just like them';

29, 'Gates Of Eden' is - net als een oerbos - een mogelijkheid om te verdwalen;

30. Zelfs de afkorting van de titel - BIABH - oogt goed;

31. 'I got my dark sunglasses I got for good luck my black tooth'; 

32. Niets op Bringing It All Back Home nodigt uit om de plaat achterstevoren te draaien in de zoektocht naar verborgen boodschappen;

33. Een voet komt door te telefoonlijn, de borg wordt betaald met het tonen van een blote kont;

34. En ook de president van de Verenigde Staten staat soms in z'n blote kont;

35. En ook de president van de Verenigde Staten staat soms in z'n blote kont;

36. En ook de president van de Verenigde Staten staat soms in z'n blote kont;

37. Dat is drie keer hetzelfde omdat één keer niet genoeg is, net als het beluisteren van Bringing It All Back Home nooit bij één keer blijft;

38. 'Take me disappearing through the some rings of my mind'; 

39. Het vertelt je vooral je eigen ding te doen;

40. 'Let me forget about today until tomorrow'; 

41. Het hangt niet van hitsingles en opvullers aan elkaar;

42. Het is het enige album ooit waarop een 'erotic hitchhiker' te vinden is;

43. Het heeft zowel Lyndon B. Johnson als Lotte Lenya op de voorzijde van de hoes, maar dat betekent niks, of juist alles;

44. Het sluit af met 'It's All Over Now, Baby Blue' waarna de luisteraar opnieuw kan beginnen;

45. De piano in 'Mr. Tambourine Man' loopt waardoor Dylans stem de woorden danst;

46. De plaat genoeg redenen bevat om Bob Dylan de Nobelprijs voor Literatuur te geven, iets wat pas 51 jaar na het uitkomen van het album ook daadwerkelijk gebeurde;

47. De muziek dan misschien zestig jaar oud is, maar klinkt alsof het gisteren werd opgenomen;

48. 'It's Alright, Ma (I'm Only Bleeding)' meer filosofische wijsheden bevat dan de verzamelde werken van Nietzsche en Descartes samen;

49. Simon Vinkenoog heeft laten zien dat je kunt dansen op de muziek;

50. Bringing It All Back Home meer punk is dan Never Mind The Bollocks of London Calling;

51. 'It's easy to see without looking to far that not much is really sacred';

52. Er geen stroom nodig is op het spreekwoordelijke onbewoonde eiland waar ik deze plaat mee naar toe neem, door te staren naar de hoes speelt de muziek in mijn achterhoofd;

53. Met deze plaat de jonge Bob Dylan zijn hoofd onder de guillotine legde;

54. De plaat van de eerste tot de laatste noot een fuck-you-ik-doe-m'n-eigen-ding is;

55. Bob Dylan slechts drie dagen nodig had om de plaat op te nemen;

56. Er na Bringing It All Back Home geen weg meer terug was;

57. Met Bringing It All Back Home de sixties begonnen;

58. Tijdens het draaien van Bringing It All Back Home gesprekken als vanzelf stilvallen;

59. Bringing It All Back Home Bringing It All Back Home is;

60. Bringing It All Back Home geen gevangenen neemt en onder konten schopt.

De Chet Baker tape

Oké, dit is een ietwat vreemd verhaal, maar hoe ongeloofwaardig ook, het is van begin tot eind precies zo gebeurt als hieronder staat. 

Het begon op een van de eerste echt zonnige dagen van dit voorjaar. Mijn vrouw had ergens online gelezen dat een kringloopwinkel aan de andere kant van het land een partij miniaturen binnen had gekregen en voor nagenoeg nop weer verkocht. Mijn vrouw heeft een zwak voor miniaturen en dus reden we de anderhalf uur naar bewuste winkel. Terwijl ze een winkelmandje vulde met mini-stoelen, -tafels, -beesten en -kasten, scharrelde ik wat door de enorme hal waar bewuste kringloopwinkel in gevestigd zit en stuitte in een van de kasten op een bakje cassettebandjes. Dit waargebeurde sprookje draait niet om miniatuurtjes, maar om een van de cassettebandjes die door een medewerker van de winkel achteloos in die bak was gedumpt en door mij mee naar huis werd genomen nadat ik er vijftig cent voor had neergeteld. Ik heb het over een TDK D90 bandje. Niks bijzonders zo op het eerste oog, maar wat me deed besluiten om het mee te nemen was wat de vorige eigenaar met zwarte pen op de J-card had geschreven. ‘Chet Baker (de Kroeg) 02/10/87’ staat er. Elders op de J-card staan in hetzelfde handschrift de musici vermeld: Chet Baker (trompet), Nicola Stilo (fluit, gitaar)M. Graillier (piano) en Rocky Knao (bas). Bij de laatste naam moet de vorige eigenaar zich vergist hebben, het is niet Knao, maar Knauer, zo ontdekte ik thuis na het openslaan van het door Thorbjørn Sjøgren samengestelde boek Chet; The Music Of Chesney Henry Baker; A Discography [JazzMedia, 1993]. In dat boek staat keurig een setlist van Bakers concert op 2 oktober 1987 in De Kroeg in Amsterdam. Sjøgren meldt verder dat geen opnamen van dit concert officieel zijn uitgebracht, maar dat er wel een ‘private taperecording’ circuleert. In mijn fantasie had ik niet alleen een cassette met die ‘private taperecording’ gevonden, maar misschien zelfs wel de mastertape, de cassette van de man of vrouw die dat optreden in de Kroeg had opgenomen. 

Bij het beluisteren van de cassette bleek al snel dat mijn dagdroom onzin is. De cassette bevat niet de negen songs die volgens Thorbjørn Sjøgren op 2 oktober 1987 in de Kroeg werden gespeeld, maar een allegaartje aan songs van de elpees Chrystal Bells van Jean-Louis Rassinfosse, Chet Baker en Philip Catherine uit 1983 (LDH 1009) en Diane van Chet Baker en Paul Bley uit 1985 (SteepleChase SCS 1207). Waarom zet iemand bijna een uur muziek, in totaal 10 songs – of in sommige gevallen delen van songs – van twee elpees op cassette om met een korte notitie ten onrechte de indruk te wekken dat de muziek is opgenomen in een Amsterdamse kroeg? Heeft de vorige eigenaar de cassette zo gekregen of misschien wel gekocht en wist hij niet beter? Heeft de maker van de cassette dit bewust gedaan om de ontvanger van de cassette bij de neus te nemen, misschien zelfs op te lichten? Ik heb werkelijk geen flauw idee. 

Wie nu wil stoppen met lezen vanwege deze anticlimax raad ik aan toch nog even vol te houden, want zoals ik eerder schreef gaat het om een cassette van 90 minuten en de zogenaamde concertopnamen uit oktober 1987 beslaan iets minder dan een uur. Er is nog ruim een half uur muziek op de cassette te vinden. 34 minuten en enkele seconden om precies te zijn. Volgens de tekst op de sticker op de cassette bevat kant B niet alleen het vervolg van de opnamen uit de Kroeg van oktober 1987, maar ook nog muziek opgenomen in een andere Amsterdamse kroeg, te weten de Stip. Het zou gaan om opnamen van 16 juli 1986. Gezien het voorgaande geloof ik er geen reet van, maar luister voor de zekerheid toch naar de cassette. Wat het nog ongeloofwaardiger maakt, is dat ik zowel online als in het boek van Thorbjørn Sjøgren niks kan vinden van een optreden van Chet Baker in de Stip in juli 1986. 

De tweede kant van de cassette begint met ‘Strollin’’ en vervolgens ‘Lament’ van Chrystal Bells. Na het halverwege afgebroken ‘Lament’ verandert de geluidskwaliteit. Een band bestaande uit een trompettist, een drummer, een bassist en een pianist speelt een zo’n tien minuten durende song. Op de achtergrond is publiek te horen. Na deze eerste song is het Chet Baker die zich tot het aanwezige publiek richt met de woorden ‘Welcome to the Stip’ waarna hij de muzikanten voorstelt: Cees Slinger op piano, Leo Mitchell op drums en Ricardo Del Fra op bas. Dus toch. De tweede song is een uitgerekte versie van ‘I’m Old Fashioned’ waarna nog een – helaas door het einde van de cassette afgebroken – instrumentaal stuk volgt dat ik niet gelijk herken.

Met dank aan de woorden van Chet Baker tot het publiek weet ik in ieder geval zeker wie de muzikanten zijn en waar de opname is gemaakt, maar klopt de datum op de cassette wel? Is dit wel opgenomen op 16 juli 1986, zoals de vorige eigenaar beweert? aangezien hij de eerste tien songs op de tape ten onterechte aan een optreden in de Kroeg toe heeft geschreven, heb ik mijn twijfels of die datum wel klopt. Dat wordt nog eens versterkt doordat ik niks over een optreden op 16 juli 1986 kan vinden in het boek van Thorbjørn Sjøgren of online. 

Terwijl Baker speelt, heb ik het met mijn zoon over de cassette, over het absurde sprookje, over de dagdroom van de muziekarcheoloog die door een gek toeval voor mij even lijkt uit te komen, maar dat ik maar nergens bevestiging kan vinden dat de opnamen waar we naar luisteren daadwerkelijk van 16 juli 1986 zijn. 

Mijn zoon kan beter zoeken dan ik en vindt op Flickr een op 16 juli 1986 in de Stip door Gert de Ruyter gemaakte foto van Chet Baker, de ogen gesloten, de trompet hangend in de handen tussen de knieën. Baker is er niet, verdwenen in de muziek. Of juist wel, luisterend naar wat Slinger op de piano doet, zo stel ik me voor. Chet Baker was er zeker, op die 16de juli 1986 in de Stip. Dat bewijst de foto van De Ruyter en ik mag bijna 39 jaar na dato meeluisteren, een klein stukje. 34 minuten en enkele seconden, om precies te zijn.


De door Gert de Ruyter gemaakte foto van Chet Baker staat hier.


kort

In zijn Dylan-biografie citeert Robert Shelton Echo Helstrom over Bob Dylans liefde voor de boeken van John Steinbeck: 'Bob was always reading something by him - Grapes Of Wrath, Cannery Row.' We hebben het over eind jaren vijftig, de jonge Bob Dylan leest John Steinbeck. Zou hij ook diens East Of Eden hebben gelezen? Het boek dat later verfilmd werd met onder andere James Dean.

Ik snap de liefde van de jonge Dylan voor de boeken van Steinbeck wel. Ook ik heb z'n Grapes Of Wrath en Cannery Row en nog een aantal titels gelezen, maar nog steeds niet alles wat de man heeft geschreven.

Afgelopen paar dagen las ik zijn Travels With Charley, een verslag van een reis door Amerika die hij in 1960 maakte. Een schitterend boek. Een boek dat regelmatig opnieuw gelezen moet worden. Het werd voor het eerst in 1962 gepubliceerd, dus enkele jaren nadat de jonge Bob Dylan zich onderdompelde in Steinbeck.

Zou Bob Dylan - zo vroeg ik me tijdens het lezen van Travels With Charley af - ook na zijn jonge jaren de boeken van John Steinbeck zijn blijven lezen? Zou hij Travels With Charley hebben gelezen en bij het lezen van die ene passage een klein mentaal vreugdesprongetje hebben gemaakt?

Die ene passage in Travels With Charley beschrijft hoe Steinbeck de weg kwijt raakte in Minneapolis.

Minneapolis, daar was Steinbeck in 1960. Dat was zo'n beetje thuis voor de jonge Dylan. Het is niet ondenkbaar dat de jonge Bob Dylan en de bijna zestiger John Steinbeck elkaar in 1960 op straat hebben gepasseerd, misschien wel elkaar kort gesproken. 

En als dat niet genoeg reden voor een mentaal vreugdesprongetje was, dan zorgden misschien de namen St. Paul en vooral Duluth daar voor bij de jonge Dylan.

Soms is de wereld verdomd klein.

Brieven aan Thomas #2

Thomas,

In een interview met Kenneth Rexroth kwam ik de volgende uitspraak tegen: 'Hard bop is music for people who don't listen.' Na het lezen van zo'n zin krijg ik gelijk zin om de poëzie van de man te lezen. Ik ben vast wel eens wat gedichten van Rexroth tegengekomen in een bloemlezing, maar kan me daar weinig van herinneren. Wel heb ik een elpee met op een van de ene kant een voorlezende Lawrence Ferlinghetti en de andere kant Rexroth. Ook moet boven ergens een door Rexroth samengestelde bloemlezing staan met poëzie uit China of Japan, ik twijfel. Het kunnen ook wel eens twee bloemlezingen zijn. Ik kan ze zo 1, 2, 3 niet vinden, maar ik weet dat ze er zijn. 

Rexroth verwijst met bovenstaande uitspraak naar zijn ervaring dat het publiek in cafés waar hard bop wordt gespeeld niet luistert, maar door de muziek praat. Zonder context is de aangehaalde uitspraak mooier. Ik had geen context moeten geven.

Sinds het lezen van dat citaat van Rexroth dwalen mijn gedachten regelmatig af naar de platen die ik koop, maar nauwelijks draai.

Hoeveel platen, cd's, singles worden nooit (meer) beluisterd? Ik heb het nog niet zozeer over mijn eigen muziekbibliotheek, maar in het algemeen. Hoeveel muziek wordt er door aanstormend talent ieder jaar op de markt gebracht zonder ooit een publiek te vinden? 

Een paar jaar geleden zag ik de documentaire Rock And Roll's Greatest Failure; Otway The Movie over John Otway en zijn vaste sidekick Wild Willy Barrett. Een intrigerende film over een muzikant die het wil maken maar door domme pech en een beperkt talent het nooit echt haalt. Mocht je willen kijken, de film is nog steeds op Netflix te zien. Ik kan het je aanraden er in te duiken in een verloren uurtje. De muziek van Otway is op z'n best matig, maar juist mede daardoor intrigerend. Hoe vergeten Otway is laat zich misschien het best illustreren door het feit dat ik onlangs zijn eerste album kocht - getiteld John Otway & Wild Billy Barrett - met op de achterzijde de handtekeningen van zowel Otway als Barrett voor de prijs van een twee halfjes wit. Om de sukkel-status van Otway nog eens te onderstrepen, is een deel van Otways handtekening door vocht of een vegende hand deels een vlek geworden. Normaal doet zoiets afbreuk aan de waarde van een handtekening, maar in dit geval voegt het alleen maar iets toe. Die plaat draait terwijl ik dit schrijf. Het is geen goede plaat & toch...

Ik kan me voorstellen dat je je afvraagt waarom ik die plaat dan draai. Ik kan het proberen uit te leggen, maar misschien is het beter dat je eerst Rock And Roll's Greatest Failure; Otway The Movie kijkt. Die film is de reden dat ik überhaupt iets van Otway heb gekocht.

Ik heb een zwak voor de parodieplaten, zoals bijvoorbeeld de verzamelaar Beatlesongs! (The Best Of The Beatles Novelty Records). Op die plaat staan - zoals de titel al verraadt - parodieën op songs van The Beatles en songs over The Beatles. De een is vaak nog flauwer dan de ander, en toch ga ik regelmatig voor de bijl als ik zo'n plaat tegenkom. 

De meest bekende Beatles-parodieband is natuurlijk The Rutles met onder andere Eric Idle van Monty Python. Op Beatlesongs! staat van deze band het geslaagde 'Hold My Hand'. Ook aardig is het lange, inclusief 'stemmetjes', 'Beatle Rap' van The Qworymen. Maar de twee meest geslaagde songs op dit album zijn naar mijn smaak 'We Love You Beatles' van The Carefrees en 'Letter To The Beatles' van The Four Preps.

Hoe leuk sommige songs op Beatlesongs! ook zijn, het is maar de vraag hoe vaak ik dit album uit de kast zal halen om 'm van begin tot eind te beluisteren. Niet vaak, denk ik. Oké, de betere songs op deze plaat lenen zich uitstekend om een mixtape wat luchtig te houden, maar dat is het dan ook, vrees ik.

Tot slot is er nog de uitsluitend voor de hoes gekochte plaat. Ik merk dat men het volstrekt normaal vindt wanneer er een paar honderd euro of meer wordt neergeteld voor een schilderij of ets of drukwerk voor aan de muur, maar wanneer iemand enkele euro's betaald voor een plaat uitsluitend omdat de hoes een waar kunstwerkje is, wordt dit vreemd gevonden. 

Ik heb een zwak voor de hoezen van Jim Flora. Niet dat ik die nou om de haverklap tegenkomt - ik ken ze vooral uit boeken en van internet - maar de twee keer dat ik er eentje in het wild vond voor een redelijke prijs, heb ik beide keren de portemonnee getrokken. De laatste keer was dat voor het album Inside Sauter-Finegan van The Sauter-Finegan Orchestra. Natuurlijk heb ik een stukje van de plaat gedraaid en de muziek is niet onaardig, maar de aankoop heb ik toch vooral gedaan vanwege de hoes. Twee in het groen gestoken mannen, de beentjes vrolijk in danspositie, de vier handen voorzien van een ganzenveer, een zangvogel, een baton en - ik denk - een passer. Uit de schouders waarmee de twee heren met elkaar lijken te zijn verbonden steken de drie ventielen van een trompet. De torso's van de twee heren zijn samengesmolten tot een zwarte rechthoek met daarin onder andere enkele instrumenten. Ik kijk liever naar deze illustratie van Jim Flora dan naar - pak 'm beet - iets van Rembrandt.

Ik geef het toe, bovenstaande beschrijving van de albumhoes van Inside Sauter-Finegan is wat verwarrend. Misschien is het maar het beste die hoes online op te zoeken. Tot zover, ik moet nu gaan. Mijn aandacht wordt door andere zaken getrokken.

Pas goed op jezelf,

TW

03 III 2025